100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting HC verdieping Europees - 8.6 gehaald $7.56
Add to cart

Class notes

Uitgebreide samenvatting HC verdieping Europees - 8.6 gehaald

3 reviews
 79 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samen met de werkgroepen heb ik een 8,6 gehaald! Dit zijn de volledige uitwerkingen van elk hoorcollege.

Last document update: 2 year ago

Preview 4 out of 110  pages

  • March 19, 2021
  • December 29, 2021
  • 110
  • 2020/2021
  • Class notes
  • De wilde
  • All classes

3  reviews

review-writer-avatar

By: madinasakhi • 1 year ago

review-writer-avatar

By: christelmain • 2 year ago

review-writer-avatar

By: lonnekeroest • 2 year ago

avatar-seller
Hoorcolleges Verdieping Europees Belastingrecht
Hoorcollege 1 - introductie
Algemene informatie
De redenatie is belangrijker dan het antwoord. Er is namelijk veel jurisprudentie dat elkaar
tegenspreekt. Tip: niet alles uit je hoofd leren, bekijk het stappenplan van het Hof van Justitie bij de
beantwoording van de rechtsvraag en probeer de rechtsregel daaruit te formuleren.

Achtergronden
Het idee van een Europees project is om verschrikkelijkheden, zoals de Tweede wereldoorlog, op het
Europese continent te voorkoming. Dit is waarom in 1951 een gemeenschappelijke markt voor kolen
en staal is geïntroduceerd. Dit zag op het voorkomen van oorlog, welvaart en economische macht. Er
waren 6 lidstaten die lid waren van deze gemeenschappelijke markt: EGKS (1951), waaronder Frankrijk,
Italië, Duitsland en Nederland.

Wat beoogt de Unie?
Totstandbrenging interne markt:
- Doelstelling Unie omschreven in art. 3(1) VEU: het bereiken van een grondgebied waar vrede,
veiligheid en welzijn van de bevolking de EU centraal staan.
- Middelen: oa instelling interne markt, art. 3(3) VEU
- Interne markt: ruimte zonder binnengrenzen. Alle belemmeringen worden weggenomen.
(aldus art. 3(2) VEU en art. 26(2) VwEU) → Dit betekent afschaffing van alle belemmeringen,
ook fiscale belemmeringen.

Wat kenmerkt Unierecht?
- Nieuwe, eigen, rechtsorde die onderdeel uitmaakt van rechtsordes van de lidstaten (interne
werking)
- Unierecht kenmerkt zich bovendien doordat het een nieuwe en eigen rechtsorde is
- Rechtstreekse werking (Van Gendt en Loos arrest); en
- Voorrang. (Costa/ENEL arrest) Voorrang op bepalingen van:
→ Nationale oorsprong – dit betekent dat een bepaling van EU-recht voorrang heeft op
nationale bepalingen en bepalingen van internationale oorsprong. Het EU-recht gaat dus
boven het belastingverdrag.
→ Internationale oorsprong, dus EU-recht staat boven belastingverdragen
→ Kenmerken rechtstreekse werking en voorrang wordt scherp(er) betwist in lidstaten met
dualistisch stelsel: in een dergelijk stelsel is er een constitutioneel haakje nodig om
bepalingen rechtstreeks door te laten werken en voorrang te laten geven. (bijv. “Lisbon
Urteil” Duits constitutioneel hof). Dus er moet een grondslag zijn in de nationale wet voor
de regelingen direct doorwerken → Nederland gematigd monistisch stelsel: afspraken met
lidstaten werken direct door in de rechtsorde van de Staten, voor zover zij een ieder
verbinden en voor zover zij ook bekend zijn gemaakt.

Vanuit een EU-perspectief is het helemaal niet van belang op welke manier voorrang en directe
werking worden vertaald in de nationale rechtsorde. Het Unierecht zegt dat er sprake moet zijn van
rechtstreekse werking, omdat het Unierecht zegt dat het zo is. → Gevolg voorrang: buiten toepassing
(regel blijft dus wel bestaan!) laten + plicht tot aanpassing of afschaffing.

