Diversity in the classroom (PAMAOWL07.20202021.2A)
Class notes
Nederlandstalige aantekeningen diversity in the inclusive classroom
13 views 0 purchase
Course
Diversity in the classroom (PAMAOWL07.20202021.2A)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
NEDERLANDSTALIGE aantekeningen voor het Engelstalige vak 'Diversity in the (inclusice) classroom. Het gastcollege (HC3) staat niet in de aantekeningen, maar alle hoorcolleges gegeven door de docenten wel. Hier en daar een Engelstalig begrip behouden, omdat de vertaling het onduidelijk(er) maakte.
Diversity in the classroom (PAMAOWL07.20202021.2A)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
suzehiemstra
Reviews received
Content preview
Hoorcollege 1 – 01-02-2021
Hunt (2019)
Het is een reflectie op de huidige implementatie en interpretatie van inclusief onderwijs.
Inclusief onderwijs wordt gedefinieerd in meerdere manieren (door ‘open nature of
Salamanco Statement’) en dat het niet goed geïmplementeerd is
o Salamanca statement: Meerdere landen ter wereld hebben gezegd dat
inclusief onderwijs heel belangrijk is. Dit is in het Salamanca statement
vastgelegd.
Hunt benadrukt ook dat het belangrijk is dat het idee van ‘wedstrijd’ er niet is. Het is
geen wedstrijd in wie er inclusiever onderwijs heeft.
We willen inclusief zijn, maar dat gaat niet alleen over ‘iedereen op dezelfde plaats
hebben’, niet alleen over fysieke omstandigheden. Je moet bijvoorbeeld als docent
ook voldoende bekwaam en voldoende vertrouwd zijn met het onderwerp.
Salamanca statement (1994)
Opgesteld door Unesco in 1994. Het is een framework voor inclusief onderwijs en acties voor
het betrekken van zo veel mogelijk leerlingen, ook leerlingen met special needs. Het is een
commitment van overheden wereldwijd om inclusief onderwijs te prioriteren.
Discussie over dit statement:
Theorie versus praktijk In de praktijk vaak lastiger gedaan dan in de theorie
gezegd.
In welke mate is het belang van inclusiviteit belangrijker dan het welzijn van andere
kinderen die ook in de klas zitten?
Equality and equity (Espinoza, 2007)
Espinoza beschrijft verschillende aspecten en factoren van (onderwijs)gelijkheid:
Resources: bronnen, hulp
Access: toegankelijkheid tot onderwijs
Survival Stand (kunnen) houden in het systeem
1
, Output: schoolscores, cijfers
Outcome: het leven wat je uiteindelijk zal leven, welke baan je terecht komt etc.
Blog van Heidi Schillinger
Vindt de vergelijking van het hek eigenlijk niet goed, omdat het gaat over de lengte van het
kind. Dat is echter een biologisch verschil waar je niet veel aan kan doen. Ze bekijkt het van
een andere kant:
Ongelijkheid komt vaak van cultuur of normen/waarden. Het ligt dus niet aan het
kind, maar aan de samenleving.
Het is makkelijk om te zeggen dat het een probleem is van het kind, terwijl het
eigenlijk een probleem is met betrekking tot dominante cultuur versus niet-
dominante cultuur.
Niveaus van ongelijkheid
De docent wordt beïnvloed door de bronnen en de ideeën van de school, maar ze moeten
bijvoorbeeld ook werken met het landelijke curriculum. Dit wordt dan ook weer beïnvloed
door de samenleving. Wat vinden we bijvoorbeeld belangrijk, hoe belangrijk vinden we
onderwijs, wat ligt er vast in de wet over onderwijs.
Het is belangrijk om hiervan bewust te zijn. We zeggen altijd dat onderwijs de oplossing is
van ongelijkheid, maar onderwijs wordt beïnvloed door andere dingen in de samenleving
Idee van meritocratie: wat je erin steekt, krijg je er ook uit. Hoe meer je erin steekt,
hoe meer je ervoor terugkrijgt. Als je talent hebt, wordt het uiteindelijk een succes.
