Titreren en het gebruik van volumetrisch glaswerk
Je gaat gebruik maken van een analysemethode die we (volumetrische) titratie noemen.
Principe Stel dat we de molariteit van een azijnzuuroplossing willen bepalen. Dit
kunnen we doen door aan een afgepast volume van de azijnzuuroplossing net
zo lang een base-oplossing van bekende molariteit toe te druppelen tot net al
het aanwezige zuur heeft gereageerd. Een indicator geeft aan wanneer het
equivalentiepunt is bereikt. De molariteit van de azijnzuuroplossing is nu te
berekenen.
Berekening Stel dat aan 10,00 mL azijnzuuroplossing in totaal 6,68 mL 0,108 M
natronloog moet worden toegevoegd om het equivalentiepunt te bereiken.
Formules: azijnzuuroplossing CH3COOH (aq)
natronloog Na+ (aq) + OH- (aq)
Reactievergelijking: CH3COOH (aq) + OH- (aq) --> CH3COO- (aq) + H2O (l)
Toegevoegd: 6,68.10-3 L x 0,108 mol/L = 0,721.10-4 mol OH-
Molverhouding: 1:1
Dus molariteit azijnzuur: 0,721.10-4 mol : 10.10-3 L = 7,21.10-2 mol/L
Uit het bovenstaande voorbeeld blijkt dat het belangrijk is om de hoeveelheden azijnzuur en
natronloog nauwkeurig te bepalen. We gebruiken daarvoor verschillende soorten glaswerk:
Pipet Met een pipet meet je een bepaald, vast volume af. In bovenstaand voorbeeld
zou je de 10,00 mL azijnzuur met een pipet afmeten. Meestal gebruiken we
een volpipet van 10,00 of 25,00 mL. Een volpipet heeft slechts één
maatstreepje. Een volpipet geeft het volume in 4 significante cijfers.
Buret Met een buret meet je een vooraf onbekend onbepaald volume af. In
bovenstaand voorbeeld zou je de natronloog dus toevoegen met behulp van
een buret. Een buret geeft het volume in 4 significante cijfers.
Maatkolf Met een maatkolf kun je een vrij groot, vast vloeistofvolume afmeten,
bijvoorbeeld 100,00 mL of 250,00 mL. Een maatkolf wordt gebruikt om een
hoeveelheid stof op te lossen tot een bepaald volume of om een nauwkeurige
verdunning te maken. Het volume wordt gegeven in 4 of 5 significante cijfers.
Het gebruik van dit (dure) geijkte glaswerk is nog niet zo eenvoudig. Daarom volgen nu
uitgebreide instructies.
Je gaat gebruik maken van een analysemethode die we (volumetrische) titratie noemen.
Principe Stel dat we de molariteit van een azijnzuuroplossing willen bepalen. Dit
kunnen we doen door aan een afgepast volume van de azijnzuuroplossing net
zo lang een base-oplossing van bekende molariteit toe te druppelen tot net al
het aanwezige zuur heeft gereageerd. Een indicator geeft aan wanneer het
equivalentiepunt is bereikt. De molariteit van de azijnzuuroplossing is nu te
berekenen.
Berekening Stel dat aan 10,00 mL azijnzuuroplossing in totaal 6,68 mL 0,108 M
natronloog moet worden toegevoegd om het equivalentiepunt te bereiken.
Formules: azijnzuuroplossing CH3COOH (aq)
natronloog Na+ (aq) + OH- (aq)
Reactievergelijking: CH3COOH (aq) + OH- (aq) --> CH3COO- (aq) + H2O (l)
Toegevoegd: 6,68.10-3 L x 0,108 mol/L = 0,721.10-4 mol OH-
Molverhouding: 1:1
Dus molariteit azijnzuur: 0,721.10-4 mol : 10.10-3 L = 7,21.10-2 mol/L
Uit het bovenstaande voorbeeld blijkt dat het belangrijk is om de hoeveelheden azijnzuur en
natronloog nauwkeurig te bepalen. We gebruiken daarvoor verschillende soorten glaswerk:
Pipet Met een pipet meet je een bepaald, vast volume af. In bovenstaand voorbeeld
zou je de 10,00 mL azijnzuur met een pipet afmeten. Meestal gebruiken we
een volpipet van 10,00 of 25,00 mL. Een volpipet heeft slechts één
maatstreepje. Een volpipet geeft het volume in 4 significante cijfers.
Buret Met een buret meet je een vooraf onbekend onbepaald volume af. In
bovenstaand voorbeeld zou je de natronloog dus toevoegen met behulp van
een buret. Een buret geeft het volume in 4 significante cijfers.
Maatkolf Met een maatkolf kun je een vrij groot, vast vloeistofvolume afmeten,
bijvoorbeeld 100,00 mL of 250,00 mL. Een maatkolf wordt gebruikt om een
hoeveelheid stof op te lossen tot een bepaald volume of om een nauwkeurige
verdunning te maken. Het volume wordt gegeven in 4 of 5 significante cijfers.
Het gebruik van dit (dure) geijkte glaswerk is nog niet zo eenvoudig. Daarom volgen nu
uitgebreide instructies.