100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges week 1 t/m 6 m.b.t. overdracht en eigendom $5.89   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges week 1 t/m 6 m.b.t. overdracht en eigendom

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoorcollegedictaat weken 1 t/m 6 m.b.t. overdracht en eigendom

Last document update: 3 year ago

Preview 3 out of 28  pages

  • March 21, 2021
  • May 4, 2021
  • 28
  • 2020/2021
  • Class notes
  • P.c. van es
  • Hoorcollege 1 t/m 6 m.b.t. overdracht en eigendom
avatar-seller
Onroerendgoedrecht I

Hoorcollege - Overdracht en eigendom
Betreft: Week 1 – Inleiding, eenheidsbeginsel, zaak en bestanddeel, roerende of onroerende zaken


Indeling college
Onderwerpen:
- het eenheidsbeginsel à zelfstandige zaak of een bestanddeel
- roerend of onroerende zaken
- eigendom van onroerende zaken
- grenzen van het erf
- kabels en netwerken

Eenheidsbeginsel
Goederenrechtelijke rechten betreffen de relatie tussen een persoon en een zaak. Een goederenrechtelijk recht kan alleen op een
zelfstandige zaak als geheel worden gevestigd (HR. 1 januari 2014). Dit betekent dat je geen eigenaar kan zijn van bv. een kamer in
een huis of een recht van vruchtgebruik kan hebben op bv. een kamer in een huis.

Persoonlijke rechten betreffen de relatie tussen een persoon en een andere persoon. TwDe HR overwee personen onderling kunnen
vanalles afspreken, zonder gehinderd te worden door het eenheidsbeginsel.

Alle zakelijke rechten zijn ook goederenrechtelijke rechten. Niet alle goederenrechtelijke rechten zijn zakelijke rechten. In Boek 5 BW
worden alleen de zakelijke rechten gerekend en dit zijn alle rechten die op zaken rusten. Zaken zijn de voor menselijke beheersing
vatbare stoffelijke objecten (art. 3:2 BW). Zakelijke rechten kunnen derhalve alleen op alle stoffelijke objecten worden gevestigd (bv.
eigendom en beperkte zakelijke rechten zoals opstal, erfpacht of erfdienstbaarheid). In Boek 3 BW worden ook beperkte rechten
genoemd, zoals het vruchtgebruik. Het vruchtgebruik kan echter op zowel stoffelijke objecten als op vermogensrechten (bv.
vorderingsrecht) worden gevestigd. Beperkte rechten die zowel op zaken als op vermogensrechten kunnen worden gevestigd zijn
goederenrechtelijke rechten.

Zakelijke rechten à kunnen alleen gevestigd worden op zaken Boek 5 BW
Goederenrechtelijke rechten à kunnen zowel gevestigd worden op zaken als op vermogensrechten Boek 3 BW

Bestanddeel
Een eigenaar van een zaak is eigenaar van al haar bestanddelen, voor zover de wet niet anders bepaald (art. 5:3 BW). Wat een
bestanddeel is, is gedefinieerd in Boek 3 BW en bestaat uit een hechte verbinding en een verkeersopvatting (art. 3:4 BW).

Bestanddeel: Art. 3:4 BW
- hechte verbinding à een zaak die met een hoofdzaak zodanig verbonden wordt dat zij daarvan lid 2
niet kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt
toegebracht aan een der zaken
- verkeersopvatting à al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt lid 1

,De hechte verbinding is een zodanige fysieke verbinding dat je het eigenlijk niet los kan maken zonder grote schade aan de hoofdzaak.
Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat bij een dergelijke hechte verbinding het voldoende is om aan te nemen dat er sprake is
van een bestanddeel. Men hoeft het dan niet nog een keer te toetsen aan de verkeersopvatting.

HR. 15 november 1991 (Depex-arrest)
Het Depex-arrest geeft twee vuistregels voor de invulling van de verkeersopvatting m.b.t. bestanddelen, namelijk de constructieve
afstemming en de incompleetheid.