,The theories of everything?
Rechtstreekse werking en voorrang binnen dualistisch stelsels: who are the masters of the treaties? Er
ontstaat een strijd tussen nationalisme en de regels van de EU. De vraag is hoeverre het EU recht
doorwerkt. Hoe breng je in de dualistische stelsels in overeenstemming met de twee
soevereiniteitsclaims van de lidstaten? Vandaag de dag bestaan deze soevereiniteitsclaims nog steeds,
echter is er geen theorie die deze soevereiniteitsclaims met het dualistische stelsel in
overeenstemming kan brengen. Hiervoor is allerlei terminologie ontwikkeld. Elke term knipt de claim
van soevereiniteit door. Dit is nodig, omdat er geen overkoepelende theorie kan worden ontwikkeld,
want dit zou ten koste gaan van de soevereiniteit/beschikkingsrecht over zichzelf van de lidstaten.
- Maastricht-Urteil en Lisbon-Urteil
- Twee soevereiniteitsclaims binnen EU: nationale constituitionele hoven vs. HvJ

“Oplossingen” wetenschap: theorieën over constitutioneel pluralisme (multilevel constitutionalisme,
normatief pluralisme, politiek pluralisme) → Lossen deze theorieën het probleem op?
- Federalisme? Wat is dat eigenlijk? Dit is enkel en alleen het proces, waarbij er steeds wordt
gekeken op welke niveau een bevoegdheid het beste kan worden uitgevoerd. Dit is waar de
EU zich in bevindt. De EU is bezig met op welk niveau, niveau van het EU of niveau van het
lidstaat, een bepaalde bevoegdheid thuis hoort, in overleg en discussie met de lidstaten zelf.
Het federalisme scheurt tegen het politiek pluralisme als een verklarende theorie voor de
relatie tussen de soevereiniteitsclaims tussen van lidstaten en het EU-recht. Hierdoor zou je
bijvoorbeeld het standpunt kunnen innemen dat de EU veel meer fedelaar is dan de VS.

Overige kenmerken EU-recht
Het Europees recht omvat primair en secundair recht. Primair recht omvat hoofdzakelijk de
oorspronkelijke en wijzigingsverdragen, namelijk het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en
het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Voorbeelden primaire bronnen
van Unierecht: verdragsvrijheden, mededingingsregels (m.n staatssteun), algemene rechtsbeginselen,
Handvest v/d grondrechten van de EU.

Ten aanzien van het Handvest v/d grondrechten van de EU: sinds het Verdrag van Lissabon is via een
soort verwijzingsbepaling in art. 6 van het Europees Verdrag betreffende de Europese Unie, is dat op
een even hoog niveau gebracht als de verdragsvrijheden. Hiermee behoort ook het Handvest tot het
primair Unierecht. In het primaire Unierecht vind je doelstellingen van het EU, bepalingen over
bevoegdheden, welke instellingen er zijn en hoe de wetgeving moet worden aangenomen. Deze
verdragen bevatten dus de doelstellingen van de EU, vormen de grondslag voor alle bevoegdheden
van de Europese instellingen en bieden het kader waaraan de uitoefening van die bevoegdheden
wordt getoetst, bijvoorbeeld in de vorm van de aanneming van secundaire wetgeving.

Een voorbeeld, waarbij het Handvest een rol speelde in de jurisprudentie bij het Hof van Justitie is het
Saint Tropez arrest. In dit arrest ging het om een Portugees bedrijf. Er was sprake van een onjuiste
invoer van schoenen. Voordat de belastingautoriteiten in Portugal het bedrijf een boete en een
naheffingsaanslag konden opleggen, moest de Portugese douane het Portugese bedrijf eerst horen en
tijd geven om hetgeen de belastingautoriteiten stellen te betwisten. Hier zie je dus een soort
verdedigingsbeginsel, het recht op een eerlijk proces, zoals dat ook in het Handvest is verwoord. Dit
is het eerste arrest waarbij met een beroep op de rechten in het Handvest een zaak onder het EU-
recht werd gebracht.

Waar moet je precies aan denken bij algemene rechtsbeginselen? Denk aan het subsidiariteitsbeginsel:
op welk niveau kan een bevoegdheid het beste worden uitgeoefend. Ook kun je denken aan het
gelijkheidsbeginsel en het effectiviteitsbeginsel. Het effectiviteitsbeginsel garandeert burgers effectief
dat zij een beroep op het EU-recht kunnen doen.

