1.1 Individualisering en decentralisatie
Bij arbeidsverhoudingen gaat het om de relatie op de arbeidsmarkt tussen werkgever en
werknemer.
Bij besprekingen en analyses wordt ook het overheidsgedrag en de overheidsinvloed op
arbeidsverhoudingen meegenomen. Omdat de overheid via wetten en
sturingsinstrumenten invloed heeft op de verhoudingen.
Sinds de jaren 80, 90 is er het een en ander veranderd, deze veranderingen hebben
vooral te maken met de decentralisatie en individualisering.
Vroeger was het vooral geautomatiseerd, de arbeidsverhoudingen van bedrijf A waren
van grote invloed op bedrijf C.
Organisaties zijn eigen initiatieven gaan ontwikkelen op het gebied van het vormgeven
van arbeidsverhoudingen. De overheid ondersteunde de ontwikkeling via een wet, de
Wet op de ondernemingsraden. Zo lag een deel van het zeggenschap in handen van de
werknemers.
Managers en personeelsfunctionarissen hebben voor een deel te maken met structurele
factoren en conjuncturele factoren als zij de organisatie zo goed mogelijk willen laten
draaien door de arbeidsverhoudingen en personeelsvoorzieningen.
Structurele factoren:
- Hoger opgeleide beroepsbevolking
- Vergrijzing
- Meer vrouwen en allochtonen op de werkvloer
- Individualisering
Individualisering: werknemers willen steeds meer zelf invulling en sturing geven aan hun
levensloop
Conjuncturele factoren (toestand van de economie):
- Regelgeving rond:
Ziekte
Arbeidsongeschiktheid
Werkloosheid
Kinderopvang
Hoofdstuk 2 Kantelende arbeidsverhoudingen: op breukvlak van 2 eeuwen
2.1 Inleiding
De afgelopen jaren is er ontzettend veel veranderd op de arbeidsmarkt hieronder volgen
een aantal hele belangrijke punten, deze worden verder in het hoofdstuk uitgewerkt :
- Groeiende arbeidsparticipatie van vrouwen en allochtonen
- Ontgroening en vergrijzing
- Veranderende betekenis van werk, van leven om te werken naar werken om te
leven.
- Hoger opgeleiden mensen
- Van aanbodoverschot naar te kort aan arbeidskrachten
- Flexibilisering vanuit organisatie door globalisering en vanuit werknemer door
het combineren van werk en zorgtaken
- Menselijk kapitaal wordt steeds belangrijker, modern personeelsbeleid.
1
,2.2 Van overschotten naar krapte op de arbeidsmarkt
In de tweede helft van de 20ste eeuw was er een aanhoudende grote invloed van
jongeren op arbeidsmarkt waardoor er veel werkloosheid ontstond.
Het kabinet streefde naar een volledige werkgelegenheid, dit was moeilijk te realiseren
ondanks de hoge economische groeicijfers
Ook vanwege de komst van vrouwen op de arbeidsmarkt werd het steeds moeilijker om
aan een baan te komen. Organisaties gingen makkelijk met het personeel om want er
was toch altijd wel een nieuw iemand die in kon stromen.
Daarom werd het akkoord van Wassenaar in 1982 opgericht, dit akkoord was er om de
jeugdwerkloosheid te bestrijden door oudere vervroegd met pensioen te laten gaan (de
VUT-regeling) en voltijd banen om te zetten in deeltijd banen.
Er gaat een personeelsschaarste aankomen, op dit moment verlaten meer mensen de
arbeidsmarkt dan dat er toetreden. Organisaties zijn hier niet op voorbereid, veel
organisaties kiezen voor overwerk en/of hogere lonen om zo de schaarste op te vullen.
2.2.1 Reserveringslonen en ‘additional workers’
Reserveringsloon: Wanneer er een krapte is op de arbeidsmarkt willen alle mensen een
minimaal loon ontvangen om zich voor betaald werk beschikbaar te stellen.
Additional workers: Als men de banen voor het uitkiezen heeft (hoogconjunctuur), gaan
meer vrouwen, studenten en scholieren een baantje nemen.
Als de conjunctuur weer terugloopt verliezen zij hun baan en gaan ze terug naar hun
oude tijdsbesteding.
Discouraged workers: Zij gaan in tijden van een hoogconjunctuur wel op zoek naar een
baan en in zware tijden raken zij ontmoedigd. En stoppen ze met werken en trekken zij
zich terug.
Er zijn verschillende manieren om het schaarste vraagstuk op te lossen:
- Zittend personeel flexibel inzetten
- De mix tussen productiefactoren arbeid en kapitaal
Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid: deze wet is er om de
arbeidsmarktpositie van oudere mensen te versterken.
Leeftijd mag geen beoordelingscriterium zijn, tenzij de werkgever kan aantonen dat
leeftijd belangrijk is voor het behalen van het beoogde doel.
De commissie gelijke behandelingen: houdt toezicht op de uitvoering van de
bovengenoemde wet.