Vuistregels:
- constructieve afstemming
- incompleetheid

In het Depex-arrest ging het op een waterdestillatie-unit die onder eigendomsvoorbehoud was geleverd aan een farmaceutisch bedrijf.
Die waterdestillatie-unit was een fors object, maar in die fabriekshal was hij niet zodanig neergezet dat het ‘aard- en nagelvast’ met
de fabriekshal was verbonden. Men zou de unit dus weer mee kunnen nemen.

De vraag stond centraal of de unit bestanddeel was geworden van de fabriekshal. Dit was van belang omdat - indien de unit een
bestanddeel was - het eigendom (dat onder voorbehoud was geleverd) van de unit door natrekking opgegaan zou zijn in het eigendom
van de fabriekshal als zodanig.

De HR overwoog dat het in onderhavige gevallen gaat om de beantwoording van de vraag of de apparatuur en gebouw naar
verkeersopvatting tezamen als een zaak moeten worden gezien. Indien gebouw en apparatuur in constructief opzicht specifiek op
elkaar zijn afgestemd, ligt hierin een aanwijzing voor een bevestigende beantwoording van die vraag. Hetzelfde geldt indien het
gebouw uit een oogpunt van geschiktheid als fabrieksgebouw (gebouw dienende tot het huisvesten van een productie-inrichting) bij
ontbreken van de apparatuur als onvoltooid moet worden beschouwd. Bij het aanleggen van deze laatste maatstaf komt het niet aan
op de functie welke de apparatuur (eventueel) vervult in het productieproces.

De HR oordeelde uiteindelijk dat een waterdestillatie-unit geen onderdeel uitmaakt van een fabriekshal op zichzelf. Het missen van
een dak of een CV zou wel tot onvoltooidheid van een fabriekshal kunnen leiden. De conclusie was dat de unit niet door natrekking
tot de fabriekshal behoorde.

Vb. Zonnepanelen die geïntegreerd zijn als dakpan zijn wel een bestanddeel van het huis. Zonnepanelen die op een rails op het
dak liggen zijn geen bestanddeel van het huis.
Vb. Inbouwkoelkast is een bestanddeel van een huis, maar een Amerikaanse (losse) koelkast is geen bestanddeel van een huis.
Vb. Dakpannen zijn bestanddeel van een huis. Ze liggen los, maar zonder dak is het huis niet compleet.

HR. 29 mei 1985 (Tandartspraktijk-arrest)
In het Tandartspraktijk-arrest ging het om een tandarts. Die woonde in een huis en aan dat huis liet hij zijn praktijkruimte bouwen.
Deze praktijkruimte zat aan zijn huis vast en had een eigen deur voor patiënten. Tussen het huis en de praktijkruimte zat een
verbindingsdeur voor de tandarts. De tandarts wilde het vruchtgebruik op het aangebouwde praktijkgedeelte inbrengen in zijn
praktijkvennootschap. Dit kan fiscale voordelen hebben.

De vraag was of de aanbouw een bestanddeel van het woonhuis was. Indien dit het geval was, kan er geen vruchtgebruik op het
praktijkgedeelte gevestigd worden.

De HR overwoog dat in bepaalde omstandigheden verticale splitsing mogelijk is. Daarbij is het van belang of het naar verkeersopvatting
om twee verschillende bouwsels gaat. De HR oordeelde dat het in deze casus om twee onafhankelijke van elkaar te gebruiken bouwsels
(met eigen ingang) ging. Het feit dat zij tegen elkaar zijn aangebouwd en er sprake is van een verbindingsdeur staat hieraan niet in de
weg.

, Roerend of onroerend
Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigingen beplantingen, alsmede de gebouwen en
werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken (art.
3:3 lid 1 BW). Roerend zijn alle zaken die niet onroerend zijn (art. 3:3 lid 2 BW).

