Dit is mijn samenvatting van het boek conflicten in organisaties van Y.H. Gramsbergen-Hoogland, H. Blom en H.T. van der Molen. Deze samenvatting heb ik geschreven voor de trainingen conflicthantering en agressie in mijn derde jaar van SJD.
Hoofdstuk 1
Er is sprake van een conflict als:
- Er twee of meer partijen zijn, zoals individuen, groepen, organisaties of
regeringen, die hun eigen doelen nastreven en die van elkaar afhankelijk
zijn.
- Twee partijen niet tegelijkertijd hun doel kunnen bereiken;
- Minstens één partij de andere partij als een blokkade voor het eigen
handelen ervaart;
- Partijen handelingen proberen uit te voeren die onverenigbaar zijn met die
van de tegenpartij, terwijl buitenstaanders niet altijd begrijpen waar het
probleem ligt;
- Partijen zich ervan bewust zijn dat ze tegenover elkaar staan.
Redenen waarom we door conflicten in beslag worden genomen:
- Een conflict is een verstoring van de dagelijkse gang van zaken, die ons
dwingt iets te doen. Ook als we niets doen, voelen we ons onder druk
staan;
- Conflicten gaan met sterke emoties gepaard: we worden onzeker, angstig
of geprikkeld;
- Conflicten kunnen escaleren. Het conflictgebied kan groter worden en we
betrekken er meer mensen en andere thema’s in. Het conflict wordt zo
intensiever, het neemt ons nog meer in beslag.
- Conflicten zijn pas de wereld uit, als ze op de een of andere manier
opgelost zijn. Tot die tijd houden ze ons bezig en voelen we ons niet goed
in staat de dagelijkse gang van zaken te hervatten.
Competente onderscheiden conflict:
1. Conflictpartijen: welke partijen spelen een rol?
2. Conflictthema’s: welke thema’s spelen een rol?
Sociale conflicten:
Ontstaat tussen mensen of groepen, waarbij minstens één persoon of groep de
situatie op de volgende wijze ervaart: het eigen denken/voelen/handelen lijkt
onverenigbaar met dat van de anderen en de eigen handelingsmogelijkheden
lijken daardoor beperkt te worden.
Interpersoonlijke conflicten: zijn conflicten die zich tussen twee of meer
individuen afspelen.
Intergroepsconflicten: zijn sociale conflicten, die zich tussen twee of meer
homogene groepen afspelen.
Maatschappelijke conflicten: zijn sociale conflicten tussen grote groepen in
de samenleving.
Intrapersoonlijke conflicten:
Bij het intrapersoonlijke conflict heeft de persoon een innerlijk conflict. Iemand
wordt met keuzemogelijkheden geconfronteerd die het hem moeilijk maken om
te kiezen. Drie vormen:
1. Attractie – attractie – conflict
Iemand heeft de keuze tussen twee alternatieven, die hij beide aantrekkelijk
vindt, maar die hij helaas niet gelijktijdig kan uitvoeren.
2. Vermijding – vermijding -conflict
,Iemand moet tussen twee alternatieven kiezen die hij beide onaantrekkelijk
vindt.
3. Attractie – vermijding – conflict
Iemand staat voor een beslissing, die zowel voor- als nadelen meebrengt.
Vier bronnen van conflicten:
Doelconflict: twee of eer conflictpartijen streven tegengestelde of met elkaar
concurrerende doelen op plannen na. Omdat ze onderling geen afspraken
aken en hun handelingen niet coördineren is er sprake van conflict over de
doelen;
Beoordelingsconflicten: is er wel een gemeenschappelijk doel, maar de
conflictpartijen zijn het niet eens over de weg om het doel te bereiken.
Verdeelconflicten: een conflictpartij heeft het gevoel dat zij er bij de
verdeling van de middelen bekaaid vanaf komt. Er zijn nu eenmaal zelden
voldoende middelen om alle betrokkenen tevreden te stellen
Relatieconflicten: mensen hebben vaak verschillende overtuigen,
waardesystemen, belangen, ervaringen en sociale achtergronden.
Gevolgen:
- Disfunctionele conflicten: zorgen voor procesverlies.
- Functionele conflicten: deze leiden juist tot hogere groepsprestaties.
Latente conflicten: zijn nog niet tot uitbarsting gekomen, zij smeulen als het ware
onder de oppervlakte en kunnen ieder moment zichtbaar worden.
Manifeste conflicten: worden wel uitgevochten en zijn dus wel zichtbaar
geworden.
Positieve functies van een conflict:
- Conflicten kunnen groepsdenken tegengaan;
- Diversiteit kan worden gezien als een bron van meerwaarde;
De inbreng vanuit verschillende achtergronden, ervaringen, persoonlijkheden en
andere kwalificaties verbetert de kwaliteit van beslissingen.
- Competitie tussen groepen kan voordelen hebben;
- Competitie binnen de eigen groep kan positief worden opgevat.
Een groep doorloopt in de regel de volgende fasen:
1. Fase 1 formatie: mensen leren elkaar kennen en raken vertrouwd met de
uit te voeren opdracht;
2. Fase 2 storm: individuele verschillen in persoonlijkheid en aanpak worden
zichtbaar. Daardoor komen conflictpunten aan de oppervlakte. Er begint
een gevecht om posities en status. Schermutselingen tijdens de stormfase
kunnen zich zowel in de zakelijke als relatiesfeer afspelen.
3. Fase 3 normering: tijdens deze fase resulteren de conflicten in ene pikorde
met bijbehorende roldefinities. Er ontstaan groepsnormen met betrekking
tot het gewenste gedrag en de groep ontwikkelt een soort groepsidentiteit
en overeenstemming over het gemeenschappelijke doel.
4. Fase 4 uitvoering: er kan naar behoren gepresteerd worden, omdat
uiteindelijk een stabiel patroon van persoonlijke relaties en taakgerichte
rollen gevestigd is.
,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophievanderholst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.36. You're not tied to anything after your purchase.