Samenvatting kwantitatief onderzoek:
Hoofdstuk 1 wat is onderzoek
Een onderzoek ontwerpen: alle activiteiten die leiden tot het afbakenen van het onderzoeksonderwerp
(het domein), dus het formuleren van de probleem- en doelstelling en eventuele deelvragen.
Onderzoek doen is het analyseren van een probleem of situatie volgens een bepaald stappenplan. Dit doe
je met hulpmiddelen die daarvoor ontwikkeld zijn. Door de situatie of het probleem op deze manier te
benaderen, kan je antwoord geven op vragen en problemen oplossen.
Werken volgens een stappenplan is een systematische aanpak. De hulpmiddelen die je hierbij gebruikt kan
je vergelijken met gereedschap in een toolkit (uitgangspunten, instrumenten en aanwijzingen). Alles wat je
nodig hebt, zit daarin. Je hoeft het alleen maar te pakken. En je moet natuurlijk het juiste gereedschap
kiezen.
Onderzoek doe je om vragen te beantwoorden of problemen aan te pakken. Een onderzoek hoeft niet
altijd een probleem op te lossen en een probleem is niet altijd negatief. (overzicht creëren: Hoe
werkt…?/Wat zijn de kenmerken van…?) Goed onderzoek doen betekent niet zozeer dat je de juiste
antwoorden kunt geven, het betekent dat je de juiste vragen kunt stellen.
Bij een informele observatie (in het dagelijkse leven, als je niet echt van plan bent een onderzoek uit te
voeren) laat je je misschien leiden door je eigen referentiekader om conclusies te trekken. Dat betekent
dat je er onbewust van uitgaat dat andere mensen net zo doen als jij. Een echte onderzoeker doet dat niet
en maakt gebruik van een systematische observatie, dus met een vastgesteld stappenplan, zonder van
tevoren een uitkomst in gedachten te hebben.
Praktische aandachtspunten: eerst maak je een onderzoeksplan: je formuleert een probleemstelling, je
kijkt of andere mensen al eerder onderzoek naar jouw probleem hebben gedaan en wat hun conclusie was.
Je bepaalt de deadline en kijkt hoeveel budget er nodig (en beschikbaar) is voor het uitvoeren van je
onderzoek. Je overlegt met je begeleider, met je opdrachtgever, met je medeonderzoekers. Behalve deze
praktische zaken zijn er ook diepgaander uitgangspunten, zeg maar de basisprincipes (normen) van
onderzoek doen. methodologie. Met deze uitgangspunten kan je onderzoek op verschillende manieren
omschrijven: het zijn de markers van onderzoek.
Kennisvraag: vraag waarbij de antwoorden kennis opleveren over een onderwerp (fundamenteel
onderzoek) (meer intern gericht)
Praktijkvraag: vraag waarbij de antwoorden leiden tot het oplossen van een praktijkprobleem
(praktijkgericht onderzoek) (meer extern gericht)
Kwalitatief onderzoek: onderzoek met behulp van niet-cijfermatige gegevens
- Onderzoek in het veld. Interesse in de betekenis die onderzochte personen zelf aan situaties geven.
De onderzoeker onderzoekt de onderzochte personen (onderzoekseenheden) in de omgeving als
geheel. Dit heet holisme. Je beschouwt een ervaring dan als onderdeel van de hele belevingswereld
van personen, en niet als een opzichzelfstaand feit. Daarmee is het interpretatief van aard. Taal is
het instrument.
- Valkuil: minder betrouwbaar en precies
- Met context
Kwantitatief onderzoek: onderzoek met behulp van cijfermatige gegevens
- Als onderzoeker ken je aan gegevens een getal toe (man = 1/vrouw = 2). Met deze waarde kan een
objectieve meting uitgevoerd worden. Er worden statistische technieken gebruikt om kenmerken te
verwerken en om verwachtingen over de resultaten te toetsen. Statistische technieken zijn
instrumenten van kwantitatieve methoden.
- Valkuil: niet genoeg diepgang
, - Generaliserend
kwalitatief kwantitatief
nadruk op betekenis/context ja nee
aantal onderzochten weinig veel
gegevens per onderzochte veel weinig
soort gegevens diepgaand oppervlakkig
objectief meetbaar (numeriek) nee ja
statistisch generaliseerbaar nee mogelijk
Triangulatie: probleemstelling aanpakken met meerdere onderzoeksmethoden (kwaliteit/betrouwbaarheid
onderzoek verhogen)
Mixed Method-benadering: onderzoek waarbij kwalitatieve en kwantitatieve methoden worden ingezet
Iteratie (herhaling) is een leidend principe bij inductief onderzoek, want dit leidt tot een hogere kwaliteit
van de resultaten.
Op basis van kennis en expertise hebben onderzoekers altijd wel bepaalde verwachtingen over uitkomsten.
Die verwachtingen zijn bij inductief onderzoek niet op een model/theorie gebaseerd. Dit heet exploratieve
hypothese. Zo’n hypothese toets je op een kwalitatieve manier.
Er zijn kwaliteitscriteria voor de uitvoering van onderzoek en de interpretatie van de resultaten. In
praktijkgericht onderzoek heet dat methodische grondigheid.
Kenmerken van een kritische onderzoeker:
- Houding: onafhankelijk, persoonlijke voorkeuren van de onderzoeker spelen geen rol in het
onderzoek. Strevend naar openheid in je onderzoek. Tegengesproken door ander onderzoek? Jouw
onderzoek is dan weerlegd. Kritische houding belangrijk. Onafhankelijk van mening en doelen van
betrokkenen.
