Dit is een volledige samenvatting van H5 van ontwikkelingspsychologie. Alle powerpoints van de lessen zijn hierin verwerkt met zeer uitgebreide notities. Zelf heb ik deze samenvatting gebruikt om te studeren en niet de tijd gehad om alles te studeren. Met deze samenvatting en alle andere hoofdstukk...
Ontwikkelingspsychologie – H5: Cognitieve
ontwikkeling in de eerste 2 levensjaren
1 Kernvragen
- Tot wat zijn zuigelingen en baby’s volgens Piaget cognitief in staat?
- Over welke cognitieve vaardigheden beschikken baby’s?
- Wat is de rol van de verzorgingsfiguren in deze cognitieve ontwikkeling?
- Hoe leren baby’s hun eerste woordjes?
2 Theorie van Piaget (sensomotorisch stadium)
2.1 Algemene concepten
- Cognitie heeft altijd een soort inhoud: wat je kent, wat je weet is een element van je
cognitieve ontwikkeling. Bijvoorbeeld als je alle hoofdsteden kent is dat een soort inhoud van
de cognitie. = de gekristalliseerde intelligentie en dit boeide piaget niet.
- Wat Piaget veel belangrijker en interessanter vindt is de functie van het cognitief systeem.
Waarom ontwikkelen we in onze cognitie richting meer geavanceerde niveaus van denken?
Wat is daar de bedoeling van? We zijn op zoek naar adaptatie, naar een soort evenwicht
tussen wat er zich in ons hoofd afspeelt en hoe de buitenwereld echt in elkaar zit. In het
begin is deze aanpassing zeer slecht en begrijpen we zeer weinig van die buitenwereld, schiet
ons denken nog tekort. universeel doel waar we allemaal voor doen
- We gaan op zoek naar een betere aanpassing naar representaties in ons hoofd en die externe
buitenwereld en om dit te doen = structurele element van cognitieve ontwikkeling en waar
Piagets ontwikkelingstheorie echt over gaat, moeten we schema’s opbouwen en gaandeweg
verfijnen, aanpassen en integreren tot ze een betere representatie van de buitenwereld
worden zegt Piaget.
2.1.1 Doorlopen van 4 stadia
- Cognitieve ontwikkeling = doorlopen van 4 stadia van kindertijd tot adolescentie Fases
sensomotorisch stadium
- 1e stadium: sensori-motorische stadium (0-2 jaar) = baby’s en peuters “denken” met hun
ogen, oren, handen en andere sensori-motorische middelen
- Baby’s handelen op basis van sensoriële input en herhalen die handelingen
- Baby’s leren dus de wereld kennen via hun sensorisch en motorisch handelen
- Activiteiten in het hoofd (“echt” denken dus) kunnen nog niet uitgevoerd worden
2.1.2 Schema’s
- Het echte ontwikkelingselement in zijn theorie zit in de verandering over de levensloop in de
schema’s die we opbouwen. Zo’n schema is een georganiseerde manier van denken, een
soort bril om op een bepaalde manier naar de buitenwereld te kijken en ze beter te
begrijpen. De inhoud van de schema’s is een beetje als de differentiatietheorie, de inhoud
wordt hetgeen wat we gemeenschappelijk zien.
, - Schema’s zijn specifieke psychologische componenten
o Georganiseerde manieren om betekenis te geven aan ervaring
o Wat aan een handeling gemeenschappelijk is en kan herhaald worden
- Schema’s veranderen met de leeftijd
o Eerst gebaseerd op handelingen (bewegingspatronen)
o Later overgang naar mentaal niveau (denken)
2.1.2.1 Algemene concepten
- Aanpassing = opbouw van schema’s door directe interactie met omgeving, waardoor men op
een meer aangepaste wijze weet om te gaan met die omgeving
2 complementaire processen
Assimilatie Accommodatie
Gebruiken van bestaande schama’s om de Aanpassen van oude schema’s en vorming
buitenwereld te begrijpen van nieuwe schema’s om zich beter aan de
omgeving aan te passen
- Assimilatie: je hebt een bepaalde bril/schema van waaruit je naar de wereld kijkt en je
ondervind dat nieuwe ervaringen/input vanuit die bril kan verstaan worden en je schema
volstaat om de wereld te begrijpen. Er is geen aanpassing nodig op dat moment. Jonge
kinderen proberen van alles uit om op basis van dit proces hun schema’s te versterken.
Bijvoorbeeld wanneer baby’s dingen op de grond gooien ondervinden ze dat alles blijft liggen
en kunnen ze hun valschema gaan generaliseren op alle objecten.
- Accommodatie: Op een bepaald moment ontdekken ze ook dat glas breekt, met een
springbal springt de bal terug en dan moeten ze breekschema’s en springschema’s gaan
ontwikkelen = accommodatie. Ze ondervinden dat de bestaande schema’s niet voldoende
zijn om de wereld te kunnen begrijpen en moeten nieuwe schema’s opbouwen om de wereld
beter te kunnen voorspellen.
- In een menselijk leven gaan we door een soort golfbeweging zegt Piaget waarbij we periodes
hebben waar assimilatie domineert op accommodatie = rustigere periodes. En andere periodes
waar accommodatie domineert op assimilatie = eerder turbulentere periodes omdat er in ons
hoofd van alles moet aanpassen. voorbeelden om periodes te bepalen zie p.p.t.
o Accommodatie
o Assimilatie
o Assimilatie
, o Piaget zou zeggen assimilatie omdat je blijft binnen het ‘pincet-grijp schema’
2.1.2.2 Algemene schema’s
- Alle rondrijdende voertuigen die “brom-brom” zeggen en waar je kan instappen = auto’s
- Concept wordt opgesplitst in subcategorieën via een proces van
o Generalisatie (vb. bestelwagen, vrachtwagen, persoonswagen)
o Differentiatie (verschillen ontdekken tussen verschillende auto’s)
- Aanpassing = proces dat plaatsvindt in interactie met de externe buitenwereld
- Organisatie = intern herschikken en verbinden schema’s, waardoor structuren worden
opgebouwd
- Piaget: we zijn actieve kenniszoekers en interageren met de buitenwereld om te zien wat er
gebeurt om onze ideeën over de wereld te verbeteren.
2.1.3 Componenten van cognitie
2.1.4 Algemene concepten
- Metatheorie van Piaget:
o Kind = actieve kenniszoeker
o Kinderen construeren ideeën over hun wereld terwijl ze deze actief verkennen
- Holistisch- organismisch denkmiddel
o Zoeken naar eenheid en inherente orde via processen van aanpassing en organisatie
o Inherente drang of tendens naar hoger niveau van functioneren en stabiliteit
- Ontwikkeling of evolutie naar een meer aangepast functioneren is functie van:
o Rijping van zenuwstelsel
o Actieve interactie met fysieke werkelijkheid
o Ervaring in interactie met sociale milieu (verzorging; opvoeding)
o Het adaptieve organismische equilibratieproces
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenkaleenknegt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.