100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Universiteit Leiden, Bestuurskunde: Aantekeningen Europese Economie Integratie $4.83
Add to cart

Class notes

Universiteit Leiden, Bestuurskunde: Aantekeningen Europese Economie Integratie

 42 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit zijn mijn collegeaantekeningen van de kennisclips voor het vak Europese Economische Integratie.

Preview 4 out of 51  pages

  • March 18, 2021
  • 51
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Philippe van gruisen, joop de kort
  • All classes
avatar-seller
Aantekeningen Europese economische
integratie
Week I:
Kennisclip 1.1: aanloop tot EEG
Europese economie integratie begon met Amerikaanse financiële steun in de vorm van
Marshall hulp na de Tweede Wereldoorlog. Dit nam de vorm van liquiditeit om handel
mogelijk te maken waarmee Amerikaanse import mee betaalt kan worden, alsook het verlenen
van kredieten. Aan deze hulp zat een eis verbonden: men moest samenwerken a.d.h.v. OESO
coördinatie wat intergouvernementeel van aard was.
Later wordt de Europese Betalingsunie (1950-1958) opgericht om liquiditeit te regelen
waarmee Europese handel mogelijk wordt gemaakt. In 1952 (verlopen in 2002) wordt de
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal opgericht wat supra gouvernementeel van aard
was door de aanwezigheid van een hogere autoriteit die besliste over deze hulpstoffen.
Met het Verdrag van Rome (1957) wordt de Europese Economische Gemeenschap gevormd,
overigens zonder de aanwezigheid van het Verenigd Koninkrijk die voorkeur gaf aan
intergouvernementele samenwerking. De EEG was supranationaal van aard, gericht op de vier
vrijheden van vrij verkeer van goederen, diensten, mensen en kapitaal, maar het principe van
subsidiariteit stond wel centraal.

Economische theorie onderscheidt verschillende stappen inzake toenemende economische
integratie, te zien hieronder (Reinert, 2012). De Europese Unie devieert van deze
economische theorie doordat de gemeenschappelijke markt nog niet compleet is, maar het al
wel een monetaire unie kent. Diens economische integratie heeft plaatsgevonden door
enerzijds expliciet beleid en afspraken, en anderzijds door (onverwachte) consequenties van
bestaand beleid.




1

,Kennisclip 1.2: ontwikkeling van Europese economische integratie
Het Verdrag van Rome (1957) stelt de toekomstige eis dat een douane unie gecreëerd dient te
worden, die voltooid werd in 1969. Dit vereiste overeenkomst over gemeenschappelijke
tarieven alsook het gelijkstellen van douaneclassificaties en grensformaliteiten.

Het vervolg van het creëren van vrij verkeer van goederen leidt tot positieve integratie door de
aanwezigheid van andere handelsbarrières die volgens het Europese Hof van Justitie beslecht
diende te worden, bijv. de harmonisatie van btw of harmonisatie en wederzijdse erkenning
van technische standaarden. Hiermee ging Europa van een douane unie naar een
gemeenschappelijke markt.

De Europese Eenheids Akte (1986) was een expliciete aankondiging van de interne markt,
vervolgd door het Verdrag van Maastricht (1992) die aanzetten tot het realiseren van een
monetaire unie. Laatstgenoemde verdrag kende een drie pijler structuur o.b.v. economische
samenwerking, gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid en politionele en
justitiële samenwerking.

De eerste uitbreiding vindt plaats in de jaren ’70 door toetreding van het Verenigde
Koninkrijk, Ierland en Denemarken vanwege economische schade in deze landen door de
hechte economische samenwerking van de EEG. Hiermee ontstaan er tevens nieuwe
begrotingsregels door eigen middelen en een aandeel van de btw. In de jaren ’80 en ’90 is er
verdere uitbreiding waarbij er aandacht is voor beleid t.b.v. ontwikkeling van economisch
zwakkere regio’s. In de jaren ’00 vindt er voornamelijk oostwaartse uitbreiding plaats. Een
mislukking in deze tijd waren de negatieve referenda-uitkomsten in Frankrijk en Nederland
t.a.v. de grondwet van 2005, die opgelost worden d.m.v. van het Verdrag van Lissabon.




2

,Kennisclip 1.3: reikt de Europese Unie te ver?
‘Fiscal federalism’: de mogelijke baten van overheidsactiviteiten over te hevelen naar een
hoger bestuursniveau i.v.t. een lager bestuursniveau. Hierin spelen meerdere elementen,
zijnde de mate van overeenkomst over lokale voorkeuren, de relevantie van lokale informatie,
schaalvoordelen, externe effecten, overwegingen over de mate van democratische controle en
juridische competentie om de acquis communautaire te kunnen overnemen.

In onderstaande figuur is de optimale verhouding tussen aanbod (kruising tussen marginale
kosten en de prijs) en welvaart (opbrengst van prijs x aantal gebruikers van een publieke
dienst.




Samenvoeging van publieke diensten is theoretisch mogelijk. In onderstaande figuur links
worden twee gebieden met een andere vraag naar dezelfde publieke dienst weergegeven. Er is
een deviatie in voorkeuren zichtbaar: regio 1 krijgt te veel aangeboden (de gemarkeerde
driehoek onder de lijn), terwijl regio 2 welvaartsverlies kent (de gemarkeerde driehoek boven
de lijn).




Maar, het samenvoegen van publieke diensten kan schaalvoordelen opleveren wat tot
kostenreductie leidt (hieronder, rechts). Hierbij dalen de marginale kosten. Alsnog zal de
deviatie van voorkeuren aanwezig zijn. Het consumentensurplus neemt toe (groene rechthoek)
door een verhoogd aanbod en een verlaagde prijs. Alsnog wordt er te veel aangeboden, te zien
in de rode driehoek.
3

, Kennisclip 1.4: besluitvorming in de Europ ese Unie
Besluitvorming vindt plaats o.b.v. unanimiteit, meerderheid of gekwalificeerde meerderheid
(55% van de lidstaten én vertegenwoordiging van 65% van de bevolking).

‘Normalised Banzhaf Index’ (‘NBI): meet de waarschijnlijkheid waarmee een gegeven
lidstaat een coalitie kan maken of breken.

De vereiste voor een gekwalificeerde meerderheid maakt het moeilijk om als lidstaat een
doorslaggevende stem te hebben.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MetObij. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.83  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added