Dit is een volledige samenvatting van het vak Supply Chain Management in de master, gegeven door prof. dr. Yves Molenbruch in 2021. De samenvatting is volledig in het Nederlands en het is een integratie van slides en eigen notities. EN de oefeningen en uitkomsten van de WPO's EN de gastcolleges!!!...
Thank you for your review, good luck with the exam!!
By: henrivervisch • 3 year ago
By: Pokerkid • 3 year ago
Translated by Google
Thank you for your review, good luck with the exam!!
By: ndecouvreur • 3 year ago
Translated by Google
complete, good structure with illustrations
By: Pokerkid • 3 year ago
Translated by Google
Thank you for your review, good luck with the exam!!
By: pastalover • 3 year ago
Translated by Google
Very good summary!!
By: Pokerkid • 3 year ago
Translated by Google
Thank you for your review, good luck with the exam!!
Seller
Follow
Pokerkid
Reviews received
Content preview
Samenvatting Supply Chain Management
LES 1
Slides + Hoofdstuk 12 Reid and Sanders
❖ Mobi
• Multidisciplinair onderzoekscentrum
• Het bestuderen van de transitie naar een
duurzamer stedelijk mobiliteits- en logistiek
systeem
→ sociaaleconomische en ecologische impact
❖ Voorbeeld: probleem met de routeplanning van het
voertuig
SHORT REFRESHER: INTRODUCTION TO SCM
❖ Introductie
• Supply chain = netwerk van activiteiten om afgewerkte producten af te leveren aan klanten:
= Netwerk van activiteiten met betrokken partners, proces dat waarde creëert
▪ De leveranciers (suppliers) voorzien rauwe materialen en componenten (grondstoffen)
▪ De fabriek (manufactur) transformeert de materialen in eindproducten
▪ De producten worden verdeeld naar retailers via distributie centrums en/of
groothandelaars
▪ De retailers verkopen de eindproducten aan de klanten
1
, • Voorbeeld Nike: Kan complex zijn, de coördinatie is belangrijk. De productie is in Azië
❖ Supply chain definitie:
• Supply chain management (SCM) is de organisatiefunctie dat coördineert:
▪ de stroom van goederen van leverancier tot klant
▪ ook delen van informatie tussen partners (belangrijkste aspect!)
• sales forecasts, sales data, promotions, inventory levels, ... want alleen
kleinhandel heeft contact met de klant: als je een promotie doet heeft dat een
impact op de leveringen
• vb: retailers weten wat de klanten willen -> zij gaan deze vraag doorgeven naar
de systemen boven hen.
▪ tussen alle partners in de supply chain
• suppliers, internal departments, transporters, third-party companies, ...
▪ om de klantenwaarde te maximaliseren en competitief voordeel te behalen
2
,→ SCM linkt de operaties van verschillende partners die een verschillende fabricage processen
hebben
In deze cursus leer je over
-de interacties tussen de leveranciers
Verschillende types: Make to stock strategy: voorraad ingrediënten +
voorraad afgewerkte goederen (klanten kopen een
afgewerkt product zonder ze zeggenschap hebben over de verschillende ingrediënten)
Assemble to order strategy: Basis voor elke pizza,
half afgewerkt = voorraad , ze worden afgewerkt als klant
een order plaatst. (klant kan ingrediënten zelf kiezen)
❖ Types van voorraden
• Grondstoffen: items die veranderen gedurende het productieproces. Worden gemanipuleerd
en getransporteerd.
Vb sinaasappelen
• Componenten: stukken die een deel worden van het eindproduct. Vb dopjes van flessen
• Onafgewerkte producten (work-in-progress): deze producten doorlopen het proces van de
firma
• Afgewerkte producten: producten die klaar zijn om te leveren aan de klant
• Distributie: afgewerkte producten in het distributie systeem (vb in een magazijn, camion)
• Maintenance, repair and operating inventory (MRO): items die gebruikt worden in het
productieproces zonder een deel te zijn van het eindproduct (vb gereedschappen voor
onderhoud en herstelling)
❖ Waarom een voorraad?
Belangrijkste reden:
Verschillende fases van SC onafhankelijk maken: vb de manufactur gaat een bepaalde hoeveelheid
aanhouden zodat hij niet moet wachten op de supplier.
