, Hoofdstuk 1
Het strafprocesrecht wordt ook wel het formeel strafrecht genoemd. Het strafprocesrecht staat voor
het overgrote deel in het Wetboek van Strafvordering.
Het Wetboek van Strafvordering regelt de bevoegdheden van de overheid om op te treden tegen
(vermoed) strafbaar gedrag.
Bijv. bevoegdheid van de politie om verdachten aan te houden en de bevoegdheid van de officier van
justitie strafbare feiten te vervolgen.
Het is belangrijk dat die bevoegdheden worden vastgelegd, omdat zij in het algemeen ingrijpen in de
rechten van de burgers door de overheid.
Het uitgangspunt in het Straf(proces)recht (formeel recht): Verbod op eigenrichting: De staat heeft
monopolie op vervolgen en straffen dus dat betekent dat burgers geen eigen rechter mogen spelen.
Materieel strafrecht: Wat is strafbaar? Materieel strafrecht in het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Misdrijven en overtredingen. Artikel 1 Sr: Legaliteit
Formeel strafrecht: welke regels moeten worden vervolgd wanneer een norm van het materiele
strafrecht is overtreden. Het beschrijft de regels voor bevoegdheden van politie, de duur van de
voorlopige hechtenis, de inhoud van dagvaardingen en het instellen van hoger beroep.
Het materiële en het formele strafrecht is niet te vergelijken met wetten in formele of materiële
zin.
Dit heeft betrekking op de totstandkoming en werking van wetten.
Wet materiële zin: algemene regels bevat die de burgers binden
Wet formele zin: een wet die tot stand is gekomen in samenwerking tussen regering en Staten-
Generaal, dit zegt niks over de inhoud.
Legaliteitsbeginsel -> Muilkorfarrest art. 1 SV
Legaliteitsbeginsel, hiermee wordt bedoeld dat de bevoegdheden een grondslag moet hebben in een
wet in formele zin. (Gebaseerd op de wet)
Wet in formele zin kan je herkennen doordat deze is opgemaakt door Regering en Staten-Generaal.
Legaliteit:
De omschrijving luidt ervan luidt "nulla poena sine lege" (geen straf zonder wet).
Daarnaast is volgens sommigen omwille van de rechtszekerheid geboden dat de strafbepaling ook op
schrift staat: nulla poena sine lege scripta (geen straf zonder geschreven wet).
Daarnaast acht men het van belang dat de strafbepaling door de wetgever voldoende precies wordt
vastgesteld: nulla poena sine lege certa (geen straf zonder zekere wet).
Dit lex certa-principe, dat in het Duits ook wel Bestimmtheitsgebot wordt genoemd, is met name in
het strafrecht van groot belang.
Dit houdt in dat het niet toegestaan is straf op te leggen naar analogie: bijvoorbeeld de strafmaat van
moord hanteren voor iets dat geen moord is, maar wel minstens zo erg als moord. En tenslotte het
beginsel dat uit nulla poena zelf voortvloeit, namelijk dat de strafmaat en de strafsoort niet mag
uitstijgen boven hetgeen de wet toestaat. Voor de interpretatie van het begrip "prescribed by law"
hanteert het Europees Hof voor de Rechten van de Mens het criterium van "foreseeability and
accessibility".
Het omgekeerde is wel mogelijk. Als de strafbaarheid van een delict is opgeheven of verlaagd tussen
het moment van plegen en het moment waarop iemand voor die daad vervolgd wordt, moet de
verdachte ongestraft blijven bij het opheffen, en bij verlagen; de lagere straf worden opgelegd.
Doel art. 1 SR: de burger moet kunnen weten wat wel of niet strafbaar is.
Doel art. 1 SV: Er kan geen strafvervolging plaatsvinden indien dit niet op wijze van de wet is voorzien.
2
,Het legaliteitsbeginsel is een essentieel onderdeel van de rechtsstaat. Het bevordert de
rechtszekerheid. Het beginsel is verbonden met het uitgangspunt dat het recht de burgerbescherming
moet bieden tegen willekeur van de overheid. De wet biedt voor de burger een waarborg hiertegen.
Aan de andere kant geeft het de overheid de bevoegdheid om te straffen.
