100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bestuursrecht leerjaar 1 periode 3 $4.40
Add to cart

Summary

Samenvatting Bestuursrecht leerjaar 1 periode 3

 22 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle voorgeschreven stof vanuit het boek + hoor- en werkcollege aantekeningen

Preview 3 out of 18  pages

  • Yes
  • March 22, 2021
  • 18
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Bestuursrecht samenvatting leerjaar 1 periode 3
Tekst in blauwe letters zijn noodzakelijk bij het beantwoorden van vragen

Lesweek I hoofdzaken van het bestuursrecht H1 en H2
Wat regelt het bestuursrecht:
 Hoe is het bestuur georganiseerd?
 Welke bevoegdheden heeft het bestuur?
 Aan welke rechtsnormen heeft het bestuur zich te houden?
 Hoe kan het bestuur ervoor zorgen dat burgers zich aan de voor hen geldende
rechtsnormen houden?
 Welke juridische bescherming is er voor burgers tegen beslissingen en handelen van
het openbaar bestuur?

Bijzonder bestuursrecht: verschillende onderwerpen
Algemeen bestuursrecht: centrale onderwerpen (AWB)

Nederland is een democratische rechtsstaat -> De overheid dient fundamentele rechten en
vrijheden van burgers te eerbiedigen en moet zich inzetten voor de verwerkelijking van die
rechten en vrijheid, terwijl dit alles geschiedt onder controle van de door het volk gekozen
volksvertegenwoordigers.

Om de doelen van de rechtsstaat te bereiken moeten aan 4 fundamentele eisen worden
voldaan:
 Wetmatigheid van bestuur
 Rechterlijke controle
 Evenwicht tussen de verschillende machten
 Eerbiediging grondrechten

Twee uitgangspunten die de basis vormen van het bestuurlijke handelen:
 Legaliteitsvereiste -> het bestuur heeft voor vele handelingen een grondslag nodig
(democratisch) en het bestuur dient te handelen conform die wet wanneer het deze
handelingen verrichten
 Specialiteitsbeginsel -> het bestuur mag bij de uitvoering van een bepaalde wettelijke
regeling slecht die belangen behartigen ter bescherming waarvan de betrokken
regeling in het leven is geroepen. (geen bevoegdheid gebruiken als het niet voor een
specifieke situatie geregeld is)




Hiërarchische opbouw normenstelsel:

, 1. Verdragen
2. Statuut (regeling voor de verhoudingen tussen NL en bijbehorende landen)
3. Grondwet
4. Wetten in formele zin
5. Koninklijke Besluiten die regels bevatten
6. Ministeriele regelingen (verordeningen)
7. Provinciale verordeningen
8. Gemeentelijke – en waterschap verordeningen
9. Beleidsregels (niet volledig bindend)
10. Voorschriften/ verplichtingen verbonden aan een beschikking (wel volledig bindend)
Wet in formele zin mag niet getoetst worden aan de Grondwet

Wet in materiele zin: algemeen verbindende voorschriften richting burgers

Doelen Awb:
 Er zou meer eenheid in de bestuursrechtelijke wetgeving moeten komen
 Het systematiseren en vereenvoudigen van bestuursrechtelijke wetgeving
 Het in de wet vastleggen van normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld
 Het treffen van voorzieningen die naar hun aard een algemene regeling behoeven

Manieren waarop de Awb richting geeft aan andere wetgeving:
 Dwingend recht -> wetgever heeft het verplicht gesteld
 Regelend recht -> tenzij in de wet anders is bepaald
 Aanvullend recht -> zelf termijn bepalen bv
 Facultatief recht -> andere regelgevers MOGEN zelf besluiten

Wanneer een bijzondere wet en Awb in strijd zijn met elkaar gaat de bijzondere wet voor


Overheidshandelingen

Feitelijke handelingen rechtshandelingen

Zonder met publiekrechtelijke privaatrechtelijke
Rechtsgevolg rechtsgevolg

Bestuursorgaan in de zin van andere instanties
Van Awb

Mondeling schriftelijk

Voor concreet geval van algemene strekking
(Beschikking)

, Het uitgangspunt in een democratische rechtsstaat is dat de overheid bij haar handelen
openbaar is naar de burgers. Onderscheid moet daarbij worden gemaakt van:
 Verdragen, wettelijke regelingen en beleidsregels
 Vergaderingen
 Informatie

Wet openbaarheid van bestuur draagt bestuursorganen op om burgers informatie te
verstrekken. Bij het weigeren kan de burger naar de rechter gaan.
 Het verzoek moet informatie betreffen, neergelegd in documenten
 Het verzoek moet een bestuurlijke aangelegenheid betreffen

Actoren in het bestuursrecht:
 Openbare lichamen -> gemeente, provincie, waterschap, Nederlandse Orde van
Advocaten
 Bestuursorganen -> a-organen en b-organen
 Belanghebbende

Lesweek II hoofdzaken van het bestuursrecht H3
Openbaar bestuur: maakt deel uit van de overheid samen met de andere machten, de
wetgevende en de rechtsprekende. In de praktijk wordt het openbaar bestuur ook wel
aangeduid als de overheid.

De opbouw van bestuursorganisaties is hiërarchisch. De wetgeving wordt op een aantal
plaatsen aan organen van ‘hogere overheden’ toegekend waarmee zij organen van ‘lagere
overheden’ tot een bepaalde handeling kunnen dwingen (bindende aanwijzingen), of
waarmee ze aan besluiten van die organen werking kunnen onthouden of ontnemen. Deze
hiërarchie is nodig in verband met het concept van de eenheidsstaat dat aan onze Grondwet
ten grondslag ligt.

Actoren in het bestuursrecht:
- Openbare lichamen -> bij privaatrechtelijke rechtsbetrekkingen
- Bestuursorganen -> bij bestuursrechtelijke rechtsbetrekkingen
- Belanghebbende

Openbaar lichaam H7 GW: publiekelijke gemeenschappen met een zekere democratische
legitimatie, worden door de wet ingesteld.
Aan de besturen van openbare lichamen kan verordenende bevoegdheid worden verleend
(134 GW)

Openbaar lichaam op centraal niveau -> de staat
Openbaar lichaam op decentraal niveau -> provincies, gemeentes, waterschappen, Sociaal-
Economische Raad en de openbare lichamen voor bepaalde beroepen (Nederlandse Orde
van Advocaten)

Art. 2:1 BW kent (publiekrechtelijke) rechtspersoonlijkheid toe aan deze openbare
lichamen. De bestuursorganen handelen namens deze rechtspersonen, zij kunnen dat
namelijk niet zelf.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliavanlaanen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.40  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added