Summary
Een volledige samenvatting van het van Exportmarketing (Internationalisering)
- Course
- Institution
- Book
Een samenvatting van de genoemde hoofdstukken van het vak Exportmarketing, uitgelegd met formules, plaatjes en tabellen.
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
1 review
By: paulschraverus • 3 year ago
Seller
Followirisbalk
Reviews received
Content preview
Internationalisering ExportmarketingSamenvatting
Hoofdstuk 1
Inleiding in internationaal ondernemen
Internationaal ondernemen is een ruim begrip. Het omvat niet alleen het investeren in het
buitenland en het verkopen van goederen en diensten aan het buitenland. Het heeft ook te
maken met de ontwikkeling van internationale economische activiteiten of met de handelingen
die nodig zijn om zaken te gaan doen in het buitenland. Steeds vaker wordt er gebruik gemaakt
van lagelonenlanden om productiviteit te verhogen of om met goedkopere arbeidskrachten te
kunnen werken.
Er is sprake van globalisering (ook wel mondialisering) als niet alleen goederen en diensten,
maar ook kapitaal, kennis en arbeid hun weg vinden over de wereldbol. Daardoor hebben
politieke systemen, economieën en culturen steeds meer invloed op elkaar.
Globalisering kent een aantal voor- en nadelen.
- Voordelen
Draagt bij aan een hogere economische groei en welvaart.
Deelt technologische kennis.
Leidt tot wijdverspreide culturele integratie.
- Nadelen
Grotere kans op ondermijning van lonen in ontwikkelde landen.
Toename van uitbuiting van arbeiders in minder ontwikkelde landen.
Geeft multinationals veel macht.
Naast globalisering is er de laatste jaren ook meer een tendens naar lokalisering. In plaats van
dat men de wereld afzoekt naar potentiële handelspartners, keert men terug naar landen dicht bij
de eigen thuis- of afzetmarkt.
De term glokalisering is een samentrekking van globalisering en lokalisering. Het is de integratie
van het globale met het lokale, resulterend in een unieke uitkomst. Denk aan de McKroket van de
McDonalds.
Door de reactie op de nadelen van globalisering en de opkomst van lokalisering zijn bedrijven in
de nieuwe economie maximaal mondiaal en maximaal lokaal. Een voorwaarde om te kiezen voor
glokalisering, is dat er op de 3 vlakken waarde gecreëerd wordt, namelijk waarde op het sociale,
ecologische en financiële vlak. De 3 vuistregels van ‘glokaal’ ondernemen zijn de volgende:
1. Klik met je buren.
2. Weet de weg op het web.
3. Verplaats zo min mogelijk.
In dit boek wordt ook aandacht besteed aan duurzaam internationaal ondernemen, dat bedrijven
bewust maakt van de manier van zakendoen en de gevolgen daarvan, niet alleen voor mens en
milieu maar ook voor de samenleving. De kern van duurzaam internationaal ondernemen is de
stakeholder. Een stakeholder is een groep of individu die invloed heeft op of beïnvloed wordt
door een organisatie of bedrijf.
Duurzaam internationaal ondernemen bestaat uit 3 pijlers.
- People
Heeft betrekking op de menselijke kant van duurzaam internationaal ondernemen.
Denk daarbij aan mensen binnen en buiten de onderneming en aspecten als
gezondheid/veiligheid op de werkplek, arbeidsrechten, mensenrechten, lonen, etc.
1
, - Planet
Planet houdt de zorg voor het milieu in. De laatste tijd is er veel aandacht voor
recycling, waarbij producten gemaakt worden uit onderdelen die na de levensduur
van het oorspronkelijke product opnieuw gebruikt kunnen worden.
- Profit
Natuurlijk is winst (profit) een voorwaarde voor de continuïteit van een
onderneming, maar daarnaast is er ook een aantal andere aspecten die bijdragen
aan de algemene welvaart, van belang.
Ondernemingen kunnen op verschillende manieren te weten komen welke aspecten belangrijk
zijn bij duurzaam internationaal ondernemen:
- De Europese Unie heeft een speciaal duurzaamheidslabel ingevoerd. Met dit zogeheten
CEEP-CSR label onderscheiden bedrijven zich bij de Europese aanbestedingen. Het
label betreft aspecten als mensenrechten, milieu, eerlijk zakendoen, consumentenbelang
en arbeidsomstandigheden.
- Soms bestaan er convenanten voor een specifieke sector, zoals het convenant voor de
voedingsmiddelenindustrie.
