Samenvatting Research Methods for the Behavioral Sciences, ISBN: 9781285077024 Onderzoeksmethoden: theorie en ethiek
163 views 7 purchases
Course
Onderzoeksmethoden: theorie en ethiek
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
Research Methods for the Behavioral Sciences
Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 14 van het vak Onderzoeksmethoden: theorie en ethiek van Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. De artikelen voor ethiek heb ik niet toegevoegd, dit is enkel het boek.
Summary research methods for the behavioral sciences (5E, Charles Stangor)
Samenvatting/Summary Research Methods: for the behavioral sciences (5/e) - C. Stangor
All for this textbook (2)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Psychologie
Onderzoeksmethoden: theorie en ethiek
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
taravanderveen
Reviews received
Content preview
Samenvatting onderzoeksmethoden theorie en ethiek.
Hoofdstuk 1
Wat is behavioral research?
Gedragsonderzoek wordt gebruikt om belangrijke menselijke problemen te onderzoeken en een oplossing ervoor
te vinden. Het onderzoeken hoe mensen de wereld zien, hoe ze denken en hoe ze met anderen omgaan. Persoonlijk
en sociaal gedrag kan ook verbeterd worden door de toepassing van wetenschappelijk onderzoek. Statements van
onderzoekers zijn empirisch.
Het vertrouwen van je intuïtie
Veel mensen geloven dat ze vragen over hun gedrag kunnen beantwoorden door intuïtie. Dit klopt niet, want je
kiest vaak de makkelijke en beschikbare oplossing in plaats van dat wat goed is. Redeneren met biases. Iedereen
heeft bepaalde biases waardoor je dus niet o.b.v. intuïtie perfect kunt redeneren.
De beperkingen van je intuïtie
Bijvoorbeeld: we weten niet van onszelf dat bepaalde voorkennis onze evaluatie beïnvloed of wanneer we de
uitkomst van een gebeurtenis weten, zullen we sneller denken dat we dat wel hadden kunnen voorspellen, terwijl
dit niet het geval is: hindsight bias
Intuïtie is nuttig voor ideeën, maar niet zeker dat het goed is. Het wordt dus vooral gebruikt voor ideeën voor
onderzoek en niet zozeer voor oplossingen. De ideeën van oplossingen worden ondersteund doordat ze deze
ideeën empirisch proberen te onderbouwen.
mensen zijn niet voor zelf logisch redeneren gemaakt (bv optische illusies, ons hoofd maakt fouten). We maken
denkfouten die we niet in de gaten hebben. Voorbeelden:
Substitutie bias: bijvoorbeeld een moeilijke levensvraag maak je makkelijker in je hoofd waardoor je een
verkeerde keuze maakt.
Selectieve aandacht: Je ziet alleen waar je je aandacht op richt. Je perceptie wordt gestuurd door wat jij belangrijk
vind, en daardoor zie je alleen dat. (waarden, cultuur opvoeding etc.) wetenschappers hebben dit ook en daarom is
die methode belangrijk.
Confirmation bias: We zien wat we willen zien. Selectief herinneren. Hoeveel mensen waren en bij de inauguratie
van Trump? hij denkt veel want dat is zijn perspectief, mensen letten op andere dingen.
De wetenschappelijke methode
Bevat regels, assumpties en procedures voor data verzameling tijdens een onderzoek. Onderzoek moet empirisch
zijn: gebaseerd op observatie of meten van relevante informatie. Ook moeten de procedures objectief zijn: vrij van
persoonlijke bias of emoties die de resultaten kunnen beïnvloeden. Hoe verzamelen, analyseren en trekken
wetenschappers conclusies uit data.
Onderzoek moet gebaseerd zijn op voorgaand onderzoek en dat repliceren en er iets aan toevoegen of het
veranderen.
Verschil tussen waarden en feiten in wetenschappelijk onderzoek
Sommige statements kunnen niet objectief gemeten of bepaald worden, en kunnen niet goed of slecht zijn. Dus
niet elke vraag kan met de wetenschappelijke methode worden onderzocht. Een waarde: een persoonlijke
statement (niet goed of slecht). Een feit: een objectieve statement.
Gedragsonderzoek kan wel feiten geven waardoor de waarden van mensen zouden kunnen veranderen. Waarden
zijn ook belangrijk om te bepalen waar onderzoek naar moet worden gedaan.
