samenvatting van de lessen van prof. Matthijs Gert met figuren. makkelijker om te studeren want de cursus zijn PPTs met weinig tekst of uitleg en dus niet duidelijk. Ik heb hiervoor ook redelijk veel online opgezocht om een deftige samenvatting te kunnen maken.
Genetische aandoeningen kunnen veroorzaakt worden door monogenetische defecten= defect in 1
gen veroorzaakt de ziekte
Genetische defecten op niveau van chromosoom.
Onderzoek op chromosomen uit testikels: delende cellen nodig om chromosomen te visualiseren.
Er zijn 46 chromosomen: 2x 23 paren chromosomen (23 van moeder en 23 van vader) → we zijn
diploïde organismen want hebben de chromosomen in duplicaat.
Chromosomen rechts op figuur= in cel die klaar is om te
delen in 2 dochtercellen
(onder microscoop zijn chromosomen random gedistribueerd)
Grote bol links= kern van niet delende cel (als je gaat
stainen voor DNA zie je dus dat celkernen gekleurd
worden) → alle DNA zit hier in een kern
De chromosomenparen gaan delen tijdens de
mitose → paren uit elkaar en gaan naar
dochtercellen
! dochtercellen zijn diploïd want in de metafase
gebeurt een duplicatie
! om chromosomen te bestuderen moet je cellen nemen die delen, maar weinig cellen in het lichaam
delen
• bv. Bloedstaal: RBC hebben geen kern, lymfocyten moeten worden gebruikt
• veel delende cellen in beenmerg (stamcellen) maar pijnlijk en moeilijker om staal te
nemen
• voortplantingscellen maar ook moeilijk om staal van te nemen (= haploïde cellen)
• cellen van foetus
chromosomen opgedeeld volgens grootte maar men zag dat chromosoom 21 eigenlijk kleiner is dan chromosoom 22
(minder genen) → zelf afwijkingen op de kleinste chromosomen, geven sterke abnormaliteiten.
Hoe groter het chromosoom, hoe meer genen afwijken → nog ernstigere fenotypen en soms niet levensvatbaar!
Bv. Trisomie: enkel die patiënten overleven met trisomie op chromosoom, 21, 13 en 18 <-> trisomie op chromosoom 22 zijn
letaal, kindjes sterven meteen (miskraam)
! genen die op het chromosoom spelen een rol in fenotype en grootte chromosoom (kinderen met afwijking op bv.
Chromosoom 1 kom je niet tegen want bevat genen essentieel voor ontwikkeling)
, Genen zijn random gedistribueerd in het genoom en chromosomen zijn eigenlijk gewoon
een hoop genen.
Chromosomen hebben 2 chromatiden die gescheiden worden tijdens
mitose (vaderlijke en maternale distributie)
random gekozen chemische kleurstoffen om
chromosomen te visualiseren → ‘banding’ patroon
gerelateerd aan de manier waarop chromosomen
worden gevouwen (zo kunnen chromosomen geïdentificeerd
worden niet alleen op grootte)
Chromosomen bevatten DNA dat heel compact samen
zit, en hoe meer compact, hoe minder kleur er in het
chromosoom binnen kan en zo krijg je verschillende
banden op een chromosoom.
P= kleine arm
Q= lange arm
Er zijn 2 type chromosomen:
- centromeren ongeveer in midden= metacentrische chromosomen
- centromeren aan het einde van p-warm= acrocentrische chromosomen
Hier worden dan ‘satellieten’ gevormd (niet essentieel maar als er iets raar gebeurt kan het aanleiding
geven tot ziekte)
Makkelijk om te zien of het om een meisje of jongen gaat (2 karyotypen):
- meisje: XX
- jongen: XY
Kijken naar chromosomen om te zien of er iets mis is of dat er iets ontbreekt= chromosomale
aandoeningen → meestal gevolg van fouten tijdens meiose (kunnen niet voorspeld worden)
Er zijn 2 grote groepen:
1. numerieke afwijkingen
= iets mis met aantal chromosomen (aneuploidie)
Er zijn verschillende typen:
- monosomie (1 chromosoom uit een paar mist)
! we overleven niet als er 2 chromosomen missen maar ook als er 1 chromosoom mist, zijn
foetussen niet levensvatbaar
, Uitzondering: monosomie X
- trisomy, tetrasomy,.. (meer dan 2 chromosomen in 1 paar)
- triploïdie (elk chromosoom heeft een 3de compliment)
Hangt af of triplicatie van vaderkant of moederkant komt, meestal uit duale fertilisatie= eicel
gefertiliseerd door 2 spermacellen → ernstige afwijkingen dus meestal overleeft het kind niet, als het
toch overleeft= mozaïek triploïdie (meeste cellen normaal, deel cellen met triploïdie)
1) Down syndroom
- Trisomie 21= extra chromosoom 21
- Hoe ontstaan: kijken naar meiose
Na bevruchting eicel met zaadcel: 1ste meiotische celdeling
→ Als er iets misgaat in de splitsing van de
chromosomenparen dus 1 dochtercel heeft een chromosoom
minder en de andere cel heeft er 1 te veel.