- Verder kan er om onderneming de OESO-richtlijnen raadplegen. Hierin staat hoe een
onderneming hoort om te gaan met onderwerpen als mensenrechten, kinderarbeid,
ketenverantwoordelijkheid en milieu.
- Tenslotte is er de ISO 26000. Deze internationale richtlijnen geef bedrijven handvatten
voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in de praktijk.
Er zijn verschillende manieren van internationaal ondernemen:
- Import
Het importeren is het kopen van buitenlandse producten, die in het land worden
ingevoerd. Producten uit het buitenland die hier in de schappen liggen, dat kan
vanuit 2 oogpunten gebeurd zijn:
Het produceren van goederen of onderdelen is in andere landen
goedkoper, waardoor producten vaak in Europa ontwikkeld worden en in
het betreffende land geproduceerd worden.
Het product of de dienst is in Nederland nog niet op de markt.
- Export
Exporteren is het uitvoeren van binnenlandse producten of diensten. De
belangrijkste motieven waarom een onderneming zich op de buitenlandse markt
begeeft, zijn de volgende:
Nieuwe technieken en nieuwe producten vormen een uitdaging. Op een
minder ontwikkelde markt zal de vraag naar het product groter zijn dan op
een reeds ontwikkelde markt.
De binnenlandse markt is te klein voor het product: er is een te kleine
vraag of een te groot aanbod van eenzelfde soort product.
Om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen moet het steeds naar
nieuwe afzetmarkten zoeken.
Het product dat een bedrijf aanbiedt, heeft een zodanige kostprijs dat het
bedrijf op de buitenlandse markt concurrerend kan werken.
Als een bedrijf te maken heeft met overcapaciteit, is het aantrekkelijk om
producten op een buitenlandse markt te verkopen.
Strategische redenen kunnen de reden vormen om een buitenlandse
markt te betreden.
- Directe investering
Naast handelen met het buitenland kunnen bedrijven ook investeren in het
buitenland, dit heet buitenlandse directe investeringen (BDI). Investeren vindt
plaats wanneer een onderneming direct investeert in de productie in een ander
land. Een onderneming kan ook investeren in het buitenland door een bedrijf in
een ander land op te starten, door een lokaal bedrijf over te nemen of door te
fuseren met een ander bedrijf.
2
,Motieven om zaken te doen met het buitenland kunnen worden onderverdeeld in proactieve en
reactieve motieven.
Proactieve motieven komen voort uit het beleid dat een bedrijf zelf opstelt, dus zonder invloeden
of dreigingen van buitenaf.
1. Winst- en groeidoelstellingen
Bedrijven kunnen tot de conclusie komen dat de groeidoelstelling op de
binnenlandse markt niet meer haalbaar is, omdat de binnenlandse markt volledig
afgedekt wordt.
2. Wil van management
De directie van het bedrijf besloten om te internationaliseren. Het management en
de medewerkers zijn er klaar voor om die nieuwe uitdaging op te pakken, er kan
gereisd worden.
3. Onderscheidend vermogen van product
Met een product dat zich positief onderscheidt van andere producten, kan een
bedrijf zich in het buitenland profileren. Denk hierbij aan een lage prijs,
superioriteit van het product, snelheid van levering, design en goede service.
4. Inspelen op marktkansen in buitenland
De groeikansen op een bepaalde buitenlandse markt zijn soms groter dan op de
thuismarkt. Sommige markten laten een veel hogere welvaartgroei zien dan de
thuismarkt. Voor internationale ondernemingen betekent dit dat ze vaak meer
kans op groei zien in snelgroeiende landen dan in landen waar de goeie duidelijk
achterblijft bij de rest van de landen in de wereld.
5. Schaalvoordelen
Economen hebben aangetoond dat het in sommige gevallen mogelijk is om bij
elke verdubbeling van de productie de kostprijs per eenheid terug te brengen met
10 tot 30% per stuk.
6. Integratie van bedrijfskolom
Sommige bedrijven doen aan voorwaartse of achterwaartse integratie om op die
manier meer controle te krijgen over de gehele keten van producent naar
afnemer. (Zie figuur 1.2 in boek Internationaal ondernemen).
7. Belastingvoordelen
Zakendoen in het buitenland kan ook de nodige belastingvoordelen opleveren,
zoals bijv. de bronbelasting die voor bepaalde landen kan leiden tot een vrijstelling
of teruggave in Nederland. Daarnaast hoeft over buitenlandse verkopen geen btw
te worden afgedragen.
Reactieve motieven komen voort uit invloeden of bedreigingen van buitenaf en niet vanuit het
beleid dat het bedrijf zelf opstelt.