Opportuniteitsbeginsel art. 167 j.o. 242 SV
Het opportuniteitsbeginsel is het beginsel dat in Nederland een officier van justitie kan beslissen dat
een strafbaar feit niet vervolgd wordt op grond van het algemeen belang (art. 167 en 242 Wetboek
van Strafvordering).
Inleiding in het strafrecht en het strafproces
3 deelonderwerpen
Materieel strafrecht: Wanneer is iemand een ‘crimineel’?
Strafprocesrecht: Hoe krijg je een ‘crimineel’ achter de tralies?-
Penitentiair recht: Wat doe je met de ‘crimineel’ achter de tralies?
Overtredingen en misdrijven
Overtredingen
Overtredingen zijn lichte strafbare feiten, zoals openbare dronkenschap en verkeersovertredingen.
Deze zaken behandelt de kantonrechter.
Misdrijven
Misdrijven zijn ernstiger strafbare feiten, zoals de handel in drugs, diefstal of moord. Deze
zaken worden door de rechters van de strafsector van de rechtbank behandeld.
Wettelijke bepalingen
Een overzicht van overtredingen en misdrijven en hun straffen vindt u in het Wetboek van Strafrecht.
De overtredingen staan omschreven in artikel 424 t/m 479, de misdrijven in artikel 92 t/m 423.
In art. 178 WVW staat opgenomen welke feiten onder misdrijven of overtreding toebehoren betreft
de Wegenverkeerswet.
Een strafbaar feit uit de Opiumwet kan een overtreding zijn of een misdrijf. Dit hangt af van de vraag
of het strafbare feit al dan niet opzettelijk gepleegd is. Als er geen sprake is van een opzettelijke
gedraging, dan is er sprake van een overtreding. Er is sprake van een misdrijf als u opzettelijk heeft
gehandeld.
H7 Inleiding Strafprocesrecht
Om iemand te kunnen straffen moet er een onderzoek gestart worden. De vaststelling van wat er is
gebeurd en wie is hierbij betrokken. Dit deel is te vinden in Wetboek van Strafvordering, dit
3
, wettenboek heeft betrekking op regels voor strafrechtelijke onderzoeken. (Ook wel
formeel/strafprocesrecht/strafvordering) genoemd.
Na een strafbaar feit moet worden vastgesteld wie er aansprakelijk is voor welk feit. Op grond van
feiten en omstandigheden, kan het redelijke vermoeden ontstaan dat een strafbaar feit heeft
plaatsgevonden (verdenking) en dat een bepaald persoon dat feit heeft begaan (verdachte).
- Een verdachte is een ingrijpende consequentie omdat je van je vrijheid beroofd kan worden.
Tot het moment van veroordeling wordt uitgegaan van onschuld.
Rechten verdachte:
1. Zwijgrecht
‘Nemo tenetur’ Art. 29 SV. Er bestaat een pressieverbod. Verdachte moet op de hoogte worden
gesteld van zijn zwijgrecht (cautie) JP: het plastic boodschappentasje
2. Getuigen te ondervragen
3. Recht op bijstand raadsman
Art. 28 SV. Hij mag zelf kiezen wie zijn raadsman wordt, dit wordt niet altijd gedaan (Art. 38/39 SV)
deze advocaat wordt ook wel piketadvocaat genoemd, het wordt door de overheid betaald. Als
verdachte wordt veroordeel zal hij dit moeten terugbetalen (Art. 43 lid 3 WRB).
Bij iemand waar meer dan 12 jaar voor klaar staat is het verplicht om een raadsman te hebben.
4. Recht op kennisneming van processtukken
Proces verbaal, en andere documenten vormen een dossier. Verdachte heeft recht dit in te zien maar
kan beperkt worden vanwege onderzoek. Art. 30 Sv.
5. Tolk
Raadsman
Is een advocaat die de verdachte adviseert en verdediging voert. De raadsman en verdachte zijn
samen verdediging.
Getuige
Dit zijn mensen die bij het voorval geweest kunnen zijn of bekend erin zijn. Dit is vaak een goed
bewijs in een strafzaak.
Slachtoffer
Een slachtoffer heeft in een rechtszaak vaak rechten. Hij heeft als benadeelde het recht om een
civielrechtelijke schadeclaim in te dienen, hij heeft ook recht op spreken (spreekrecht) en op een
slachtofferverklaring.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ChristinevW. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.47. You're not tied to anything after your purchase.