=>geen productie stilleggen
4
, Andere redenen
• Seizoens stock: anticiperen op de vraag. Vraag is niet hetzelfde over het hele jaar (ijs, ski,…)
voorraad voor de toekomstige vraag van drukke periode: geplande promoties, seizoen
fluctuaties, vakanties,… = anticiperen vb: speelgoed voor de maand december.
• Veiligheid stock: buffer tegen fluctuaties van de vraag. fluctuatie voorraad: vraag is niet altijd te
voorspellen, voorraad voor onverwachte vraag = buffer stock of reserve stock
vb supermarkt legt net iets grotere voorraad aan dan verwacht
• Cycle stock: voordelen nemen van hoeveelheidskorting. Lot-Size inventory: voorraad wordt
vaak in grote hoeveelheden besteld; reden => hoeveelheidskorting en efficiënter: 1x
administratie, 1x transport
- Transport voorraad: goederen in beweging tussen locaties of pipeline inventory: er zijn altijd goederen
onderweg van fabriek naar winkel = langs vraagzijde
berekenen van voorraad in transport
Gemiddelde transport voorraad (AIT)= transit tijd in dagen (t) * jaarlijkse vraag in eenheden (D) : 365
𝑡∗𝐷
ATI = 365
Vb: jaarlijkse vraag = 1460 items
keuze tussen 2 leveringstijden: 3 dagen of 8 dagen transporttijd
enkel rekening houden met transporttijd en de jaarlijkse vraag:
3 𝑥 1460
𝐴𝑇𝐼 = = 12 𝑖𝑡𝑒𝑚𝑠
365
8𝑥 1460
𝐴𝑇𝐼 = = 32 𝑖𝑡𝑒𝑚𝑠
365
• Speculatie voorraad: protection tegen toekomstige events (vb staking)
grotere stock dan nodig: beveiliging tegen toekomstige elementen:
staking leverancier, prijstoename, goedkopere prijs = geen stock out krijgen zonder dat de prijs
verandert= aanbodzijde
De speculatie voorraad wordt meestal ingelegd om zeker te zijn dat noodzakelijke items continu
kunnen voorzien worden.
Vb: het boeken van een voordelige vlucht 3 maanden vooraf.
• Maintenance, repair and operating (MRO) inventory: zijn geen deel van de producten die een
firma maakt, maar wel producten voor onderhoud en herstelling (reserveonderdelen). Vb ook
schrijfgerief, poetsproducten. Om dagelijkse operaties mogelijk te maken.
❖ Voorraad management doelstellingen
1. Klantenservice : is het product voor handen als de klant dit wenst? Krijgt de klant het gevraagde
product en is de order op tijd?
Om op deze vragen te antwoorden kunnen we het volgende berekenen:
• Percentage van orders verzonden op schema: is order op tijd bij de klant = efficiënt
voorraadbeleid (vb order van meerdere producten)
5
, • Percentage van orderlijnen verzonden op schema: verschillende producten die
geordend zijn in 1 order (vb 1 t-shirt)
▪ Percentage van dollar volume verzonden op schema: Percentage van belang van
verschillende orderlijnen: bepaalde producten zijn belangrijker, hebben een grotere
waarde: producten met grotere waarde gaan zwaarder doorwegen.
Bij de eerste 3 is de klant een extern bedrijf, maar kan ook intern zijn (=>willen
maximaliseren)
▪ Idle time (tijd dat bedrijf niet kan produceren) vanwege materialen of componenten
tekorten: (= wachttijd tussen 2 werkstations of productieprocessen) ten gevolge van
voorraad te kort
Het eerste werkstation geeft orde aan tweede = intern
Input van vorige werkstation is niet op tijd af => minimaliseren
2. Kost-efficiënt operaties
▪ Work-in-process voorraad tussen werkstations om idle time te vermijden
(WIP) als buffer voor de operaties. (zo klein mogelijke idle time), zodat er geen wachttijd
is tussen 2 werkstations. Bufferstock voor zachte productie overgang
▪ Anticipeer op seizoensvraag om overwerken te vermijden, hiring and firing, ...