1. Concurrentiekracht
Voor sommige bedrijven is de concurrentie op de binnenlandse markt voor een
bepaald product te zwaar, met als gevolg dat bijvoorbeeld de winstmarges onder
druk komen te staan. Een bepaalde buitenlandse markt waar de concurrentie
minder hevig is, kan in dit geval uitkomst bieden om toch een goed rendement te
kunnen maken.
2. Kleine en/of verzadigde thuismarkt
Vooral als een product in de verzadigingsfase of neergaande fase van de
productlevenscyclus terechtkomt, neemt de druk op de prijs toe.
3. Benutten van overcapaciteit
Als de productiecapaciteit onvoldoende wordt benut, omdat er niet meer afgezet
kan worden op de binnenlandse markt, is de buitenlandse markt opgaan een
ideale manier om deze capaciteit beter te benutten.
4. Verminderen afhankelijk klanten/leveranciers
In de regel geldt: hoe meer leveranciers hoe minder kans op voorraadtekorten.
Door met meerdere leveranciers zaken te doen kan, op het moment van
wegvallen van de handel met een bepaald land, overgeschakeld worden op meer
handel met de andere leveranciers in de andere landen.
3
, 5. Stabiliseren van seizoensinvloeden
Sommige bedrijven hebben last van seizoensinvloeden, waardoor hun omzet in
bepaalde maanden hoger is dan in de andere maanden.
6. Nabijheid van klanten/leveranciers
Omdat Nederland grenst aan België en Duitsland, is het vrij makkelijk om deze
markten te betreden: de afstand is relatief klein. Daarom zijn deze landen de
belangrijkste handelspartners van Nederland.
7. Korte houdbaarheid van product
Bij producten die aan bederf onderhevig zijn (groenten en bloemen) en bij
producten die een tijd aan kwaliteit inboeten (waspoeder) kan het zinvol zijn om
die vroegtijdig in het buitenland af te zetten, omdat anders die producten
onverkoopbaar worden.
Hoofdstuk 2
Politieke en economische omgeving
De Nederlandse handelspolitiek wordt voornamelijk bepaald door het gemeenschappelijk
handelsbeleid van de Europese Unie. De EU streeft naar de harmonieuze ontwikkeling van een
eerlijke en duurzame wereldhandel. Dit heeft als gevolg dat handelsbelemmeringen binnen de
EU zijn verdwenen, waardoor mensen meer zijn gaan inzien dat het liberaliseren van de
wereldhandel nodig is. Verder is binnen de EU aan 1 gemeenschappelijk importtarief gewerkt.
Het volledig vrije handelsverkeer wordt op 2 manieren beperkt:
1. Door economische samenwerking tussen een aantal landen.
2. Door beperking van de handel om de economie te beschreven (protectionisme).
Allereerst het eerste punt, de economische samenwerking.
Er zijn diverse vormen van economische samenwerking, het doel hiervan is vrij handelsverkeer.
De meest voorkomende vormen van samenwerking zijn:
- Vrijehandelszone
Hier bestaan er tussen de deelnemende landen geen handelsbeperkende
maatregelen. Voor andere landen blijft elke deelnemer zijn eigen douanebeleid
houden. Landen streven naar vrijhandel omdat deze vorm van handel voordelen
heeft:
Efficiënte inzet van productiefactoren
Stimulans van de concurrentie
Voorkoming van handelsoorlog
Bevordering van handel en investeringen
Bevordering van welvaart
Voorbeelden zijn de European Free Trade Association (EFTA) bestaande uit
Noorwegen, Zwitserland, IJsland en Liechtenstein. In Nedelrand wordt het de
Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) genoemd. De EVA, met uitzondering van
Zwitserland, heeft met de EU een akkoord gesloten: samen vormen ze de
Europese Economische Ruimte (EER)
Je hebt ook The North American Free Trade Agreement (NAFTA), bestaande uit
Canada, de Verenigde Staten en Mexico. Deze overeenkomst streeft naar
opheffing van de meeste belemmeringen voor handel en investeringen tussen de
VS, Canada en Mexico.
- Douane-unie
Een douane-unie ontstaat wanneer 2 of meer landen alle onderlinge
importtarieven afschaffen. Naast deze onderlinge vrijhandel hebben de
deelnemende landen een gemeenschappelijk buitentarief, dat wil zeggen dat er
ten opzichte van niet-aangesloten landen eenzelfde invoerrecht geheven wordt.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisbalk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
52928 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now