,Hoofdstuk 1 Vermogensrechten
Goed, zaak registergoed
Het vermogen bestaat uit ‘goederen’. Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten
(art. 3:1). Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art. 3:2;
zie voor dieren art. 3:2a). Iedere zaak is dus een goed, maar niet ieder goed is een zaak.
Een vermogensrecht is wel een goed, maar geen zaak.
Registergoederen zijn goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving in
daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is (art. 3:10). Alle onroerende zaken
zijn registergoederen (art. 3:89). Alle onroerende zaken zijn registergoederen. Sommige
roerende zaken zijn registergoederen (bijvoorbeeld schepen en vliegtuigen).
Absolute en relatieve rechten
Eigendom:
Is een absoluut recht. Het kan worden gehandhaafd jegens iedereen. De eigenaar
staat tegenover de rest van de wereld.
Eigendom is een exclusief recht. De eigenaar behoeft niet te dulden dat een
ander van de zaak gebruik maakt. De exclusiviteit is niet onbeperkt:
o Hinder (art. 5:37)
o Misbruik van bevoegdheid (art. 3:13)
o Publiekrecht (“sociale eigendom”)
Eigendom heeft ook gevolg (droit de suite). Het eigendomsrecht blijft op de zaak
rusten, ook al raakt zij in andere handen (HR Blaauboer/Berlips).
Met behulp van eigendomsvordering (revindicatie) kan iemand zijn eigendom vorderen
(art. 5:2).
Vorderingsrecht:
Een vorderingsrecht is relatief.
Het is een rechtsbetrekking tussen twee bepaalde personen: schuldeiser en
schuldenaar.
Zakelijke en persoonlijke rechten
Zakelijk recht:
Recht op een zaak (een stoffelijk object; art. 3:2). Eigendom is een zakelijk recht
(art. 5:1).
Zakelijke rechten zijn onderworpen aan twee beginselen: het
individualiseringsprincipe en het eenheidsbeginsel.
o Individualiseringsprincipe: het is van belang dat er op enigerlei wijze
valt uit te maken op welke goederen het eigendomsrecht betrekking heeft.
De zaak moet voldoende te onderscheiden zijn van andere zaken en
voldoende identificeerbaar (HR Teixeira de Mattos).
o Eenheidsbeginsel: dat zakelijke rechten slechts zaken betreffen die een
eenheid vormen en geen onzelfstandige delen. Wat voor de mens
functioneel een eenheid vormt (bestanddelen; art. 5:3 jo. 3:4)
Persoonlijk recht:
Een vorderingsrecht is een persoonlijk recht.
Aanspraak jegens een bepaald persoon.
Bestanddelen
Om uit te maken wat als bestanddeel heeft te gelden, zijn er twee criteria: de
verkeersopvatting en een zeer hechte fysieke verbinding (art. 3:4).
Verkeersopvatting: de hoofdzaak bij het ontbreken van het bestanddeel ‘als
onvoltooid moet worden beschouwd in de zin dat de hoofdzaak dan niet geschikt
is te beantwoorden aan haar bestemming’.
Pagina 1 van 30
, Zeer hechte fysieke verbinding: verbinding die zo hecht is dat zij niet
ongedaan gemaakt kan worden.
Beperkte rechten
De eigenaar kan bepaalde bevoegdheden afsplitsen en verlenen aan een ander (art.
3:81). Een beperkt recht is dus een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht,
welke met het beperkte recht is bezwaard.
Gebruiksrechten: geven de beperkt gerechtigde bevoegdheden tot gebruik
(erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en vruchtgebruik).
Zekerheidsrechten: verlenen de rechthebbende meer zekerheid bij het verhalen
van zijn vorderingsrecht (pandrechte en het recht van hypotheek).
Een beperkt recht is steeds een absoluut recht en meestal tevens een zakelijk recht.
Wanneer het beperkte recht is gevestigd op een vermogensrecht is het geen zakelijk
recht.
HR Blaauboer/Berlips
In dit arrest wordt er een onderscheid gemaakt tussen absolute en relatieve rechten. De
persoonlijke verplichtingen van een goed gaan niet over op degene die dat goed onder
bijzondere titel verkrijgt. Persoonlijke rechten ten aanzien van een goed (in tegenstelling tot
verplichtingen), gaan wel over op de verkrijger van dat goed onder bijzondere titel. Dit wordt
dan ook wel kwalitatief recht genoemd (zie: art. 6:251 BW).
Berlips verkoopt zijn grond aan Blaauboer. Bij de verkoop belooft hij aan Blaauboer dat hij
een weg zal aanleggen op een naastliggende strook grond, die hij ook in zijn bezit heeft en
behoudt. Later wordt die strook overgedragen aan een derde, zonder dat de weg is
aangelegd. Blaauboer eist schadevergoeding van Berlips op grond van wanprestatie. Berlips
stelt dat de verplichting tot het aanleggen van de weg is overgegaan op de nieuwe eigenaar
van de strook grond. De rechtbanken het Hof stellen Berlips in het gelijk. De Hoge Raad
oordeelde anders:
De Hoge Raad oordeelt dat de verbintenis niets te maken heeft met de eigendom van de
grond. Als Blaauboer zijn recht kan worden uitgeoefend tegen iedere rechthebbende op de
grond, waarop de weg moest worden aangelegd, dan zou dat recht ‘droit de suite’ (gevolg)
hebben en dus een goederenrechtelijk karakter hebben. Dat strijdt met het strikte
onderscheid dat gemaakt moet worden tussen het goederen- en verbintenissenrecht.
Eigendom en verbintenis staan dus los van elkaar. Indien dit onderscheid niet gemaakt zou
worden, zouden overeenkomsten een belemmering kunnen vormen voor het verkopen van
een stuk grond. Je zou dan zonder dat je het weet, gebonden kunnen zijn aan een andere
overeenkomst. De Hoge Raad acht dit in strijd met het beginsel van rechtszekerheid.
HR Teixeira de Mattos
Dit arrest gaat over de stelplicht en bewijslast bij revindicatie van een roerend goed,
namelijk certificaten. Eisers brengen een aantal certificaten onder bij een bank. Aan de bank
wordt surseance van betaling verleend. Vervolgens willen de eisers hun certificaten terug. De
certificaten zijn bij de bank ondergebracht zonder nummers en zijn daardoor niet meer te
onderscheiden van de andere certificaten. In dit arrest is door de Hoge Raad erkend dat
eigendomsverkrijging buiten de door de wet erkende wijze van eigendomsverkrijging
mogelijk is; in dit geval vond eigendomsverkrijging plaats doordat de eigendom van de
goederen onder de feitelijke omstandigheden niet meer identificeerbaar was. De hoofdregel
uit dit arrest is, indien wanneer iemand zijn eigendomsrecht op een zaak uit een hoeveelheid
soortgelijke zaken erkend wil zien, hij precies en nauwkeurig moet kunnen aantonen welke
Pagina 2 van 30
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MikeR24. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.