Samenvatting van de belangrijkste tentamenstof. Behandelt factoranalyse, regressieanalyse (met mediatie, moderatie en multipele regressieanalyse met dummy variabelen) en variantie analyse (ANOVA en ANCOVA). Het bespreekt niet de stappen die je in SPSS moet doen, maar is een voorbereiding voor het t...
Factoranalyse
Schaalconstructie gebruik je als je concepten meet die niet direct met een enkele vraag in een
vragenlijst te meten zijn.
Stappen in schaalconstructie
1. Selecteer de indicator van het concept
2. Bestudeer de frequentieverdeling van elke indicator
- Ontbrekende waarden - verschillende schalen - richting (positief, negatief)
- Hercoderen, standaardiseren
3. Bepaal de dimensionaliteit met behulp van factoranalyse.
- Als er meerdere dimensies zijn. Doe dit voor elk van de dimensies.
4. Voer betrouwbaarheidsanalyse uit
5. Construeer een schaal
- Via 'compute' in SPSS
Doel factoranalyse: onderzoeken wat de onderliggende structuur/dimensionaliteit is van een set items.
Dimensionaliteit: meten alle items hetzelfde, of zijn er subgroepen in de reeks indicatoren, en zo ja,
hoeveel?
Bij meerdere dimensies moeten er meerdere schalen worden geconstrueerd.
Aantal dimensies: twee criteria
Kaiser’s criterium: Eigen value > 1.
- Aantal Eigen values groter dan 1 is een factor.
- Staat bij Total Variance Explained.
- Alleen factoren die de variatie tussen items goed uitleggen.
Knik criterium: Knik -1.
- De factoren aan de linkerkant van de knik worden bekeken.
- In welke mate extra factoren bijdragen aan de verklaring van variantie.
Dimensies interpreteren
- Bij factorladingen in de Pattern Matrix: sterkere ladingen sterke relatie met het
onderliggende concept. Factorladingen zijn gecorrigeerd voor de correlaties met andere
factoren.
- Als de items van 1 factor hoog scoren kun je ze als dimensie interpreteren.
- Indicatoren met een gemiddelde lading op verschillende factoren kun je niet eenduidig
toewijzen aan 1 factor. Ze zijn niet valide: ze meten niet één concept.
Voor factoranalyse is hercoderen niet nodig. Als je na de factoranalyse verschillende homogene sets
van indicatoren hebt kun je door naar de volgende stap: betrouwbaarheidsanalyse. Je voert voor elke
set indicatoren een aparte betrouwbaarheidsanalyse uit, hierbij is hercoderen wel nodig.
Communaliteit
Via een factoranalyse wordt geprobeerd zoveel mogelijk ‘common variance’ te verklaren, met zo min
mogelijk factoren/latente variabelen.
Communaliteit: de common variance van een variabele met alle andere variabelen in de analyse, ligt
tussen 0-1. Dus: de hoeveelheid variantie die de factoren in elke variabele verklaren.
- Kijk in de tweede rij van de tabel, de eerste is een schatting.
Assumpties en voorwaarden factoranalyse
- Algemene regel: 15 respondenten per variabele.
- Steekproefgrootte is minder belangrijk naarmate ladingen hoger zijn.
1
, - Kaiser-Meyer-Olin (KMO):
o Boven .7 is goed
o Anti-image correlation matrix: diagonalen moeten allemaal >.5 zijn, off-diagonalen
moeten laag zijn.
Correlatie tussen variabelen
- Niet te hoog?
o Vermijd hoge correlaties >.8 en singulariteit (correlatie van 1)
o Determinant van de correlatiematrix (R) moet >0.00001
- Niet te laag?
o Per rij moet er minstens een correlatie van >.3 zitten.
o Bartlett’s test moet significant zijn.
Bartlett checkt of de correlatiematrix geen identity matrix is.
Regressieanalyse
Mediatie en confounding
Padmodel: een causaal diagram met daarin gekwantificeerde oorzaak-gevolg pijlen.
In een padmodel is er tenminste 1 variabele die zowel oorzaak als gevolg is. Deze padmodellen
kunnen niet in één regressieanalyse geanalyseerd worden.
Padanalyse: een reeks van regressieanalyses, bedoeld om de effecten in een causaal model te
berekenen. De effecten worden padcoëfficiënten genoemd. Met padanalyse kunnen dus directe,
indirecte en confounding effecten in een causaal model worden berekend.
- Alleen recursieve modellen mogelijk (eenzijdige causale relaties, één pijl).
- Werken vaak met variabelen in gestandaardiseerde vorm (z-score), met gemiddelde 0 en
standaarddeviatie 1. De padcoëfficiënten zijn gestandaardiseerde coëfficiënten. Daarom
gebruik maken van gestandaardiseerde regressie coëfficiënten: Beta’s.
Exogene variabelen: variabelen die alleen onafhankelijke variabele zijn.
Endogene variabelen: variabelen die beïnvloed worden door andere variabelen, deze hebben een
errorterm.
Errorterm: de wortel uit de residuele (onverklaarde) variantie: √ 1−R2 = ε
- Errortermen mogen niet gecorreleerd zijn, niet onderling of met andere variabelen in het
model.
S x1
Beta’s zijn uit b te berekenen: β 1=b 1( )
S x2
Aan de hand van de regressiecoëfficiënten kun je ook de grootte van indirecte en confounding effecten
berekenen.
Indirect (X Z Y) = βzx∗βyx
Confounding: Z (X, Y) = βxz∗βyz
Totale causale effect = alle indirecte effecten + directe effect
Totale correlatie = alle confounding effecten + indirecte effecten + directe effect
Totale effect = X Y
Mediatie-analyse
Toetsen van een indirect verband: is de mediatie significant?
Stap 1: X Y
Stap 2: X M
Stap 3: M Y (constant gehouden op X)
Stap 4: Vergelijk het totale effect met het directe effect.
Stap 5: Is het indirecte effect significant?
- Sobeltest: T-waarden van de twee indirecte effecten invoeren. Als de Sobeltest significant is,
is de mediatie significant.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marloubommer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.91. You're not tied to anything after your purchase.