Samenvatting van het vak Theoretische Psychologie. Personen worden beschreven met waar zij aan bijgedragen hebben en welke boeken / artikelen zij geschreven hebben.
Hoofdstuk 1. Van phrenology tot wetenschappelijke theorie
Wetenschappelijke psychologie: pas vanaf de 19 e eeuw
- Begin: controverise over mentale lokalisatie (Gall) vs holisme (Flourens) in het brein
- Pseudo-wetenschappelijke benaderingen: physiognomy, mesmerism, spiritualism en mental
healing
Echte wetenschappelijke benadering van de mind door:
- Lokalisatie van mentale functies in het brein (Broca)
- Snelheid van nerve transmissie (Helmholtz, Donders)
- Psychophysics (Weber, fechner)
Pre-wetenschappelijk idee associatisme nu connectionisme (Rumelhart, McClelland)
Phrenology nu modularity (Fodor, Kanwisher)
Pre-wetenschappelijke benaderingen:
Aristotle (voor christus): mind heeft geen inhoud bij de geboorte (tabula rasa), wordt gevuld door
waarneming.
- De zintuigen leveren modaliteitsspecifieke sensorische images die samen komen in een
supra-modale mentale faculteit (common sense). In de common sense worden associaties
gevormd tussen modaliteit-specifieke images bv smaak en vorm van een appel. De
geassocieerde images worden gebruikt voor denken, mentale processen of komen in
memory.
- Associationisme = theorie dat mentale processen via associaties werken.
- Law of contiguity = als twee dingen herhaaldelijk samen voorkomen, dan zal het voorkomen
van een ding ons ook herinneren aan het andere ding.
Tijdens renaissance en enlightment: moderne wetenschappelijke methoden werden ontwikkeld en
toegepast.
- Verlichting: omarmde reason en wetenschap ‘dare to understand’
- Moderne wetenschappelijke psychologie is gevolg van de verlichting.
John Locke (1690): gebruikte de oude associatie theorie als psychologische basis voor een
filosofische theorie over de beperkingen van menselijke kennis
- Esssay: an essay concerning human understanding
4 veronderstellingen:
1. Als we geboren worden, is de mind leeg
2. Sensorische assumptie: onze zintuigen leveren de elementaire mental images
3. Atomistische assumptie: de elementaire sensorische images zijn de building blocks voor de
vormig van complexe mentale inhoud.
4. Associatieve assumptie: deze constructie wordt gevormd door associatie.
Empirisme = mind is een blank slate bij de geboorte en alle kennis wordt verkregen via de zintuigen.
Nativisme: aangeboren mentale vermogens en kennis René Descartes: hij volgde de theorie van
plato op
Donald Hebb (1904): als neuronen tegelijk vuren, vinden er synaptische veranderingen plaats
- Speculeerde over de neurale basis van de wet van contiguity.
,1970: breinonderzoek bevestigde de synaptische veranderingen
Neuraal mechanisme = long term potentiation (werkt overal in brein)
Tegenwoordig: associatisme bekend als connectionisme (door David Rumelhart en James
McClelland).
- Toevoeging: connecionisme formaliseert associatieve netwerken en processen via
wiskundige vergelijkingen in computerprogramma’s.
Aristotle en Locke domain-general = mentale functies werken op dezelfde manier in verschillende
inhouds domeinen. (bv: associatief geheugen werkt hetzelfde voor wiskunde en taal)
- Horizontale factulties
Franz-Joseph Gall: alleen domein-specifieke functies (er is geen functie zoals memory, maar er zijn
verschillende memory functies voor verschillende domeinen zoals taal en wiskunde).
- Verticale faculties
Ook localizationisme = elke domein-specifieke functie heeft een specifieke locatie in het brein
- Alle functies bilateraal gelokaliseerd
- Functie goed ontwikkeld -> meer ruimte in het brein -> leidt tot bumps op de schedel
Phrenology = hoe goed een functie is ontwikkeld bepalen aan de hand van de grootte van de bump
op de schedel.
Phrenology kreeg concurrentie van pseudo-wetenschappelijke benaderingen (populair bij algemeen
publiek, lastig om empirisch te testen)
Physiognomy = het karakter van een persoon wordt gereflecteerd door kenmerken van het
gezicht.