Verschil maken tussen feiten en waarden is soms nog lastig. Soms als iets onderzocht is en gezien wordt als feit,
kan het verschil misschien ontstaan zijn door bepaalde waarden.
Onderzoek hoeft niet alles objectief te zijn, maar onderzoekers moeten duidelijk maken welke delen van het proces
objectief zijn en welke delen niet. In een research report wordt onderzoek gepubliceerd volgens een vast format.
Elk deel van het format moet de goede informatie bevatten.
Basis en toegepast onderzoek
,Basis onderzoek: beantwoord fundamentele vragen over gedrag. Geen verdere reden voor onderzoek dan dat je
kennis kan krijgen over hoe deze processen in z’n werk gaan
Toegepast onderzoek: onderzoekt problemen die het dagelijks leven beïnvloeden en geeft oplossingen voor deze
problemen. Bv program evaluation research: wordt gebruikt om effectiviteit van methoden te meten die positieve
sociale veranderingen doorvoeren.
Verschil is meestal niet heel makkelijk te zien.
Het belang van onderzoeksmethoden studeren
Evalueren van research reports: begrijpen en interpreteren van onderzoek. Goed en slecht onderzoek van elkaar
kunnen onderscheiden.
Verzamelen van onderzoek: leren hoe je goed onderzoek moet doen.
Kritisch denken over onderzoek: je moet goed evalueren van onderzoek en niet alles zomaar voor waar aannemen.
Onderzoeksdesigns: 3 basis benaderingen om gedrag te onderzoeken
Een onderzoeksdesign is een specifieke methode die een onderzoeker gebruikt om data te verzamelen analyseren
en interpreteren.
1. Beschrijvend onderzoek: beschrijven van gedachten, gevoelens en gedrag van individuen.
- Door middel van bijvoorbeeld vragenlijsten of interviews, natuurlijke observatie (observatie van dagelijkse
gebeurtenissen).
- Kwalitatief onderzoek: observeren en beschrijven van dagelijks gedrag. Kwantitatief onderzoek: vragenlijsten en
systematische observaties waar statistische analyses voor gebruikt kunnen worden.
- voordeel: het probeert de complexiteit van dagelijks gedrag te omschrijven, je kunt goed begrijpen wat er op dit
moment gaande is.
- nadeel: het is erg statisch: alleen op dat ene moment geldt de informatie.
2. Correlationeel onderzoek: meten van 2 of meer variabelen en een onderzoek naar een relatie tussen deze
twee variabelen. Een systematische relatie vinden. Pearson r coëfficiënt wordt gebruikt om een getal te geven aan
de sterkte van de samenhang (-1 tot 1). Een onderdeel is het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen o.b.v.
kennis dat nu beschikbaar. De samenhang tussen wat we nu weten en wat er dan mee zou samenhangen kan de
toekomst voorspellen.
- voordeel: onderzoek naar gedrag dat in het dagelijks leven voorkomt.
- nadeel: kun je niet een causale relatie mee vinden. Er kunnen derde variabelen in het spel zijn.
3. Experimenteel onderzoek: causale relaties tussen variabelen vinden door variabelen te manipuleren. Heel
gestructureerd onderzoek.
- voordeel: conclusies kunnen trekken over causale relaties.
- nadeel: sommige belangrijke maatschappelijke problemen kunnen niet gemanipuleerd worden en daarom ook
niet met experimenteel onderzoek worden onderzocht. Daarom heb je daarvoor beschrijvend en correlationeel
onderzoek nodig.
Het kiezen van de juiste onderzoeksmethode:
Kijken naar: 1. Praktisch: beschikbaarheid van deelnemers, onderzoekers, materiaal etc. 2. Ethiek. 3. Wat is
volgens de onderzoeker belangrijk om te onderzoeken.
Het kan ook handig zijn om meerdere designs samen te gebruiken, want iedere heeft voor- en nadelen. =
converging operations
Hoofdstuk 2
Ideeën krijgen voor onderzoek:
Onderzoekers zijn altijd alert om nieuwe onderzoek ideeën op te doen. Een goed onderwerp vinden is lastig, omdat
je het testbaar moet maken en daarom goed moet weten welke variabelen je wilt onderzoeken. 3 manieren om
ideeën op te doen:
1. Oplossen van belangrijke wereldproblemen: het beter begrijpen en oplossen van problemen als
leesvaardigheid van kinderen, promoten vrijwilligerswerk, stress verminderen etc.