Stock binnen onderneming altijd klaar liggen. Anticiperen op seizoensvraag: vb: in
zomer grotere vraag, anticiperen in lente: productie afvlakken: zo met zelfde personeel
werken
▪ Plan lange productieruns om setup kosten te vermijden
De kost om de (bv machines) te herprogrammeren om een ander product te maken
(kost tijd)= setup cost: bepaalde periode het ene product maken, daarna ander product.
Voor switch moet je een aantal aanpassingen doen. Productieruns zo lang mogelijk
maken. Setup kosten verminderen, maar wel grotere voorraad aanleggen tot volgende
productie.
▪ Bestel grote volumes om hoeveelheidskorting te krijgen
▪ Voorbeeld: the Coach Motor Home Company has an annual cost of goods sold of
▪ Jaarlijkse kost= $10 000 000. De gemiddelde voorraad waarde = $384 615.
▪ Bereken (a) the inventory turnover and (b) the weeks of supply.
Voorraad Turnover =Totale kost : gemiddelde voorraad op een bepaalt moment in de tijd=> voorraad
wordt 26 x per jaar vernieuwd
Hoe hoger hoe beter
6
, Weken van levering
Omgekeerd: aantal weken dat je voorraad hebt
Ipv wekelijks kan ook dagelijks of per uur berekend worden
❖ Voorraad gerelateerde kosten
• Product kost = Item costs:
=directe kost geassocieerd met de aankoop. De kost van het product dat besteld is bij de
groothandel en alle andere directe kosten: BTW, verzekering, transport,…
• Opslagkosten = Holding costs:
=voorraadkost afh van de hoeveelheid. (theoretisch vaak gebruik tussen de 20% en 30%, in
praktijk afhankelijk van de soort onderneming)
° Bestaande uit 3 componenten :
Opportuniteitskost: intrestkosten om in voorraad te investeren. Opportuniteitskosten zijn de
kosten die ze hebben moesten ze dit geld in iets anders hebben besteed. Wordt uitgedrukt in
een jaarlijkse intrestvoet.
Opslagkost =kost voor de ruimte, werknemers en uitrusting. Indien een extra magazijn
nodig met extra verwarming, uitrusting en werknemers.
Risicokost: kan defect optreden, kan gestolen worden. Hoe meer voorraad en hoe langer je
deze hebt, hoe groter het risico.
• Order kost: Vaste kost om order te plaatsen
=administratieve kost om order te plaatsen, truck om te leveren = vaste kosten van om het even
welke grootte. (vb kosten om order klaar te maken, monitoren, te laden, orders te plaatsen, …):
kost = constant
• Shortage costs: ontstaat als de vraag de voorraad overstijgt
=kost van het te kort hebben aan product: je kan niet voldoen aan de vraag van de klant: of
back order met klantenkorting en extra papierwerk of klant gaat naar andere winkel = verloren
verkopen, verloren klanten vertrouwen
❖ ABC classificatie : verschillende modellen zijn afhankelijk van het belang van het product
• Hoe nauwgezet gaan we het voorraadlevel van dat product opvolgen (review frequency)
• Pareto analysis: items worden gesegmenteerd op basis van jaarlijks dollar volume(=aantal
producten/jaar * waarde/stuk)
▪ A items: hoog dollar volume -> continuous review (EOQ model)
• typisch 20% van items, vertegenwoordigt 60-80% van voorraadwaarde
=constant opvolgen van voorraad24/7
7
, ▪ B items: medium dollar volume -> periodic review (TI model)
• typisch 30% van items, vertegenwoordigt 25-35% van voorraadwaarde
= periodieke beoordeling van de voorraad, op regelmatige intervallen. Vb per
week, per dag, …
▪ C items: laag dollar volume -> less frequent review or two-bin system
• typisch 50% van items, vertegenwoordigt 5-15% van voorraadwaarde
niet zo veel aandacht aan besteden, er zijn meer items maar ze hebben een
lagere waarde voor het bedrijf. C-items moeten niet frequent opgevolgd
worden: de stock wordt doorgegeven door de werkvloer
In deze grafiek is er 10% van de A-items in voorraad en ze vertegenwoordigen
60% van de waarde van het bedrijf.