- Kennis: een onderzoeksmethode kan niet worden toegepast zonder daarover geleerd te hebben.
Kennis van methoden is een belangrijk onderdeel van het doen van onderzoek.
- Vaardigheid: je krijgt vaardigheid in het doen van onderzoek door er actief mee bezig te zijn.
Kwaliteitscriteria voor uitvoering en interpretatie van onderzoek:
- Betrouwbaarheid: de mate waarin onderzoek vrij is van toevallige fouten. Onderzoek dat een
andere onderzoeker op dezelfde manier uitvoert, moet tot vergelijkbare resultaten leiden.
Herhaalbaar. Onafhankelijke houding: objectief naar het onderzoek kijken.
- Validiteit: de mate waarin onderzoek vrij is van systematische fouten. Als je de juiste conclusies
kunt trekken, heet het onderzoek intern valide, bij begripsvaliditeit meet je wat je meten wilt.
Zijn uispraken over een grote groep precies volgens alle voorwaarden getoets, dan kunnen ze geldig
worden verklaard voor een grotere groep of voor andere situaties: ze kunnen worden
gegeneraliseerd. Deze generaliseerbaarheid vormt de externe validiteit van het onderzoek.
Bij externe validiteit zijn twee soorten denkbaar:
o Bij statistische generalisatie toetst de onderzoeker door middel van statistische testen
(kwantitatief) of een bepaald resultaat generaliseerbaar is. Technisch dus.
o Bij kwalitatief onderzoek streven onderzoekers vaker naar inhoudelijke generalisatie. Dat is
vergelijkbaarheid van de resultaten in soortgelijke situaties.
- Toetsbaarheid van uitspraken: onderzoek moet toetsbaar zijn. Speculatief (niet op feiten
gebaseerd) of subjectief (het is jouw mening) is niet goed: engelen bestaan.
, Onderzoek wil weerlegbaar zijn. Andere onderzoekers moeten een idee of verwachting door middel
van goed onderzoek kunnen bevestigen of weerleggen (verwerpen).
Eenduidig zijn: voor één uitleg vatbaar (personen/objecten/tijd/plaats)
Openbaar
Repliceerbaar (herhaalbaar): belangrijke voorwaarde om de betrouwbaarheid te kunnen
onderzoeken.
Het criterium toetsbaarheid van uitspraken is vooral van toepassing op kwantitatief onderzoek.
Het informatiegehalte van uitspraken moet maximaal zijn. Om een uitspraak te kunnen toetsen moet je die
wel heel nauwkeurig formuleren. Beschrijf je onderwerp nauwkeurig. Je moet aangeven:
- Welke situatie
- Binnen welke grenzen
- Welke groep is betrokken
- Welke periode
- Wat het domein is: het hele gebied waarop je onderzoek betrekking heeft, alle eenheden waarop je
onderzoek zich richt. Hoe groter je domein, des te informatiever je uitspraken.
Praktische criteria bij de uitvoering van onderzoek:
- Efficiëntie: alle kosten moeten in verhouding tot de resultaten staan en het tijdpad moet haalbaar
zijn.
- Uitvoerbaarheid: er moeten voldoende onderzoekers zijn, je steekproef moet je kunnen
benaderen, gegevens kunnen verzamelen en analyseren en op tijd kunnen rapporteren.
- Bruikbaarheid: de mate waarin onderzoek praktisch relevant is.
Onderzoek heeft tijdens het hele proces een vaste structuur. Het bestaat uit een aantal onderzoeksfasen.
Onderzoekscyclus:
- Ontwerpen: het belangrijkste doel in deze fase is dat je een goede afbakening van je doel- en
probleemstelling bereikt. Vervolgens maak je een ontwerp waarin je aangeeft hoe je de
onderzoeksvraag gaat beantwoorden, welke dataverzamelingsmethoden je daarbij gebruikt,
hoeveel tijd en welke middelen je daarbij nodig hebt, e wie er bij je onderzoek betrokken zijn. Ook
laat je zien welke onderzoeksinstrumenten je inzet. Ten slotte geef je aan hoe je de gegevens gaat
analyseren, en welke methode je daarbij gebruikt.
- Gegevens verzamelen
- Analyseren
- Evalueren en adviseren
Als je alle fasen van het onderzoek hebt doorlopen, dan eindig je het project met een verslag waarin je
verantwoording aflegt van de gebruikte onderzoeksmethoden, en waarin je de resultaten presenteert.
Deze resultaten kan je ook samenvatten in een bruikbaar instrument voor de opdrachtgever. Een
beroepsproduct. Zo’n beroepsproduct varieert per vakgebied, onderwerp en probleemstelling.
(advies/plan van aanpak/behandelplan/voorstel maatregelen/aanbevelingen) Verschil? Na de evaluatie
volgt er een product.
Hoofdstuk 2 het onderwerp kiezen
Mogelijkheden bij onderwerpskeuze
1. Vrije keuze: je stelt zelf een onderwerp voor.
2. Praktijkopdracht: er komt een verzoek van een opdrachtgever om praktijkonderzoek te doen naar een
bepaald probleem.
3. Opleidingsprogramma: je bent niet vrij om zelf een onderwerp te zoeken, maar je moet een keuze maken uit
wat je opleiding aanbiedt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kyralobbert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.