100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Economische en Sociale Geschiedenis Deeltentamen 1 (college 1-6) $5.35
Add to cart

Class notes

Hoorcolleges Economische en Sociale Geschiedenis Deeltentamen 1 (college 1-6)

 32 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Hoorcolleges Economische en Sociale Geschiedenis voor het eerste deeltentamen (hoorcollege 1 tot en met 6). Uitgebreid en geschreven in goed Nederlands. Tentamencijfer 8,3. Economische en Sociale Geschiedenis is een vak dat gegeven wordt in het eerste jaar van de opleiding Geschiedenis aan Univ...

[Show more]

Preview 2 out of 15  pages

  • March 18, 2021
  • 15
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Dr. l.j. touwen en dr. m.l.j.c. schrover
  • College 1 tot en met 6
avatar-seller
Hoorcolleges Economische en Sociale Geschiedenis (hoorcollege 1 tot en met 6)

Deeltentamen 1


2019-2020


Universiteit Leiden - Bachelor geschiedenis - jaar 1 - semester 2

Tentamencijfer: 8,3



HC 1 Economische en Sociale Geschiedenis

Ontstaan in de loop van de twintigste eeuw. De emancipatie van het gewone volk is ook tot stand
gebracht door de sociale geschiedenis en heeft zich van hieruit naar andere specialisaties verspreid.

Pomerance: te sterke focus op de economische en sociale geschiedenis van het westen. In de
startpositie ergens in de achttiende eeuw was China even geavanceerd als het westen, dus we
moeten ons afvragen wat er in Europa gebeurde wat er in China niet gebeurde.
De nadruk ligt op hoe mensen met elkaar omgingen en zo vormgaven aan de sociale, culturele,
economische of politieke patronen. Ze beschouwt inzichten en theorieën uit de sociale
wetenschappen en de economie als een mogelijke bron van inspiratie en stimuleert het gebruik van
comparatieve en interdisciplinaire methodes waar mogelijk.

Intersectionaliteit = notie dat mensen gediscrimineerd worden op tal van vlakken (denk aan
gekleurde vrouwen)

Piketty: zowel ongelijkheid van inkomen en vermogen bestudeerd.

Er is een proces van mondiale interactie waarbij de verbindingen tussen de werelddelen steeds
toenemen. Rond achttienhonderd was er een golf van globalisering. Deze contacten hebben directe
gevolgen voor de economische ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen staan niet per definitie gelijk
aan economische groei, want de groei van het westen heeft ook de achteruitgang van andere
gebieden tot gevolg. Verstedelijking heeft een enorme invloed gehad op deze processen doordat hier
onder andere de banken, beurzen en havens waren. Ook was hier een concentratie van arbeid,
kennis en kapitaal. De verstedelijking en de contacten hangen ook samen met migratie.

Macht, inkomen en risico’s hangen samen en zijn allen verbonden met mentale constructies die
bepalen hoe we naar de wereld kijken.
Door de eeuwen heen zijn de lonen gematigd om te kunnen concurreren en door de mechanisatie en
is de verzorgingsstaat afgeslankt. De facto is het wel zo dat de lonen achterblijven bij de
bedrijfsresultaten, wat ervoor zorgt dat de invloed van kapitaal toeneemt ten opzichte van de
invloed van arbeid wat betreft de productiefactoren.

Het is een mythe dat de samenleving alleen maar moderniseert. De uitkomsten van het proces van
moderniseren variëren per regio en we zijn dus niet allemaal op weg naar het westerse model van
liberale democratie en vrije meningsuiting. Daarnaast is er de vraag wat modern is. Is modern per
definitie het westen? En in hoeverre worden opvattingen over wat modern is gedeeld door mensen?

, Rodderick: hoe vrijer de economie, hoe meer inkomensongelijkheid gecreëerd wordt.

In de economische en sociale geschiedenis wordt zowel gewerkt met een structuurgerichte
benadering als met een actorgerichte benadering. Structuurgericht betreft een grootschalige
benadering van de geschiedenis gaande over anonieme processen, een actorgerichte benadering
kijkt naar wat de mensen, zowel individueel als gezamenlijk, deden.
In de economische geschiedenis ligt de focus meer op structuur. Sociaal-politieke geschiedenis
behandelt beiden. Er zijn processen zoals democratisering en staatsvorming, maar ook de actoren
zoals individuele heersers en politici staan centraal. Bij sociaal culturele geschiedenis slaat de balans
meer door naar de actorgerichte benadering, waarbij de actoren vaak behandeld worden als groep.

Cliometrie = historici die zich ook bezighouden met wiskundige en econometrische modellen om het
verleden te verklaren.
De specialisatie houdt zich bijvoorbeeld bezig met hoe en waarom individuele levens en
samenlevingen veranderen in de voorbije millennia door processen zoals urbanisatie, mobiliteit en
economische groei.

Daarnaast is er de vraag of we kunnen voorspellen op basis van patronen en historische inzichten.
Ervaring leert ons dat dit vaak niet het geval is door onvoorziene ontwikkelingen en uitvindingen.
Weber: Weber focuste zich op het verstehen, het begrijpen. Hij stelt dat individuele handelingen en
sociale structuren elkaar aanvullen, en focuste dus ook al op dit onderscheid. Daarnaast ging hij uit
van waarschijnlijkheden in plaats van zekerheden en multicausaliteit in plaats van één oorzaak. Ook
streefde hij waardevrijheid na.

De weberthese stelt dat het protestantisme met het zuinig en hardwerkende arbeidsethos de
oorzaak was van het succes van het kapitalisme (deels achterhaald).

De specialisatie houdt zich ook bezig met comparatieve methoden.
Er is de vraag wat het volk is en wie bepaalt wie er tot het volk behoren. Jennings zei dat het volk niet
kan kiezen tenzij iemand bepaalt wie het volk is. Na 1945 wil men zorgen voor allen die tot een
samenleving behoren en zo ontstond de verzorgingsstaat.

De publieke ruimte is een bepaalde imaginaire sfeer waarin ideeën over wie wij zijn en wat wij willen
ontstaan en circuleren door discussie en media. Een imagined community is een gemeenschap
waarin de leden elkaar niet allen kennen maar onderling wel een binding voelen en zich als deel van
de groep beschouwen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiedeleeuwx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  9x  sold
  • (0)
Add to cart
Added