Mesimerisme = magneten genezen mentale ziekten
Spritualisme = bepaalde personen (mediums) kunnen contact maken met de spirits of the
dead
Mental healing = mentale ziekten genezen door correct denken
Flourens: twijfelde aan localizationisme van Gall. Leidde tot controversie over localizationisme vs.
Holisme.
- Empirisch onderzoek
- Boek: Expériences sur le Système Nerveux hij beschreef de uitkomsten van zijn
experimenten waar hij gelokaliseerde lesies maakten in het brein van levende pigeons en
rabbits om de effecten op perceptie, memory en motorfuncties te onderzoeken.
- Lesie hersenstam verlies van vitale functies
- Lesie cerebrate cortex verslechterd higher-level functies (perceptie en memory). Hij kon
geen specifieke regio’s vinden voor perceptie en memory, dus conclusie: perceptie en
memory zijn over het hele brein verdeeld (holisme). Niet duidelijk of dit ook geld voor
mensen.
Paul Broca (in 1860): ontdekking die lokalisatie van hogere mentale functies in cerebrale cortex
ondersteunt
- Patient Leborgne (‘tan’): kon niet praten na breinschade
- Schade in posterior part of the left inferior frontal gyros, verantwoordelijk voor de
verslechtering.
- Alleen patiënten met spraakproductie problemen: schade aan de posterior part of the left
inferior frontal gyros.
, Conclusie: spraakproductie is gelokaliseerd in het menselijk brein. Broca’s area
Broca: keek alleen naar observeerbare lesies aan de corticale oppervlakte. MRI onderzoek in 2007
liet zien dat ook onderliggende fiber tracts, inclusief de arcuate fasciculus, beschadigd waren.
Wernicke: ontdekte dat schade aan de left superior temporal gyrus resulteert in problemen van
spraakbegrip.
- Ontwikkelde een associatie model van taal in het brein gebaseerd op zijn eigen observatie en
die van Broca
- Boek: the aphasic symptom complex: a psychological study on anatomical basis
Volgens Wernicke: het posterior part van de left superior temporal gyrus slaat auditieve afbeeldingen
van woorden op en broca’s area slaat motorimages van woorden op. De breingebieden zijn
verbonden met een fiber tract, die de associatie tussen auditory en motor images medieert, zodat
een persoon een gehoord auditief woord kan herhalen. Een gehoord woord kan ook de betekenis
activeren, gerepresenteerd in concept images.
Concept image = geassocieerde sensorische images van het object waar het woord naar refereert.
Tegenwoordig: embodied cognition = concepten bestaan allen uit perceptuale kenmerken en
motorkenmerken.
Volgens wernicke: concept images zijn in verschillende gebieden gelokaliseerd in het brein, dus bv
kleur en vorm in visueel gebied, smaak in smaakgebied).
Als je het concept in de mind hebt, kan je ook het overeenkomstige woord produceren door de
motorimage te activeren die geassocieerd is met de sensorische images waaruit het concept van bv
een appel bestaat.
Aphasia = taalverslechtering na breinschade
Broca’s aphasia = moeite met spraak produceren en woorden herhalen, begrip gespaard
- Schade aan broca’s area (motor image)
Wernicke’s aphasia = moeite met taal begrijpen en woorden herhalen, spraakproductie
gespaard.
- Schade aan wernicke’s area (auditory image)
Condution aphasia = herhalen van woorden verslechterd, productie en begrip gespaard.
- Schade aan connectie. (later: arcuate fasciculus)
Johannes Müller: verwerking gaat oneindig snel in fysiologische tijd, waardoor verwerkingssnelheid
niet gemeten kan worden.
Hermann von Helmholtz: hij bracht een motor spier en zenuw van een dode kikker in een elektrisch
circuit dat verbonden was met een klok. Stimulatie van de zenuw leidde tot samentrekking van de
spier, waardoor het elektrisch circuit sloot. Door de zenuw op verschillende afstanden van de spier
de stimuleren, kon helmholtz de snelheid van zenuwgeleiding meten: 30 m/s.
- Conclusie: conduction van zenuwimpulsen kost tijd en kan gemeten worden. Unlike J. Müller
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisanne28. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.27. You're not tied to anything after your purchase.