Het onderscheid is van wezenlijk belang, omdat er voor onroerende goederen andere vereisten gelden voor de levering dan voor
roerende goederen. Daarnaast gelden er ook fiscale redenen, zoals de overdrachtsbelasting bij onroerende zaken. Tenslotte is het van
belang i.v.m. de eigenaarspositie. De eigenaar van de grond wordt immers eigenaar van alle op die grond bevindende roerende zaken
(art. 5:20 sub e BW).

HR. 31 oktober 1997 (Potacabin-arrest)
In het Portacabin-arrest ging het om de vraag of een portacabin, die op een bedrijfsterrein was geplaatst naast een kantoorgebouw,
onroerend was geworden doordat het op die grond stond. In deze casus was er een bank die een hypotheek had op de grond en het
kantoorgebouw en die vroeg zich bij executie af of de portacabin onder het hypotheekrecht viel. Dat zou het geval zijn indien deze
onroerend was geworden door de wijze waarop die geplaatst was.

De HR overwoog dat de betreffende zaak naar aard en inrichting bestemd moet zijn om duurzaam ter plaatse te blijven. De technische
mogelijkheid om het bouwsel te verplaatsen is niet van belang. De bedoeling van de bouwer is wel van belang, voor zover deze naar
buiten kenbaar is. De verkeersopvattingen vormen geen zelfstandige maatstaf.

De HR oordeelde in dit arrest dat deze betreffende portacabin onroerend was, omdat deze geacht werd duurzaam ter plaatse te
blijven. Door het plaatsen van een schutting leek de portacabin een visueel eenheid te vormen met het kantoor. Tevens was er een
demonteerbare plint gemaakt waardoor de portacabin tevens verbonden leek met de grond. Daarnaast was de portacabin
aangesloten op gas, water en licht. Tenslotte lag er een mooi aangelegd terrein met een pad dat naar de portacabin liep. Dit alles geeft
aan dat de bouwer de bedoeling had om de portacabin daar voor langere tijd te laten staan.

HR 15 januari 2010 (Woonark-arrest)
In het Woonark-arrest ging het om de vraag of een woonark een onroerende of een roerende zaak was. De wet geeft een ruime
definitie van het begrip ‘schip’, namelijk elke constructie die bestemd is om te drijven is een schip in de zin van art. 8:1 BW. Het is
derhalve geen voorwaarde dat het schip kan varen, maar enkel dat het kan drijven. De HR neemt deze omschrijving als uitgangspunt
en stelt dat een schip in beginsel roerend is.

De vraag in dit arrest was of er sprake was van een duurzame verbinding tussen het schip en de waterbodem dan wel tussen het schip
en de wal.

De HR overweegt dat indien een schip met de bodem is verenigd door vast te zitten aan meerpalen, zodat het schip nog wel mee kan
bewegen met de hoogte van het water, dit geen duurzame verbinding met de bodem vormt. De HR overweegt vervolgens ook dat een
verbinding tussen het schip en nutsvoorzieningen, het schip niet duurzaam verbonden maakt met de oever.

Verticale natrekking
Het begrip ‘verticale natrekking’ houdt in dat de duurzaam met de grond verbonden zaken eigendom worden van de eigenaar van de
grond (art. 5:20 lid 1 sub e jo art. 3:3 lid 1 BW). Uitzonderingen op de verticale natrekking zijn mogelijk door de bewoordingen ‘voor
zover de wet niet anders bepaalt”. Deze uitzonderingen zijn de horizontale natrekking (art. 5:20 lid 1 sub e slot BW), kabels en
leidingen (art. 5:20 lid 2 BW), opstal (art. 5:101 BW), ondergronds gelegen delfstoffen (zijn eigendom van de staat) (de Mijnbouwwet)
en de Wet op de lijkbezorging (HR. 25 oktober 2003 (Grafzerk)).

Verhouding Boek 5 en Boek 3 BW
Het huis en de grond dienen als twee aparte onroerende zaken te worden beschouwd. Door natrekking is er geen sprake van
bestanddeelvorming in de zin dat er een (1) zaak ontstaat. De natrekking zorgt er wel voor dat de eigenaar van de grond ook de

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Laura_vd_H. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89
  • (0)
  Add to cart