Dit is een samenvatting van de hoorcolleges gegeven door Bram Peper en collega's. Ik heb alle begrippen groen gekleurd en belangrijke personen paars. De hoofdonderwerpen staan in een groter lettertype geschreven en de subonderwerpen staan dikgedrukt. Met deze samenvatting ga je zeker een dikke vold...
sociologie vs psychologie
verschil met psychologie:
• psychologie zoekt problemen vaak in een individu (psyche)
• sociologie in maatschappij (buiten psyche)
• (maar geen perfect onderscheid)
• soort verklaring:
- psychologie geeft vaak een individuele verklaring
- sociologie geeft sociale verklaring
sociologie
→ doet systematisch onderzoek naar de menselijke samenleving
→ onderzoekt menselijke patronen van denken, voelen en handelen
→ bekijkt hoe we in het bijzondere het algemene kunnen zien
→ (alles is altijd anders, maar ook een beetje hetzelfde)
voor-en nadelen
voordelen:
• debunking: niet alles wat we denken is altijd waar
• begrip: beter begrip van omstandigheden waarin we zitten en waarom
• empowering: laat nadeel voor sommige groepen zien, wat mobiliserend kan werken
• (H)erkenning
nadelen:
• alles verandert altijd
• sociologen zijn ook mensen: moeilijk afstand houden
• sociologie wordt onderdeel van maatschappelijk debat
2 elementen als je naar sociologie kijkt:
1. een individu
2. een sociaal wezen
Wat is sociologie?
→ het bestuderen en onderzoeken van de samenleving. (onderzoeken, beschrijven en
verklaren van de manier waarop mensen samenleven)
→ alles wat er in de samenleving gebeurt roept bij een socioloog vragen op
• interactie tussen mensen
• op zoek naar algemeen sociaal gedrag
- individuen opdelen in hokjes
- overeenkomsten en verschillen tussen hokjes
1
, - open deuren/triviaal: dat weten we toch al?
- dilemma’s/ raadsels die opgelost moeten worden
o bv. collectieve goederen als iedereen individueel gewin nastreeft?
- daadwerkelijk functioneren van de samenleving en verbeteren van de samenleving
o maakbare samenleving creëren
Sociologische verbeelding
sociologische verbeelding= je hebt persoonlijke problemen en sociale problemen
• bewust worden van hoe de samenleving werkt
• manier van denken en manier van doen
• kritiek: pseudowetenschap: geen eigen object van studie → dit klopt niet
• kritisch bekijken wat als vanzelfsprekend aangenomen wordt
• sociologie vs. de “common sense”
Zygmunt Bauman
1. responsible speech: regels van verantwoorde argumentatie
2. size of the field: het overstijgen van de eigen sociale wereld
3. making sense: het verklaren en interpreteren van menselijk gedrag door te kijken
naar de verschillende figuraties en instituties waarin mensen zijn gebed
4. defamiliarize: het vermogen om bekende en vanzelfsprekende zaken ter discussie te
stellen
Sociologie kijkt naar 3 niveau’s:
2
,Sociologie heeft 3 hoofdvragen
sociologie is ontstaan bij de overgang van de traditionele naar de moderne samenleving
1. hoe is sociale (wan)orde mogelijkheid? → vooral voortgekomen uit oorlog
2. hoe is sociale (on)gelijkheid mogelijk? → armoede vs. rijkdom
3. hoe werkt het proces van rationalisering (modernisering) van de wereld?
Het ontstaan van de sociologie
veranderingen in structuren van de samenlevingen
1. jagers en verzamelaars
2. nomadische samenlevingen
3. agrarische samenlevingen
4. industriële samenlevingen
5. postindustriële samenlevingen
→ indeling is gebaseerd op technologie (bv. bij jagers en verzamelaars weinig bezittingen,
want dit moest meegenomen worden en bij agrarische en industriële samenleving
winstverdeling)
let wel op met technologische determinisme:
• technologie is neutraal, mensen bepalen oe het wordt gebruikt
• vijf samenlevingen geen opeenvolgende stadia of ‘vooruitgang’ → ‘eurocentrisme’
• technologie kent grenzen: geen oplossing voor alles
• technologie produceert nieuwe problemen
• technologische vooruitgang stelt grenzen aan milieu
sociologie is vooral ontstaan rond de industriële en Franse revolutie hier hebben een aantal
maatschappelijke veranderingen plaatsgevonden:
1. economische veranderingen: groei van het kapitalisme en de industriële revolutie
(vanaf 1750) → vooral Europese landen erg welvarend
2. politieke veranderingen: Franse revolutie (1789): (men wilt hun stem laten horen)
a. vrijheid
b. gelijkheid
c. solidariteit
3. kerkelijke ontwikkelingen → afsplitsing christelijke naar protestant
4. groei van steden en het ontstaan van sociale problemen
De samenleving wordt als studieobject beschouwd:
1. opkomst van de moderne wetenschap (herwaardering voor empirische waarneming)
2. de ontdekking van de samenleving
3. de sociologie als studie van de samenleving
3
, Aguste Comte (1798-1857)
• bedacht de term ‘sociologie’
• de wet der 3 stadia:
1. Theologisch stadium: verklaring d.m.v. goden en geesten
2. metafysisch stadium: verklaring door abstracte, filosofische speculatie over de
‘natuurlijke orde’
3. wetenschappelijk stadium: wetenschappelijke verklaring door objectieve
waarneming
19e eeuw
• opkomst van sociaal-darwinistisch denken
- Herbert Spencer → “survival of the fittest”
(Darwin: soorten passen zich aan, aan het klimaat, Spencer: samenleving veranderen,
omdat je de samenleving wilt verbeteren)
• “beschavingsarbeid” → midden en bovenste klasse bekommeren zich om de
arbeiders
• disciplinering
• volksopvoeding
• vertrouwen in de wetenschap
• de “Sociale Quaestie” → aandacht voor de slechte woningen voor arbeiders
De ‘sociale quaestie’
• ellende van urbanisatie en industrialisatie
- (Karl Marx en Fiedrich Engels)
• opkomst arbeidersbeweging
• reactie liberalen en confessionelen → welbegrepen eigenbelang (Abram de Swaan)
Onderzoeksthema’s voor sociale wetenschappers (in de 19e eeuw)
• armoede
• arbeidsverdeling
• verhouding tussen arme en rijke klasse
Academici en ‘do gooders’
• volksverheffing
• social workers
• blauwe knoop → zorgen dat arbeiders hun loon niet aan het einde van de week
volledig opmaakte in de kroeg (“ach vader drink niet meer”)
Socialistische en Marxistische interesse in NL
• interesse in maatschappelijke vraagstukken
• intellectuelen in de jaren ’80 van de 19e eeuw zoals:
- Frederik van Eeden (Walden)
- Herman Gorter
- Henriëtte Roland Holst
• relatief weinig academische invloed
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kyrabl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.