Economie Samenvatting - Alle Examenstof 2021 (VWO)

Formuleblad
𝐴
𝐺𝑖𝑛𝑖 𝐶𝑜ë𝑓𝑓𝑖𝑐𝑖ë𝑛𝑡 =
𝐴+𝐵
𝑡𝑒 𝑏𝑒𝑡𝑎𝑙𝑒𝑛 𝑙𝑜𝑜𝑛ℎ𝑒𝑓𝑓𝑖𝑛𝑔
𝐺𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑 ℎ𝑒𝑓𝑓𝑖𝑛𝑔𝑠𝑡𝑎𝑟𝑖𝑒𝑓 = 𝑥 100%
𝑏𝑟𝑢𝑡𝑜 𝑙𝑜𝑜𝑛

𝐵𝑒𝑙𝑎𝑠𝑡𝑖𝑛𝑔𝑣𝑜𝑜𝑟𝑑𝑒𝑒𝑙 = 𝑎𝑓𝑡𝑟𝑒𝑘𝑝𝑜𝑠𝑡 𝑥 𝑚𝑎𝑟𝑔𝑖𝑛𝑎𝑎𝑙 𝑡𝑎𝑟𝑖𝑒𝑓
𝑏𝑒𝑙𝑒𝑔𝑔𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛
𝐷𝑒𝑘𝑘𝑖𝑛𝑔𝑠𝑔𝑟𝑎𝑎𝑑 = 𝑥 100%
𝑝𝑒𝑛𝑠𝑖𝑜𝑒𝑛𝑣𝑒𝑟𝑝𝑙𝑖𝑐ℎ𝑡𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛


𝑡𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 𝐴𝑂𝑊 𝑢𝑖𝑡𝑘𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛
𝑃𝑟𝑒𝑚𝑖𝑒𝑑𝑟𝑢𝑘 = 𝑥 100%
𝑡𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛


𝐸𝑖𝑛𝑑𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 = 𝐾 𝑥 (1 + 𝑖)𝑛
𝑒𝑖𝑛𝑑𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔
𝐶𝑜𝑛𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 =
(1 + 𝑖)𝑛
𝑛𝑖𝑒𝑢𝑤 − 𝑜𝑢𝑑
𝑃𝑟𝑜𝑐𝑒𝑛𝑡𝑢𝑒𝑙𝑒 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 = 𝑥 100%
𝑜𝑢𝑑
𝑁𝐼𝐶
𝑅𝐼𝐶 =
𝑃𝐼𝐶
% 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑔𝑒𝑣𝑜𝑙𝑔
𝐸 = %𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑜𝑜𝑟𝑧𝑎𝑎𝑘 -1 < E < 1 → inelastisch
alles daarbuiten → elastisch
𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 𝑑𝑎𝑡 𝑤𝑜𝑟𝑑𝑡 𝑑𝑜𝑜𝑟𝑔𝑒𝑟𝑒𝑘𝑒𝑛𝑑 𝑛𝑎𝑎𝑟 𝑐𝑜𝑛𝑠𝑢𝑚𝑒𝑛𝑡
𝐴𝑓𝑤𝑒𝑛𝑡𝑒𝑙𝑖𝑛𝑔𝑠𝑝𝑒𝑟𝑐𝑒𝑛𝑡𝑎𝑔𝑒 = 𝑥 100%
𝑡𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 ℎ𝑒𝑓𝑓𝑖𝑛𝑔
𝑡𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑜𝑝𝑏𝑟𝑒𝑛𝑔𝑠𝑡𝑒𝑛
𝑅𝑒𝑛𝑑𝑒𝑚𝑒𝑛 = 𝑥 100%
𝑖𝑛𝑣𝑒𝑠𝑡𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔
𝑘𝑎𝑠 + 𝑅𝐶 − 𝑡𝑒𝑔𝑜𝑒𝑑
𝐿𝑖𝑞𝑢𝑖𝑑𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡𝑠𝑝𝑒𝑟𝑐𝑒𝑛𝑡𝑎𝑔𝑒 = 𝑥 100%
𝑅𝐶 − 𝑡𝑒𝑔𝑜𝑒𝑑