Het probleem is echter dat het idee van meritocratie niet absoluut is en niet altijd
opgaat voor alle leerlingen.
o Voorbeeld documentaire ‘Klassen’: er bestaan nou eenmaal verschillen in
hulpbronnen die beschikbaar zijn voor leerlingen, de cultuur die bijvoorbeeld
heerst voor sommige specifieke groepen leerlingen. Hoewel leerlingen soms
heel talentvol zijn, kan het zo zijn dat iemand bijvoorbeeld niet in het
onderwijssysteem past, of dat iemand niet voldoende aangeraakt krijgt om
deze talenten te ontwikkelen en ontplooien.
Celeste et al. (2019)
Etnisch-culturele diversiteit in de klas: privilege, normativiteit, socialisatie, empowerment.
Verschillende invloeden van het beleid:
Multiculturalisme: Wat je meeneemt de klas in, is altijd waardevol, verschillen zijn
waardevol
2
, Kleurenblindheid: We zijn allemaal hetzelfde, ik zie geen verschillen tussen leerlingen
Assimilatie: Om succesvol te zijn, moet iedereen zich aanpassen aan hoe we dingen
aanpakken in deze klas.
Multiculturalisme in het onderwijs (Gorski, 2016)
Standpunt Gorski: misschien moeten we meer focussen op equity (rechtvaardigheid) in
plaats van equality (gelijkheid).
Hoorcollege 2 – 08-02-2021: Ethnic-cultural diversity in the
classroom
Podcast
Er zijn verschillende normen en waarden, maar overeenkomst is dat mensen in principe
altijd de beste intenties hebben om iets te doen. Om te zien dat mensen de beste intenties
hebben, moet je echter wel beseffen dat er sprake kan zijn van verschillende perspectieven,
anders kan dit problemen opleveren. Deze podcast is een illustratie van hetgeen dat we
vandaag bespreken.
Probleem of toevoeging
Wanneer er wordt gesproken over cultureel-etnische diversiteit, spreekt men in termen van
problemen (bijvoorbeeld taal, religie, waarden):
Vanuit een leerkrachtperspectief kun je voorstellen dat het hebben van meer
diversiteit in de klas lastiger is dan een homogene groep. Hierdoor is het voor te
stellen dat men vaak focust op de problemen en de uitdagingen die dit met zich
meebrengt.
Aan de andere kant, door het een problemen te maken beïnvloed je de mensen
waarover het in dat geval gaat
We spreken namelijk niet over alle kinderen als we het hebben over de uitdagingen
of problemen van diversiteit, maar we praten over de kinderen die de
uitzonderingen zijn (bijvoorbeeld migranten, kinderen uit eenoudergezinnen, etc.).
Dit zijn vaak kinderen met een lagere SES. Diversiteit gaat echter niet alleen om de
kleine groepen, maar om de volledige samenstelling.
In dit college reflecteren we op de normen in de klas en de normen die zijn verweven in een
curriculum. Waarom zijn we positiever tegenover de ene groep in vergelijking tot de andere
groep? En waarom zijn de gevolgen van bepaalde normen positiever voor het ene kind dan
voor het andere kind? Daarnaast komt ook zelfbewustzijn van de leerkracht aan bod. De
leerkracht is namelijk de persoon die een ‘buffer’ is in het klaslokaal en tussen het
curriculum en het kind. Zij zijn mensen die nieuwe normen kunnen introduceren en
normaliseren.
Hierbij is het goed om twee dingen in gedachten te houden:
We praten over de klas, maar de normen over wat we leren in de klas komen vanuit
de maatschappij (vanaf een hoger niveau). Het speelt zich af in de klas of in de
school, maar er is altijd sprake van invloeden van buiten de school of de klas,
namelijk vanuit het educatieve systeem en/of de maatschappij.