,Het secundaire of afgeleide recht van de EU omvat alle besluiten, maatregelen, regels, normen die de
EU instellingen in de loop van de tijd hebben aangenomen. → Al deze ‘rechtshandelingen’ worden
genomen op basis van de bevoegdheden die in de Verdragen zijn vastgelegd; het secundair recht is
dus afgeleid van het primair recht. Uitganspunt is dat secundair Unierecht in overeenstemming moet
zijn met primair Unierecht.

Voorbeelden secundaire bronnen van Unierecht: verordeningen, richtlijnen, (individuele of algemene)
besluiten, aanbevelingen (soft law), adviezen (soft law), mededelingen (soft law) en gedragscodes (soft
law). → dit is niet afdwingbaar, maar de lidstaten worden in een bepaalde richting gedreven.

Tijdens het eerstvolgende werkcollege zal het beslisschema van het Europese Hof van Justitie worden
doorgenomen. De eerste stap is de vraag of er sprake is van toegang tot de verdragsvrijheden. Dit kun
je opknippen in drie elementen. Val je binnen de geografische reikwijdte, val je binnen de personele
reikwijdte en val je binnen de materiele reikwijdte. Deze drie stappen zijn de eerste stappen in het
beslisschema van het Hof van Justitie.

Geografische reikwijdte EU-recht
- EU lidstaten
- Ultra perifere gebieden: hierbij moet je denken aan Franse overzeese departementen of de
Canarische eilanden, of Madeira en de Azoren.

Er zijn momenteel negen ultraperifere gebieden: vijf Franse overzeese departementen, Martinique,
Mayotte, Guadeloupe, Frans-Guyana en Réunion; één Franse overzeese gemeenschap, Saint-Martin;
twee Portugese autonome regio’s, Madeira en de Azoren; één Spaanse autonome gemeenschap, de
Canarische Eilanden.

Hierop is ook het gehele Unierecht van toepassing, maar de Europese Raad kan in strijd met de
Staatssteunregels toch structurele economische en sociale situaties, als die dat vragen, specifieke
maatregelen vaststellen. Bijvoorbeeld door een belastingverdrag te geven aan Madeira en de Azoren.
Dit is eigenlijk staatssteun, maar toch is dit toegestaan.

LGO – landelijke gebieden overzee status, wat is dit nou precies? In Nederland moet er worden gedacht
aan Caribisch Nederland: Aruba, Bonaire en Curaçao. In de bijlage van de EU werkingsverdrag vind je
een LGO besluit en daarin staan de landen en gebieden overzee waarvoor een associatieregeling geldt.
Het zijn geen derdenlanden, maar het is ook geen onderdeel van de interne markt. Dus er moet op het
terrein van handelsgebied wel worden voldaan aan de verplichtingen die gelden ten aanzien van
derdenlanden. → Reader: zie gevoegde zaken C-24/12 en C-27/12 (X BV en TBG)

De kernvraag bij deze arresten was: is de vrijheid van kapitaalverkeer tussen Nederland en de
Nederlandse Antillen van toepassing op een dividendbetaling vanuit Nederland naar de Nederlandse
Antillen, dus van Nederland naar een LGO? De vrijheid van kapitaalverkeer werkt tussen de EU-landen,
maar ook van EU-landen naar derdenlanden toe. De vraag is of je uit moet gaan van de vrijheid van
kapitaal of moet je naar het LGO besluit kijken? Hof van Justitie oordeelde dat de vrijheid van
kapitaalverkeer niet van toepassing was, omdat je moest kijken naar het LGO-besluit om te bepalen of
de betaling mocht in het kader van het bestrijden van misbruik.

Reader: zie zaak C-384 (Prunus). De vraag stond centraal of er sprake kon zijn van een vrijheid van
kapitaalverkeer tussen Nederland en een LGO van een derdenlidstaat (Frankrijk). Hier werd er
geoordeeld dat het vrijheid van kapitaal wel van toepassing is. Wat je hieruit kan afleiden is wanneer
er sprake is van kapitaalverkeer van een lidstaat naar zijn eigen LGO, dan het kapitaalverkeer niet van
toepassing en zit je in het LGO-besluit.