2.3 Emancipatie en de onstuitbare opkomst van de werkende vrouw
Vroeger waren het vooral hoogopgeleiden vrouwen zonder kinderen die een betaalde
baan hadden, tegenwoordig zijn er ook steeds meer laagopgeleiden vrouwen met
kinderen die blijven werken.
75% van de moeders met een kind tot 5 jaar en een hbo- of wo-opleiding een betaalde
baan.
40% van de moeders met een kind tot 5 jaar en een vmbo/mavo-opleiding een betaald
baan.
Autochtonen vrouwen hebben meer deeltijdbanen en allochtonen vrouwen hebben meer
voltijdbanen.
In de loop van de 20ste eeuw krijgt de vrouwenemancipatie steeds meer gestalte, dit
vertaalt zich in een groeiende onderwijsdeelname van meisjes.
Er is een groei in de dienstensector (zorg) en een relatieve afnamen van de betekenis
van industrie een stimulans voor de toetreding van vrouwen op de arbeidsmarkt.
Vrouwen lopen tegen een ‘glazen plafond’ aan: ze zien de top van de carrièreladder maar
slagen er niet in die functies te bereiken.
Er lijkt ook sprake van een ‘glazen muur’: vrouwen zijn veel meer werkzaam in de
verzorgende en dienstverlenende functies en niet in de technische functies.
We kunnen dus stellen dat zowel de aanbodzijde van de arbeidsmarkt en de vraagzijde
bevorderlijk zijn geweest voor de vrouwenemancipatie.
2
, 2.4 De organisatie als ontmoetingsplaats van verschillende culturen
Vroeger vonden vluchtelingen makkelijk een plaats in de arbeidsmarkt. In de jaren 70
kwamen er veel Surinamers naar Nederland zij kende de taal en de cultuur en konden
zich makkelijk aanpassen.
Er zijn steeds meer Turken en Marokkanen in Nederland, dit zie je als je kijkt naar de
middelbare scholen. Nederland zal er rekening mee moeten houden dat zij binnenkort de
helft van de arbeidsmarkt zullen bedekken.
Allochtonen hebben nog altijd minder aantrekkelijke banen, lager op de arbeidsmarkt,
dan autochtonen.
Tussen allochtonen mannen en vrouwen zitten verschillen qua beroepen maar ook per
cultuur verschillen mannen en vrouwen weer per beroep.
2.5 Veranderende levenslopen met een nieuwe rol voor werk
Doordat vrouwen actief zijn geworden op de arbeidsmarkt, speelt betaald werk voor
mannen én vrouwen een belangrijk rol.
Door de arbeidstijdverkorting en de verandering van de aard van het werk is er tijd en
energie voor andere zaken naast werk: een hobby, vrijetijdsbesteding.
Organisaties moeten dus concurreren met andere activiteiten en normen van
tijdsbesteding om de aandacht van mensen voor betaald werk te winnen en vast te
houden.
Mensen stellen meer inhoudelijke eisen aan het werk, het is een middel tot ontplooiing en
zij willen hun sociale contacten onderhouden. Dit komt door de gezinsverdunning:
mensen hebben minder familie en daarom betekenen collega’s meer.
Psychologisch contract: werknemers hebben bepaalde verwachtingen ten aanzien van het
gedrag van werkgever en stemmen daar hun eigen gedrag op af.
2.6 flexibilisering
Door de globalisering, technologische veranderingen, snelle wisselingen van vraag en
aanbod worden ondernemers geconfronteerd hun arbeidspotentieel aan te passen aan
gewijzigde omstandigheden. De behoefte aan flexibiliteit van de productiefactor ‘arbeid’
groeit.
- Interne flexibiliteit.
Zittend personeel verschillende uren geven, of de contracten aanpassen op de
vraag naar flexibiliteit. De kwalitatieve dimensie van interne flexibiliteit staat
bekend als functionele flexibiliteit, hierbij wordt een deel van het personeel
ingezet voor verschillende taken. Taak- of functieroulatie is een mogelijkheid
om functionele flexibiliteit te vergroten.
- Externe flexibiliteit.
Soms moeten mensen van buitenaf bijkomen. Bij externe numerieke
flexibiliteit gaat het om, de extra handjes (op- en afroepcontacten), bij
kwalitatieve dimensie van externe flexibilisering gaat het om activiteiten waar
je als organisatie zelf de kennis niet voor in huis hebt, dan wordt het werk bv.
uitbesteed.
Vanuit de werknemersperspectief is er ook behoeft aan flexibiliteit, om arbeid en
zorgtaken te combineren.
Door de komst van het akkoord van Wassenaar werden de deeltijdbanen en flexibilisering
gestimuleerd.
Het hoogte punt van de flexibele arbeidskrachten zijn geweest, dit komt door de
transactiekosten die bij de flexibele arbeidskrachten verbonden zijn. Inwerkkosten,
administratiekosten.
Hoofdstuk 4 Arbeidstijden in Nederland
4.1 Inleiding
De gemiddelde werknemer bestaat niet meer. Om een goed arbeidstijdenbeleid te
kunnen maken, moet je als organisatie inzicht hebben in de mechanisme die hebben
geleid tot de huidige situatie op punt van arbeidstijden
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller c1996. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.