BVJ 6VWO: Samenvatting hoofdstuk 2 transport (6e editie)
8 views 0 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Samenvatting van hoofdstuk 2 transport van het boek Biologie voor Jou, 6e editie, voor de 6e klas VWO/gymnasium. Ik heb er zelf veel aan gehad en nu hoop ik anderen hiermee te kunnen helpen.
Samenvatting H2 BVJ – Transport
Par. 1 – Transportsystemen
Er zijn twee soorten circulatiesystemen:
• Open circulatiesysteem = bloed kan naar buiten; vaak met buisvormig hart
o Geleedpotigen
• Gesloten circulatiesysteem = bloedsomloop = bloed is gescheiden van andere
lichaamsvloeistoffen
o Effectiever en over grotere afstanden
o Gewervelden
o Twee soorten:
▪ Enkelvoudige bloedsomloop = per omloop stroomt het bloed één keer door
het hart
▪ Dubbele bloedsomloop = per omloop stroomt het bloed twee keer door het
hart
• Hogere druk dan enkelvoudige bloedsomloop
Het hart bestaat uit twee delen: de boezem (atrium) en de kamer (ventrikel). Bij organismen met
een enkelvoudige bloedsomloop houdt het bij deze twee op. Bij organismen met een dubbele
bloedsomloop bestaat het hart uit twee helften (linkerharthelft en rechterharthelft), met aan beide
kanten een boezem en een kamer. Eerst gaat het bloed de rechterboezem in, dan de rechterkamer
en dan naar de longen. Dit is de kleine bloedsomloop. Het bloed is nu zuurstofrijk gemaakt. Na de
longen komt het in de linkerharthelft terecht (boezem e daarna kamer) en dan gaat het door het
lichaam heen: de grote bloedsomloop, waarbij stoffen worden opgenomen en afgegeven aan cellen.
→BINAS 84A
De bloedsomloop zorgt voor homeostase door stoffen te transporteren en warmte te verdelen over
het lichaam.
Amfibieën hebben een eenkamerhart, waarbij er bij een samentrekking bloed naar de longen én
naar de aorta gaat. Het bloed in het hart is gemengd zuurstofarm en -rijk.
Bij reptielen zit er een half tussenschot tussen de kamers en boezems. Als het dier niet ademt, kan
het bloed via beide kanten bij de aorta komen. Als het dier wel ademt trekt de rechterhelft iets
eerder samen, waardoor het meeste zuurstofarme bloed naar de longen gaat.
Zoogdieren en vogels hebben een volledig gescheiden dubbele bloedsomloop, doordat de
tussenwand gesloten is.
Bij foetussen is het niet nodig dat bloed langs de longen gaat (slechts een klein beetje voor de
ontwikkeling), omdat het zuurstof krijgt via het bloed van de moeder (placenta/navelstreng). Tussen
de twee harthelften zit een opening: het ovale venster. Ook van de longslagader naar de aorta is een
verbinding: de ductus arteriosis/ductus Botalli. Na de geboorte komt er lucht in de longen, waardoor
de weerstand in de longhaarvaten afneemt, waardoor het bloed naar de longen gaat. Door een
afnemende druk in de rechterharthelft en een stijgend e druk in de linkerharthelft, sluit de klep van
het ovale venster en groeit dat dicht. De ductus arteriosis verdwijnt ook. →BINAS 84B
Biologie voor Jou | 6 VWO | 6e editie
, Par. 2 – Het hart
Het hart zorgt ervoor dat het bloed door je lichaam stroomt en daardoor stoffen transporteert. Het is
een spier, waar de kransslagaders (toevoer van zuurstof en voedingsstoffen) en kransaders (afvoer
van kolstofdioxide en afvalstoffen) overheen liggen.
Het menselijk hart bestaat uit twee helften, gescheiden door een harttussenwand. Het bloed komt
binnen via de onderste en bovenste holle ader in de rechterboezem en daarna in de rechterkamer.
Deze zijn gescheiden door hartkleppen. De rechterkamer pompt het bloed naar de longslagader, die
is afgesloten door middel van halvemaanvormig kleppen en die langs de longen gaat, waardoor het
bloed zuurstofrijk wordt en koolstofdioxide afgeeft. Via de longaders komt het bloed in de
linkerboezem en linkerkamer (opnieuw hartkleppen) en van daaruit wordt het bloed de aorta
ingepompt, die opnieuw is afgesloten door middel van halvemaanvormige kleppen. De slagaders die
van de aorta aftakken, brengen het bloed naar de rest van het lichaam. →BINAS 84C1
Er zijn drie fasen bij één hartslag:
• Systole van de boezems (gelijktijdig) als het hart is volgestroomd met bloed → bloed naar de
kamers (waar op dat moment diastole is)
• Systole van de kamers als de kamers zijn volgestroomd met bloed → bloed naar longslagader
en aorta
o Door druk in de kamer slaan de hartkleppen dicht, waardoor bloed niet terug de
boezems in kan
o Door hogere druk in de kamers dan in de longslagader en aorta worden de
halvemaanvormige kleppen geopend.
• Hartpauze → kamers en boezems in diastole
o Halvemaanvormige kleppen zijn gesloten →BINAS 84D1
Met een stethoscoop zij twee harttonen te horen. De eerste is van het dichtslaan van de
hartkleppen, de tweede van de halvemaanvormige kleppen. Als de kleppen niet goed dichtslaan, is er
hartruis te horen.
De samentrekkingen worden geregeld door de sinusknoop (= groepje gespecialiseerde cellen). Eerst
gaat de impuls naar het spierweefsel in de wand van beide boezems. Hierdoor is de systole van de
boezems. Tussen de rechterboezem en rechterkamer ligt een tweede groep cellen: de
atriumventrikelknoop (AV-knoop). Vanuit deze knoop loopt de bundel van His naar de punt van
beide kamers. Vanuit dit punt trekken de kamers zich samen. De impulsen lopen vanaf daar ook
omhoog. In een elektrocardiogram (ecg) kan de impulsgeleiding worden gemeten en weergeven.
→BINAS 84D2
De hartslagfrequentie/hartritme is de snelheid waarmee de sinusknoop impulsen afgeeft. Hoe meer
je beweegt, hoe hoger de frequentie, zodat de bloeddruk hoog genoeg blijft. De frequentie is ook
afhankelijk van lichaamsgrootte. Bij baby’s slaat het hart gem. 130x p/m en bij volwassenen 70x p/m.
Het slagvolume is bij volwassenen ong. 70-100 ml (zoveel wordt de aorta ingepompt).
In de wand van de halsslagaders en de aorta liggen zintuigcellen die de bloeddruk meten. Bij een te
lage bloeddruk stijgt het hartritme, zodat de bloeddruk stijgt. Bij een te hoge bloeddruk daalt het
hartritme juist. Adrenaline en de hersenstam kunnen ook voor een stijging van het hartritme zorgen.
Bij afwijkingen in het hartritme kan een pacemaker worden gebruikt.
Biologie voor Jou | 6 VWO | 6e editie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marindedr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.