Principe dat er belangrijke items zijn, waar men veel aandacht aan besteedt
Tabel: 15 items: waarde per item en hoeveel per jaar verkocht
1° Bereken de jaarlijkse dollarwaarde
(jaarlijks verbruik per item (stuks) x item waarde in dollar) : totaal jaarlijks verbruik in dollar =% jaarlijks verbruik
2° Rangschik van groot naar klein
3° Bereken de cumulatieve dollarwaarde
8
,4° Groepeer ze per klasse ABC
Hoe groter hoe belangrijker: zo rangschikken vb item 106 staat in voor 34%
Tegenwoordig voorraad management => automatisch tracking system = Cisco-system
Scannabar = idem voor in horeca (stock van wijn, bier, voedingswaren)
Om voorraad fouten te voorkomen en om data van voorraad te checken zijn er 2 systemen:
Periodieke telling = typisch jaarlijkse telling = fysieke inventaris maken, vaak gedaan door werknemers op de
werkvloer en tijdens de sluiting van een firma.
Cyclische telling= mini voorraadtelling, door het jaar, dagelijks, …afhankelijk van de waarde van het item.
Voordelen zijn:
- Tijdige detectie en verbetering van de voorraad
- Elimineren van verloren productietijd
- Personeel dat toegewijd is aan de cyclische telling
Manieren van bestellen voor SKU (stock-keeping unt)
-Lot-for-lot : bestel precies wat je nodig hebt.=> als de vraag niet constant is en je weet welke vraag verwacht
wordt. Vaak gebruikt in een MRP-model (Material requirements planning): vb sandwiches bestellen voor een
werklunch.
-Fixed order hoeveelheid: bestel een bepaalde hoeveelheid elke keer als je een order plaatst. Kan afhankelijk
zijn van de hoeveelheid per verpakking of klaarmaken van het item. Voordeel: gemakkelijk te begrijpen. Nadeel:
het minimaliseert niet de kosten van de voorraad.
-Min-max systeem: als het aantal stuks een minimum grens bereikt, bestel je een vooraf bepaalde maximum
hoeveelheid.
-Order n periodes: Bestel genoeg voor aan de vraag te beantwoorden van de volgende n periodes
Mathematische modellen voor het opvolgen van voorraden:
❖ Bepaal de optimale bestelhoeveelheden
1. Multiple-period models => product is volledig jaar beschikbaar
▪ Vaste hoeveelheid orders modellen vereist continu op te volgen
• economic order quantity (EOQ)
• economic production quantity (EPQ)
• extensions to the EOQ model: quantity discounts, safety stock
▪ Vaste tijdsintervallen modellen vereist periodiek op te volgen
• target inventory (TI)
2. Single-period model => product is tijdelijk beschikbaar
producten die op een bepaalde dag/ periode beschikbaar zijn, daarna zijn ze waardeloos : vb
krant , hoeveel kranten moet ik inleggen voor morgen
9
, ❖ EOQ model
• Doelstelling: bevredig de vraag met een minimum aan order kosten en holding kosten
→ determineer: wanneer de order plaatsen en hoeveel items per order?
Optie 1: meer bestellen en kleinere hoeveelheden: grote orderkost, kleine holdingkost
Optie 2: weinig bestellen maar veel in eens: weinig orderkost, holdingkost is groot
• Veronderstellingen
▪ Totale vraag = D is gekend en constant (geen veiligheidsstock)
▪ Alle vraag moet klaar zijn op tijd (geen backorders mogelijk)
▪ The lead time L is gekend en is constant (= moment tussen bestelling en aankomst)
▪ Vaste kost = S is gekend en constant (onafh van de hoeveelheid van het order)
▪ Holding cost is gekend en proportioneel met het gemiddelde voorraad niveau
▪ Geen hoeveelheidskorting van toepassing
▪ De bestelde items worden in 1 keer geleverd.
wat kost het om een bestelling te doen= S + vaste
kost
Totale hoeveel op jaarbasis verandert nooit !!!!= symbool D =constante
Algemeen logica: ZEKER VRAAG EX
Patroon is repetitief
Horizontaal = voorraad doorheen tijd
Op niveau nul= levering = hoeveelheid is altijd zelfde = 600
Lineaire vraag van de klant
Hogere piek= minder pieken
Minder hoge piek = meer pieken
Hier gemiddelde voorraadniveau = 300 (van 600 naar 0) Q:2 = 600 :2
Beslissen of: Wat is bestelpunt, hoeveel is Q ?
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Pokerkid. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.