2. Gebruiken van observatie en intuïtie: inductieve methode: via observaties en ingevingen op een idee komen
om te onderzoeken. Als je zomaar een idee gebruikt kan het zijn dat jouw enige onderzoek over het idee niet heel
, goed zal passen in de wetenschap. Als je jouw ideeën linkt aan bestaand onderzoek zal er een grotere kans zijn dat
jouw onderzoek een belangrijke bijdrage is aan het onderzoeksveld.
3. Gebruiken van bestaande onderzoeken: bestaand onderzoek lezen en vanuit daar met jouw kennis een
nieuw onderzoek idee opdoen. Door vanuit eerder onderzoek verder te werken zal het onderzoeksveld steeds
verbeterd worden.
ten eerste kan je limiterende condities zoeken in bestaand onderzoek en dit verbeteren om zo een vernieuwde
uitleg van een fenomeen te geven
daarnaast kan je proberen tegengestelde resultaten proberen uit te leggen. Door dit te analyseren kan onderzoek
in dat veld weer worden verbeterd.
Literatuuronderzoek doen
Wetenschappers krijgen veel onderwijs in het doen van onderzoek en de huidige kennis in het onderzoeksveld,
zodat ze weten welk onderzoek al is uitgevoerd en waar ze op door kunnen werken. Voordat je dus echt zelf
onderzoek gaat doen is het belangrijk dat je literatuuronderzoek doet om te zorgen dat je weet wat voor onderzoek
er al is gedaan.
Informatiebronnen:
1. Primaire bronnen: een beschrijving van een onderzoek, hoe is het uitgevoerd, resultaten etc. (paper)
2. Secundaire bronnen: bevatten samenvattingen en interpretaties van onderzoeken. (boeken en journals)
Uitvoeren van het literatuuronderzoek:
Literatuuronderzoek is het meest effectief als het begint met 1. Van een breder algemeen niveau (secundair)
werken naar een specifieker niveau (primair) en 2. Het begint met de nieuwste informatie en dan steeds verder
doorgaat tot eerder onderzoek.
Beginnen met bijvoorbeeld een introducerend hoofdstuk over jouw onderzoeksveld. Daarna ga je naar meer
specifieke onderwerpen door hoofdstukken uit boeken en journals te lezen. Keep an open mind.
De beste manier om primaire bronnen te vinden is via de computer te zoeken en steeds abstracts te lezen. Je maakt
daarmee een selectie van welke bronnen je volledig gaat lezen. Ook kan je via de bronnenlijsten van andere
onderzoeken weer nieuwe onderzoeken vinden.
Formuleren van ideeën naar een onderzoekshypothese
Organiserende principes van gedragsonderzoek: wetten, theorieën en onderzoekshypotheses.
Wetten: principes die erg algemeen zijn en die je kan toepassen op allerlei situaties. Hier zijn er weinig van in de
sociale wetenschappen. Maar denk bv. aan wet van de zwaartekracht.
Theorieën: een set van principes die een geobserveerde relatie in een bepaald domein uitlegt en voorspelt. Het
proces van een theorie gebruiken om specifieke ideeën te genereren die getest kunnen worden door onderzoek is
de deductieve methode.
Wat is een goede theorie? Een goede theorie …
Is Algemeen: ze vatten verschillende uitkomsten samen
Is Spaarzaam: ze geven de meest simpele verklaring voor de uitkomst
Geeft ideeën voor toekomstig onderzoek
Is falsificeerbaar: de variabelen kunnen makkelijk getest worden en door onderzoek als incorrect worden
gesteld.
Theorieën waarbij de variabelen niet gemeten kunnen worden of waarbij de variabelen zo vaag zijn dat ze geen
informatie geven om de theorie te falsificeren zijn tautological (ongewenst of overbodig). Als een theorie wordt
verbeterd dan wordt de oude theorie simpelweg vervangen.
De onderzoekshypothese: een precieze statement van de relatie die onderzocht gaat worden wordt in een
hypothese neergezet. Dit is de basis voor correlationeel en experimenteel onderzoek. Het is een specifieke en
falsificeerbare voorspelling van een relatie tussen twee of meer variabelen. Het laat de relatie tussen de
afhankelijke en onafhankelijke (gemanipuleerde) variabelen zien.
Hoofdstuk 3
Wat is ethisch onderzoek?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller taravanderveen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.70. You're not tied to anything after your purchase.