𝐶𝑜𝑛𝑠𝑢𝑚𝑒𝑛𝑡𝑒𝑛: 𝑌 = 𝐶 + 𝑆 + 𝐵
𝐵𝑒𝑑𝑟𝑖𝑗𝑣𝑒𝑛: 𝑌 = 𝐶 + 𝐼 + 𝑂 − 𝑀
𝑌 =𝐶+𝐼+𝑂+𝐸−𝑀
𝑆𝐼𝐵𝑂𝐸𝑀: (𝑆 − 𝐼) + (𝐵 − 𝑂) = (𝐸 − 𝑀)
𝑆
𝑆𝑝𝑎𝑎𝑟𝑞𝑢𝑜𝑡𝑒 =
𝑌

, 𝑚𝑒𝑛𝑠𝑒𝑛 < 20 𝑗𝑎𝑎𝑟
𝐺𝑟𝑜𝑒𝑛𝑒 𝑑𝑟𝑢𝑘 = 𝑥 100%
𝑚𝑒𝑛𝑠𝑒𝑛 𝑡𝑢𝑠𝑠𝑒𝑛 20 − 65 𝑗𝑎𝑎𝑟
𝑚𝑒𝑛𝑠𝑒𝑛 > 65 𝑗𝑎𝑎𝑟
𝐺𝑟𝑖𝑗𝑧𝑒 𝑑𝑟𝑢𝑘 = 𝑥 100%
𝑚𝑒𝑛𝑠𝑒𝑛 𝑡𝑢𝑠𝑠𝑒𝑛 20 − 65 𝑗𝑎𝑎𝑟
𝑏𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝𝑠𝑏𝑒𝑣𝑜𝑙𝑘𝑖𝑛𝑔
𝐵𝑟𝑢𝑡𝑜 𝑝𝑎𝑟𝑡𝑖𝑐𝑖𝑝𝑎𝑡𝑖𝑒𝑔𝑟𝑎𝑎𝑑 = 𝑥 100%
𝑝𝑜𝑡𝑒𝑛𝑡𝑖ë𝑙𝑒 𝑏𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝𝑠𝑏𝑒𝑣𝑜𝑙𝑘𝑖𝑛𝑔
𝑤𝑒𝑟𝑘𝑧𝑎𝑚𝑒 𝑏𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝𝑠𝑏𝑒𝑣𝑜𝑙𝑘𝑖𝑛𝑔
𝑁𝑒𝑡𝑡𝑜 𝑝𝑎𝑟𝑡𝑖𝑐𝑖𝑝𝑎𝑡𝑖𝑒𝑔𝑟𝑎𝑎𝑑 = 𝑥 100%
𝑝𝑜𝑡𝑒𝑛𝑡𝑖ë𝑙𝑒 𝑏𝑒𝑟𝑜𝑒𝑝𝑠𝑏𝑒𝑣𝑜𝑙𝑘𝑖𝑛𝑔
𝐼 𝑖𝑛𝑎𝑐𝑡𝑖𝑒𝑣𝑒𝑛
− 𝑟𝑎𝑡𝑖𝑜 = 𝑥 100%
𝐴 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑒𝑣𝑒𝑛
𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑 𝑙𝑜𝑜𝑛𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛
𝐴𝐼𝑄 = 𝑥 100%
𝑡𝑜𝑒𝑔𝑒𝑣𝑜𝑒𝑔𝑑𝑒 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒
𝑟𝑒𝑛𝑡𝑒 + 𝑝𝑎𝑐ℎ𝑡 + ℎ𝑢𝑢𝑟 + (𝑤𝑖𝑛𝑠𝑡 − 𝑡𝑙𝑧)
𝑂𝐼𝑄 = 𝑥 100%
𝑡𝑜𝑒𝑔𝑒𝑣𝑜𝑒𝑔𝑑𝑒 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒


𝑀 𝑥 𝑉 = 𝑃 𝑥 𝑌𝑟
𝐺𝑒𝑙𝑑𝑠𝑡𝑟𝑜𝑜𝑚 = 𝐺𝑜𝑒𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛𝑠𝑡𝑟𝑜𝑜𝑚
𝑀𝑎𝑎𝑡𝑠𝑐ℎ𝑎𝑝𝑝𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑒 𝑔𝑒𝑙𝑑ℎ𝑜𝑒𝑣𝑒𝑒𝑙ℎ𝑒𝑖𝑑 𝑥 𝑂𝑚𝑙𝑜𝑜𝑝𝑠𝑛𝑒𝑙ℎ𝑒𝑖𝑑 = 𝑃𝑟𝑖𝑗𝑠𝑛𝑖𝑣𝑒𝑎𝑢 𝑥 𝑌 𝑟𝑒ë𝑒𝑙


-TO = p x q
-TK = TCK + TVK
-TO’ = MO (=P)
-TK’ = MK
-MO = MK → afzet voor maximale winst
-TO = TK → break even punt
-TW = TO – TK

Maximale winst: MO = MK
Maximale omzet: MO = 0
BEP: GO = GTK

, Levensloop
Inkomensverdeling
-Primair inkomen bestaat uit KANO:
•Kapitaal: rente, huur
•Arbeid: loon
•Natuur: pacht
•Ondernemerschap: winst
-Het primaire inkomen is samen met sociale uitkeringen, minus de belasting en sociale premies het
secundaire inkomen.
-Nivelleren = het verschil wordt kleiner.
-Denivelleren = het verschil wordt groter.
𝐴
𝐺𝑖𝑛𝑖 𝐶𝑜ë𝑓𝑓𝑖𝑐𝑖ë𝑛𝑡 =
𝐴+𝐵


Belasting
-NL heeft een progressief belastingstelsel.
-Aftrekposten zijn denivellerend en heffingskortingen zijn nivellerend. Ze zijn bedoeld om de
inkomensverschillen kleiner te maken.
-Het gaat bij belastingen om de relatieve inkomensverschillen. Als A van €5000 naar €6000 gaat, en B
van €95.000 naar €96.000, stijgt A relatief harder. Daardoor zijn de relatieve inkomensverschillen
afgenomen. De absolute verschillen zijn gelijk gebleven, immers ze gaan beide met €1000 omhoog.

Loonheffing
-Loonheffing zijn de belastingen en premies die van het bruto salaris worden ingehouden.
-Het marginaal tarief is het belastingpercentage dat je betaalt over de laatst verdiende euro.

𝑡𝑒 𝑏𝑒𝑡𝑎𝑙𝑒𝑛 𝑙𝑜𝑜𝑛ℎ𝑒𝑓𝑓𝑖𝑛𝑔
𝐺𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑 ℎ𝑒𝑓𝑓𝑖𝑛𝑔𝑠𝑡𝑎𝑟𝑖𝑒𝑓 = 𝑥 100%
𝑏𝑟𝑢𝑡𝑜 𝑙𝑜𝑜𝑛

−Het stappenplan voor het bepalen van de loonheffing:
1. Bereken belastbaar inkomen
Totale bruto loon
-Aftrekposten
------------------------------ -
Belastbaar inkomen

2. Bereken heffingsbedrag over de schijven Heffingsbedrag
3. Trek heffingskortingen ervan af -Heffingskortingen
------------------------------ -
Te betalen loonheffing

-Het belastingvoordeel is te berekenen met de formule:

𝐵𝑒𝑙𝑎𝑠𝑡𝑖𝑛𝑔𝑣𝑜𝑜𝑟𝑑𝑒𝑒𝑙 = 𝑎𝑓𝑡𝑟𝑒𝑘𝑝𝑜𝑠𝑡 𝑥 𝑚𝑎𝑟𝑔𝑖𝑛𝑎𝑎𝑙 𝑡𝑎𝑟𝑖𝑒𝑓