Verschillende leerlingen hebben verschillende ervaringen en belevingen in hetzelfde
klaslokaal.
3
, Intersectionaliteit (intersectionality) (Crenshaw, 1989, 2016)
Intersectionaliteit is het fenomeen dat maatschappelijke ongelijkheid zich voordoet
langs/over verschillende assen die elkaar snijden en elkaar beïnvloeden. Er is dus sprake van
verschillende factoren die invloed hebben op de sociale positie van een leerling in de klas.
Het resultaat van deze positie is de ervaring, beleving en/of opbrengst van kinderen in het
educatieve systeem (bijvoorbeeld kansen in het onderwijs, kansen om te leren, de output
(opbrengst), het gevoel van ‘belonging’, het welzijn en welbevinden van een leerling).
In het artikel van Crenshaw komen drie verschillende factoren naar voren:
1. Sociaaleconomische status Er is sprake van privilege wanneer je een hogere SES
hebt (meer geld, minder stress, rijkere leeromgeving). Daarnaast is het zo dat
wanneer ouders zelf hoger opgeleid zijn, ze zicht meer gerechtigd voelen om hun
kinderen te ondersteunen. Kinderen uit gezinnen met een lagere SES ervaren meer
stress, bijvoorbeeld omdat er minder geld te besteden is, maar ook doordat een
ouder misschien meerdere banen heeft om de familie te onderhouden. Hierdoor is er
minder tijd over voor deze ouder om actief betrokken te zijn bij de school en het
onderwijs van het kind.
2. Etniciteit Deze factor gaat voornamelijk over interactie. Soms is er sprake van een
bias als het gaat om de benadering van leerlingen met verschillende etniciteiten en
achtergronden. Wanneer je een andere etnische achtergrond hebt dan de
‘meerderheid’, zijn de verwachtingen anders (over het algemeen lager) wat betreft
wat je kan bereiken in het onderwijs en wat je al kunt. Soms is dit negatief, maar dit
kan ook positief zijn.
3. Geslacht Er bestaan over het algemeen verschillende verwachtingen voor jongens
en meisjes. Dit was vroeger erger dan nu. Denk bijvoorbeeld ook aan voorbeelden in
boeken, tegenwoordig zijn er steeds meer voorbeelden met meisjesnamen, maar ook
met diversiteit in de namen met betrekking tot etniciteit en achtergrond. Hierdoor
krijgen leerlingen over het algemeen een groter gevoel van belonging.
Samengevat kan er worden gesteld dat sommige kinderen meer aan de positieve kant/as
van het ‘naar school gaan’ zitten en het naar school gaan makkelijker is voor hen (hoge SES,
geen etnische minderheid zijn, in de ‘hokjes’ man/vrouw vallen) dan voor kinderen die
bijvoorbeeld een lagere SES hebben of tot een etnische minderheid behoren. Wanneer je
aan de positieve kant zit, is alles in het educatieve systeem namelijk op jou aangepast en
afgesteld op jouw eigen situatie. Er is als het ware sprake van een spectrum: je hebt niet per
se alle factoren mee of alle factoren tegen. Er kan ook sprake zijn van een samenstelling van
een aantal factoren in he voordeel en een aantal factoren in je nadeel.
De culturele ijsberg (the cultural iceberg)
Over het algemeen zijn we gefocust op de ‘oppervlakte van een cultuur’ We
beschouwen cultuur als iets wat zichtbaar is en het omvat ook enkel wat er zichtbaar
is. Dit leidt tot ‘superficial content intergration’ (Banks, 1993). Eten, muziek,
literatuur (zichtbaar) is echter maar het topje van de ijsberg wat betreft cultuur.
Cultuur omvat namelijk veel meer, maar mensen zijn niet goed in het zien van de
diepere lagen van een cultuur.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suzehiemstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.
