,HC: Weefselbewerking en weefselonderzoek
Celonderzoek (cytologie):
- Cellen die spontaan vrijkomen; urine, sputum
- Cellen losstrijken van slijmvliezen; uitstrijkje
- Punctie; bloed, liquor (ruggenprik), gevolgd door uitstrijk (waarbij bloed over een
plaatje wordt uitgesmeerd waardoor je verschillende dichtheden krijgt).
- Celpunctie uit organen; fine needle aspiration, FNA
Weefselonderzoek (histologie):
- Biopten: naald-, incisie(als je in de patiënt snijdt)-. Excisiebiopt(verdacht stukje
weefsel wat je eruit snijdt) (afnemen van een stukje weefsel met als enige doel om
dat stukje weefsel eruit te halen)
- Een naaldbiopt wordt gedaan aan de hand van een holle naald waarbij een
langwerpig pijpje van weefsel in de naald komt. In een naaldbiopt zit een
vulstaafje waardoor er geen ongewenst weefsel wordt meegenomen. Het
‘buisje’ wordt dus afgesloten totdat het gewenste weefsel wordt bereikt.
- Een postbiopt à ponsjes van verschillende diameters. Ponsje wordt op de huid gezet
waardoor er een inkeping ontstaat en het stukje huid makkelijk kan worden
- Resectiepreparaten; chirurgie
- Post-mortem
Verwerking van het weefselmateriaal: er moeten hele dunne plakjes van het weefsel
gesneden worden omdat het weefsel doorlicht moet kunnen worden en de afzonderlijke
cellen moeten gezien kunnen worden onder de microscoop. Deze hele dunne plakjes heten
coupe.
● Vriescoupe: snel bevriezen en in bevroren toestand snijden, daarna drogen, en
kleuren.
● Paraffinecoupe: fixeren, ontwateren, inbedden in paraffine, snijden,daarna
deparaffineren, terugbrengen in waterig milieu, en kleuren.
Hoofdgroepen van kleuringen
● Histochemisch:
kleuring op chemische basis, van algemene celcomponenten met
behulp van gekleurde chemicaliën.
• Zuren • Glycosaminoglycanen en proteoglycanen
• Proteïnen (eiwitten) • Glycoproteïnen en glycolipiden
• Polysacchariden (suikers) • Lipiden (vetten)
Meest gebruikt: HE kleuring
● Immuunhistochemisch:
met behulp van gelabelde antilichamen die gemarkeerd zijn met een label
wordt een molecuul of celcomponent met hoge specificiteit aangekleurd
,Histochemische kleuring:
H&E Hematoxyline en eosine kleuring
➔ Hematoxyline: een blauwe basische kleurstof → DNA
➔ Eosine: een rode zure kleurstof → Cellichamen
◆ Basofiel: weefselcomponenten met een netto negatieve lading, zoals DNA,
gaan makkelijker een binding aan met basische kleurstoffen
◆ Acidofiel: weefselcomponenten met een netto positieve lading, zoals eiwitten,
hebben een grotere affiniteit met zure kleurstoffen
Andere histochemische kleuringen
❏ Giemsa micro-organismen bloed
❏ Sirius Red collageen
❏ Perls ijzer
❏ Congo rood amyloïde (eiwit aggregaten)
❏ Periodic acid-Schiff (PAS) koolhydraatmacromoleculen in
bindweefsel en in het slijm van bijv. de
slijmbekercellen in de darm
Immunohistochemie
⤷ Zichtbaar maken van antilichaam binding
Werkt met behulp van eiwitten labellen
In situ hybridisatie
⤷ aankleuring van een specifieke DNA (of RNA) volgorde
Een zelfgemaakt stukje DNA zal binden aan een complementaire streng: binding zichtbaar
maken en je weet dat die volgorde dus in de coupe zit. Hiermee kan je ook aantonen
hoeveel chromosomen een cel heeft. Je kunt dus het DNA copy number vaststellen.
Moleculaire pathologie
● Als een tumor is gelokaliseerd, kan uit dat deel van het weefsel DNA worden
geïsoleerd, en onderzocht worden op mutaties.
, ● Op basis van aanwezigheid van specifieke mutaties vindt behandeling plaats
(personalised medicine)
HC: Bouw en functie van epitheliale weefsels
De 4 primaire weefseltypen zijn:
1. Epitheel
2. Bind- en steunweefsel
3. Spierweefsel
4. Zenuwweefsel
Epitheliale weefsels worden op grond van vorm en functies ingedeeld in twee hoofdgroepen:
● Bedekkend epitheel
Met de hoofdgroepen:
○ Eenlagige epithelia
■ Plaveisel epitheel in longblaasje opname en transport van
stoffen
■ Kubische epitheel in eierstokken bedekking
■ Cilindrische epitheel in darmkanaal bescherming
■ Meerrijig epitheel in luchtpijp bescherming
○ Meerlagige epithelia
■ Verhoornend plaveisel epitheel in epidermis bescherming
■ Niet-verhoornend plaveisel epitheel in mond bescherming
■ Kubisch epitheel in zweetklieren secretie
■ Overgangs epitheel in blaas bescherming
■ Cilindrisch epitheel in conjunctiva bescherming
van het oog
● Klierepitheel
Met de hoofdgroepen:
○ Exocriene klieren
○ Endocriene klieren
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller srsoomer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.86. You're not tied to anything after your purchase.