Pedagogische visies leiden vaak tot nieuwe onderwijsconcepten, die de verschillen in het onderwijs definiëren. Wat zijn deze visies en van wie? Welke onderwijsconcepten komen hier uit voort en welke onderwijsmethoden?
Basisontwikkeling: is een op ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) gebaseerde
onderwijsvisie waarin persoonsontwikkeling in een cultureel-maatschappelijke
context centraal staat
Professionele opvoeders houden daarbij rekening met vier speerpunten die ook wel
bekend staan als de vier B’s
De vier B-s staan voor:
Bedoeling: wat is het doel van de activiteit? Wat wil je bereikt hebben aan het
einde van de activiteit?
Betekenis: welke betekenis geef je aan de activiteit? Wat moet het voor de
leerlingen toevoegen aan hun ontwikkeling?
Betrokkenheid: creëer je door aan te sluiten bij de belevingswereld van de
leerlingen
Bemiddeling: de begeleider is de bemiddelaar tijdens het leren. Bemiddelen
doe je om leerlingen te sturen en te ondersteunen in hun leerproces
Frea Janssen-Vos (professioneel opvoeder): beschreef in eerste instantie drie
basiskenmerken. Dit zijn volgens haar voorwaarden om goed te kunnen ontwikkelen
en leren:
o Emotioneel vrij zijn: kinderen moeten de mogelijkheid hebben emotioneel vrij
te zijn, dit heeft te maken met welbevinden en betrokkenheid
o Nieuwsgierig zijn: nieuwsgierigheid helpt een kind het onbekende te
onderzoeken. Dat is hetzelfde als nieuwe dingen leren
o Zelfvertrouwen hebben: zelfvertrouwen in eigen kunnen is belangrijk, zodat
het kind risico durft te nemen, nieuwe stappen durft te zetten en nieuwe
dingen durft te leren
Luc Stevens (professor/orthopedagoog): volgens Stevens heeft een kind drie
basisbehoeften waaraan voldaan moet worden, wil het überhaupt kunnen leren. Ook
wel het CAR-model genoemd:
Competentie: de leerling moet het gevoel hebben dat wat hij doet belangrijk is.
De leerkracht moet hem dat gevoel ook geven
Autonomie: betekent dat de leerling onafhankelijk is in denken en doen
Relatie: een kind heeft van nature behoefte aan relatie. Hierdoor voelt het zich
veilig en geaccepteerd. Je kunt het ontstaan van een goede relatie stimuleren
door:
, o Vertrouwen te bieden
o Uitnodigend en open te zijn naar het kind toe
o Alleen te corrigeren als dat echt nodig is
o Het kind en zijn leerproces centraal zetten
o Het goede voorbeeld te geven
o Voldoende uitdaging bieden in opdrachten en omgeving
Lev Vygotski: was een Russische psycholoog en filosoof die voor het eerst schreef
over de zone van naaste ontwikkeling. Hij vond dat kinderen zich vooral ontwikkelen
door contact met anderen (kinderen, begeleiders, ouders etc). Daarnaast zijn er
volgens Vygotski nog twee ontwikkelingszones: deze zones gaan over de cognitieve
ontwikkeling die een kind doormaakt op jonge leeftijd en over de leermogelijkheden
die er voor hem zijn
Zone van actuele ontwikkeling
Zo is er de zone van de actuele ontwikkeling. Dit is wat het kind al kan of beheerst.
Er worden geen nieuwe dingen geleerd in deze zone. Deze zone is namelijk veilig
Zone van naaste ontwikkeling
Wat het kind wil leren, heet de zone van de naaste ontwikkeling (wat het kind met
hulp kan en/of gedeelde verantwoordelijkheid van begeleider en kind)
Paniekzone
De paniekzone staat voor de zone waarin er dingen van het kind worden gevraagd
die het niet aankan. Hierdoor kan het kind beschadigd raken – denk hierbij aan
faalangst of een verminderd zelfvertrouwen. Een kind kan dan ongewenst gedrag
laten zien door agressie of afkeer
Verschillende benaderingen van leren
Ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) betekent dat de nadruk ligt op de
ontwikkeling van het kind en men op systematisch aandacht besteed aan het
optimaal benutten van zijn mogelijkheden. Het belangrijkste principe van
ontwikkelingsgericht onderwijs is de zone van de naaste ontwikkeling. OGO hecht
veel waarde aan observeren en reflecteren op gedrag en ontwikkeling. Frea
Janssen-Vos en Lev Vygotski zijn de medegrondleggers van ontwikkelingsgericht
onderwijs. Bij OGO wordt vaak gewerkt met thema’s.
Bij resultaat gericht onderwijs (RGO) ligt de focus bij de professionals op het
behalen van goede leerresultaten
Bij ervaringsgericht onderwijs (EGO) gaat het om welbevinden en betrokkenheid
van de leerlingen. Hierdoor wil men leren en school leuk maken. De Belgische
onderwijskundige Ferre Laevers wordt gezien als de grondlegger van EGO. Bij deze
benadering is het proces dat de leerling doormaakt, belangrijker dan het eindproduct
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MeesterNick. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.