Bedrijfseconomie samenvatting bedrijf starten
hoofdstuk 1
- De oprichting van de kas
- er zijn een paar grote verschillen tussen een werknemer en een ondernemer:
1. Een werknemer heeft meestal een vast inkomen voor een vast aantal uren, er is
voor de werknemer een overeenkomst opgesteld waarin staat dat hij werk levert aan
zijn baas in ruil voor salaris, een ondernemer daarin tegen heeft geen vast inkomen,
hij moet leven van winst. Dus als het goed gaat met de zaak is zijn in komen hoog,
maar als het slacht gaat is zijn inkomen laag
2. Een werknemer is verzekerd tegen werkloosheid en als hij ziek is moet hij worden
doorbetaalt, een ondernemer moet voor zichzelf zorgen en kan alleen in aanmerking
komen voor bijstand als hij echt al zijn geld kwijt is
3. Ondernemers moeten hun pensioen zelf regelen en betalen en bij werknemers
word dat voor een deel al betaalt
4. De werknemer is alleen verantwoordelijk voor zijn taak, als ondernemer ben je de
baas en de baas is verantwoordelijk voor alles
5. Een ondernemer ontvangt meer belasting voordeel dan een werknemer
- Alle zaken die er nog moeten gebeuren voor je een eigen bedrijf kunt beginnen
1. Vergunningen
- als je een bedrijf wilt starten heb je voor sommigen genres vergunningen nodig,
bijvoorbeeld voor de horeca, voor een normale winkel is dat niet nodig
- als je iets wilt verbouwen aan je bedrijf zijn er vaak ook vergunningen nodig
- en als je je ergens wilt vestigen met je bedrijf heb je daar ook een vergunning
voor nodig en die vergunning moet je aan vragen bij de gemeente
2. Inschrijven in het handels register
- elk bedrijf moet worden ingeschreven bij de kamer van koop handel, daar word
de naam goed gekeurd en er moet gekeken worden of je bedrijfsnaam nog niet
bezet is
- of je bedrijfsnaam nog vrij is kan je ook zien op de site van de kamer van
koophandel
3. De administratie
- volgens de wet moet elk bedrijf de administratie doen, dat houd in dat er elk
jaar een balans gemaakt moet worden en dat alle papieren 7 jaar lang bewaard
moeten blijven
4. De vestingplaats
- er moet ook een vestiging geregeld worden, dat is een pand waar alles logt
opgeslagen en waar je kan werken
- je moet dan een pand zoeken, handig is als hij op een thetische plek zit,
vervolgens moet je een hypotheek aanvragen
- er zoiets als staatsgarantie, dat houd in dat als je je hypotheek niet meer kan
betalen dat de staat het dan doet, daardoor is de bank meestal berijd meer risico
te nemen, dus door een grotere hypotheek te geven
, 5. de investeringsbegroting
- je moet en begroting maken, daar moet je vervolgens inzetten wat je allemaal
nodig hebt en hoeveel het kost
6. de resultatenbegroting
- in deze begroting staan de opbrengsten die je gaat maken in de toekomst, je
krijgt de winst door de kosten eraf te halen
- je kan hiervan afleiden of je er van kan leven
7. de liquiditeitsbegroting
- hierin komen alle uitgaven en ontvangsten te staan die je later moet gaan doen,
dit geeft aan of je genoeg in de kas hebt zitten
8. de rechtsvorm
- de rechtsvorm is een juridisch iets waardoor je bedrijf gesorteerd kan worden,
er wordt ook meebepaald hoe hoog je belasting moet zijn, elk bedrijf heeft een
rechtsvorm nodig
- als je een eenmanszaak hebt is het belangrijkste kenmerk dat er geen verschil zit
tussen privé en zakelijk, dus als je failliet gaat ben je alles kwijt, que zakelijk maar
dus ook privé
- en als je getrouwd bent in gemeenschap van goederen is je partner dus ook
alles kwijt, je kan met een eenmanszaak dus beter in beperkt gemeenschap van
goederen trouwen en wat bezittingen op de anders naam zetten
- vermogen: alle bezittingen – de schulden
9. de verzekeringen
- als ondernemer loop je best wel wat risico en tegen verlies kun je je natuurlijk
niet verzekeren, maar hier een paar handige verzekeringen voor je bedrijf:
= een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (als je iemand iets aandoet met je
auto)
= een opstalverzekering (als er iets gebeurd met je bedrijfspand)
= een inventarisverzekering (als er iets gebeurd met de voorraden)
= een overlijdensrisicoverzekering (als je als ondernemer overlijd moet er iemand
voor de zaak zorgen)
= een bedrijfsschadeverzekering (als er schade is aan het bedrijf: brand of storm)
10. de financiering
- je moet iets hebben waar je je geld vandaan kan halen voor aanschaffingen voor
je bedrijf
11. diversen
- je moet ook een bankrekening openen, meubels kopen, verlichting zoeken en
nog veel meer
- de btw
- het gene wat je als ondernemer maar ook als consument niet kunt ontlopen is
belasting, ook wel btw, de ondernemer moet de btw bij zijn prijs doen en vervolgens
moet de ondernemer deze btw weer betalen aan de belastingdienst (ficus)
- de ondernemer is dus gewoon een soort doorgeefluik van de belasting
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emydusseldorp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.