Afhankelijk van welke dochtercel verder gefertiliseerd wordt,
zal er monosomie of trisomie ontstaan.
Kan ook later tijdens de mitose gebeuren (na
bevruchting → mozaïek en minder klinische uiting)
(meeste trisomieen tijdens bevruchting en zijn dus volledig)
- Meer frequente aandoening: 1 op 500 kinderen zijn geboren met Down syndroom
- Prenatale diagnose?
- Symptomen (maar varieert van patiënt tot patiënt)
• Ontwikkelingsachterstand (intellectueel laag tot heel ernstig)
• Grotere afstand tussen ogen
• Lagere ogen
• Lijnen op handen zijn eerder horizontaal
• Heel sociaal en open
→ variëteit aan fenotypen (en graad van ernst): de genen op chromosoom 21 komen tot
overexpressie doordat extra chromosoom, en sommige van de expressieproducten leiden tot
abnormaliteiten
- Hoger risico op cardiale abnormaliteiten (constant gemonitord voor hartafwijkingen)
- Ontwikkelen makkelijkere dementie
Op chromosoom 21 heeft men het amyloïde proteïne ontdekt dat gekoppeld is aan
alzheimer → 3 chromosomen 21= meer expressie van die genen dus ook meer expressie van
amyloïde proteïne
- Incidentie (mogelijke examenvraag)
, → oudere mama’s hebben meer eicellen waarbij
splitsing van chromosomen niet goed gebeurt
→ kinderen op oudere leeftijd doe incidentie op
trisomie 21 toenemen (risico neemt sterk toe met
leeftijd) 1/500 bij leeftijd van 30 en stijgt verder naar 1/100
rond 40j
! beter om op jongere leeftijd kinderen te krijgen,
want risico bij jongste kind op down syndroom
neemt dus toe (jongste kind= moeder al ouder)
2) Edwards syndroom
- Trisomie 18
! chromosoom 18 is groter dan 21 → grotere impact op de kinderen (ernstige
abnormaliteiten, meeste sterven vroeg)
- Vingers op specifieke manier gehouden (manier om de aandoening te herkennen)
- 1/10000 (niet heel frequent want meeste foetussen sterven in de buik)
Het is niet dat afwijking op chromosoom 18 minder voorkomt dan 21, het verschil ligt in de overleving van de
foetus, waardoor minder kinderen geboren worden met afwijking op chromosoom 18= lagere incidentie
3) Patau syndroom
- Trisomie 13
- Ernstiger dan trisomie 18 en 21
- Symptomen
• Extra vinger
• Ogen heel dicht bij elkaar (bijna cycloop)
• Abnormale neus en oren
! in mozaïek staat zijn er veel abnormaliteiten maar kinderen overleven wel omdat ze ook
cellen met normaal chromosoom hebben.
4) Turner syndroom (monosomie X)
- Enige monosomie waarbij baby overleeft
- 1/1000
- Maar 1 X en geen Y + vrouwelijk fenotype geobserveerd (dus vrouwen maar met
abnormaliteiten)
• Kleine handen
• Korte nek
• Klein lichaam
• Abnormale puberteit → hormoon therapie nodig
- Ook Turner syndroom eindigt soms in miskraam
5) Klinefelter syndroom
- Man XY maar nog extra X
- Kan veroorzaakt zijn door
• Spermacel: heeft zowel X en Y chromosoom
• Eicel: heeft 2 X chromosomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kristinaarnahoutova. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.