, Kijk je naar een uitkering van Nederland naar een derdenland, dan is het vrijheid van kapitaalverkeer
wel van toepassing, want dat is geen eigen LGO van Nederland. Dan moet je op basis van het vrijheid
van kapitaal kiezen of een hogere heffing op de uitkering in de LGO of dit in strijd is met de vrijheid
van het kapitaalverkeer.

Dus:
- Kapitaalverkeer tussen land X – LGO van land X = op basis van LGO besluit (X BV en TBG)
- Kapitaalverkeer tussen land X – LGO van derdeland = vrijheid van kapitaalverkeer (Prunus)

EER: Europese Economische Ruimte. De EER bestaat uit 3 van de 4 EVA lidstaten (Europees Vrijhandel
Associatie, dit bestaat weer uit Noorwegen, Ijsland, Liechtenstein en Zwitserland, deze landen hebben
een vrijhandelsassociatie met elkaar afgesproken, waardoor er vrij tussen de Staten gehandeld kan
worden) en de Europese Unie. In de EER zijn de vier Europese vrijheden van toepassing (vrijheid van
goederen, kapitaal, diensten en personen). Overigens geldt het vrij verkeer voor economisch niet voor
niet-actieve burgers (interactieven). Hoe zit het nou met die ene andere EVA lidstaat? De EU heeft met
Zwitserland heel veel bilaterale verdragen voor de handel, vrij verkeer van personen etc. Zij zijn echter
van kleinere omvang dan de Europese vrijheden zelf.

Wat is oorzaak ontstaan belemmeringen binnen EU door directe belastingen?
Belemmeringen in directe belastingensfeer ontstaan bij grensoverschrijdende beweging tav personen,
diensten en kapitaal door:
1. Fiscaal minder gunstige behandeling in staat van ontvangst of oorsprong
- Voorbeeld: conserverende aanslag van pensioen, werken in een ander land onder minder
gunstige fiscale voorwaarden.
2. Verschillen tussen lidstaten qua subject, object, bronlokalisatie, genietingstijdstip en tarief
- Voorbeeld: In Nederland werkzaam en je betaalt 40% IB en als je nu gaat werken in Duitsland
moet je 60% betalen.
3. Samenloop van heffingsbeginselen door 2 staten
- Denk aan de heffingsbeginselen die bij verdieping internationaal belastingrecht zijn behandeld.
(Woonland, bronland, nationaliteitsbeginsel)

Welke oplossingen biedt EU voor wegnemen van fiscale belemmeringen?
Twee instrumenten, 2 integratiemethoden (plus- en minmethode):
- Beleidsintegratie (“+” integratie, onderdelen 6 en 7 hierna):
- Vaststelling Uniemaatregelen (harmoniserend of unificerend karakter), art. 26(1) VwEU → hier
wordt echt gezocht naar een oplossing
- Marktintegratie (“-/-” integratie, onderdeel 8 hierna):
- Vrijheden voorzien in verboden op bepaalde belemmeringen, art. 26(2) VwEU → hierbij wordt
alleen geoordeeld dat er sprake van strijd is, er wordt geen oplossing aangeboden

De instellingen: Binnen de Europese Unie hebben de volgende instellingen de meeste invloed op de
besluitvorming (“+”-integratie): de Europese Commissie (dagelijks bestuur EU) doet een voorstel om
een Europees probleem op te lossen. Dit voorstel wordt voorgelegd aan de Europese Raad. De
Europese Raad gaat toestemming vragen aan het Europees Parlement en de Europese Sociale Raad.
Afhankelijk van dit advies moet de Raad van de Europese Unie of de regel ook doorgevoerd kan
worden. Er is hier unanimiteit vereist. Hierdoor vindt er vaak geen doorgang. Daarnaast is het HvJ EU
belast met de eerbiediging van het recht bij de uitleg en toepassing van de EU-verdragen en
verdragsvrijheden. (“-” integratie).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lawandeco. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.56  3x  sold
  • (3)
Add to cart
Added