Hoofdstuk 1 studeren is investeren
schadeverzekering: stelt de verzekerde schadeloos bij het optreden van een
verzekerd risico; bv zorgverzekering, opstalverzekering, reisverzekering,
autoverzekering etc.
levensverzekering: heeft te maken met het leven en het overlijden van een persoon.
uitvaartverzekering: bepaald vast bedrag dat wordt gebruikt de begrafenis, wordt aan
de nabestaanden uitgekeerd bij het overlijden van de verzekerde.
lenterenteverzekering: keert gedurende een vooraf overeengekomen periode of
levenslang telkens eenzelfde bedrag uit aan de verzekerde.
overlijdensrisicoverzekering: verzekering voor het risico op overlijden.
Hoofdstuk 2 lenen
consumptief krediet: door de consument afgesloten lening voor consumptieve
doeleinden, bv kopen van een fiets, auto, voorzien van levensonderhoud.
geldnemer/kredietnemer: als je geld leent.
geldgever/kredietverschaffer: de bank die het geld verschaft.
kredietkosten: totaal terug te betalen bedrag min het geleende bedrag.
persoonlijke lening: lening aan een consument voor de aanschaf van duurzame
consumptiegoederen.
huurkoop: verkoper blijft eigenaar tot dat de laatste termijn betaald is.
koop op afbetaling: koper wordt direct eigenaar bij aflevering.
enkelvoudig interest: wanneer de interest (rente) wordt berekend over het
oorspronkelijke kapitaal of de schuld in een bepaalde periode (afsluiten van een
lening).
samengestelde interest: interest wordt berekend over de hoofdsom plus de
bijgeschreven interest uit eerder jaren (rente over rente) (sparen).
De inkomensheffing werkt als volgt:
- belastbaar inkomen = bruto jaar inkomen – aftrekposten
- heffingsbedrag berekenen doe je door de verschillende belastingschijven te
gebruiken
- - algemene heffingskorting (= voor iedereen)
- - arbeidskorting (= voor alle mensen die werken)
- bruto jaarinkomen – heffingsbedrag = netto jaarinkomen
Korting krijg je alleen wanneer je iets moet betalen, met andere woorden, die komt
nadat je de te betalen belasting hebt uitgerekend. Wat je dan overhoudt is de
werkelijk te betalen belasting (inkomensheffing)
netto(rente)lasten = bruto(rente)lasten – belastingvoordeel
belastingvoordeel = te betalen belasting met huis – te betalen belasting zonder huis
bij een lening betaal je altijd twee (aparte) dingen terug:
1. rente; betaal je altijd over de schuldrest
2. aflossing; schuld/ aantal termijnen waarin je dat mag terugbetalen
schuldrest = beginschuld – alle gedane aflossingen
twee soorten hypotheken:
1. lineaire hypotheek
2. annuïteitenhypotheek
lineaire hypotheek: annuïteitenhypotheek:
aflossing
maand- maand-
last last
rente rente
aflossing
looptijd looptijd
Lineaire hypotheek Annuïteitenhypotheek
Kenmerk je betaalt elke periode een gelijk je betaalt elke periode een gelijk
bedrag aan aflossing; elke bedrag aan aflossing en interest
periode rente over schuldrest
Voordeel interestkosten worden snel lager in de eerste jaren groot
schuld wordt steeds lager belastingvoordeel
interest steeds lager
Nadeel belastingvoordeel neemt af belastingvoordeel neemt af
uitgaven aan interest en aflossing steeds hoger
aflossing in het eerste jaren het
hoogst
Hoofdstuk 5 sparen
Eindwaarde bij samengestelde interest:
kn = k0 x (1+ p/100)n
Kn = de eindwaarde van een kapitaal ( = begin plus alle verkregen interest)
K0 = beginwaarde van een kapitaal
p = interestpercentage
n = aantal periode
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller espringeling. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.