100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Recht begrepen - Verbintenissenrecht begrepen, ISBN: 9789462905146 Verbintenissenrecht hoofdstuk 3 wilsontbreken, nietigheid en vernietigbaarheid $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Recht begrepen - Verbintenissenrecht begrepen, ISBN: 9789462905146 Verbintenissenrecht hoofdstuk 3 wilsontbreken, nietigheid en vernietigbaarheid

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Hoofdstuk 3 wilsontbreken, nietigheid en vernietigbaarheid

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3
  • March 22, 2021
  • 5
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting H3 Verbintenissenrecht

3.1 Inleiding
Art. 3:44 lid 1 BW bepaalt dat een rechtshandeling die tot stand is gekomen onder invloed
van bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden, vernietigbaar is. De overeenkomst
heeft even bestaan, maar na vernietiging wordt deze met terugwerkende kracht alsnog
nietig. De overeenkomst heeft dan, achteraf gezien, nooit bestaan. Op vernietigbaarheid
moet beroep worden gedaan, nietigheid bestaat van rechtswege.
De wetgever zegt: er is hier in principe wel een op rechtsgevolg gerichte wil en een
verklaring, maar ik wil daaraan geen geldigheid toekennen (nietigheid), of ik wil in ieder
geval dat de geldigheid hieraan alsnog kan ontvallen (vernietigbaarheid).

Wilsontbreken: er is wel een verklaring, maar geen met de verklaring overeenstemmende
wil. Er is dan volgens art. 3:33 BW geen rechtshandeling.
Het recht moet voor dit soort gevallen (de situatie waarin iemand iets verklaart wat hij
eigenlijk niet wil en de tegenpartij toch op de verklaring afgaat) een oplossing bieden. De
hoofdregel is dat er in deze gevallen toch een rechtshandeling tot stand kan komen als de
tegenpartij niet hoefde te vermoeden dat er bij de verklaring sprake was van wilsontbreken.
De tegenpartij vertrouwt in zo’n geval op de verklaring en dat vertrouwen is gerechtvaardigd
(vertrouwensbeginsel). Als de tegenpartij wel kan vermoeden dat er ‘iets mis is’ met de
verklaring is het vertrouwen niet gerechtvaardigd. In dat geval kan hij er ook geen beroep op
doen.

3.2 Wilsontbreken en gerechtvaardigd vertrouwen
Redelijkerwijs moet dus worden ingevuld door hetgeen in het maatschappelijk verkeer
gebruikelijk is. Het gaat erom wat objectief bezien redelijk is.

3.3 Geestelijke stoornis (art. 3:34 BW)
De onder curatele gestelde persoon wordt handelingsonbekwaam: hij kan geen
rechtshandelingen meer verrichten, tenzij hij toestemming heeft van zijn curator. Verricht hij
toch een rechtshandeling, dan kan de curator deze vernietigen. Vernietiging op grond van
curatele en art. 3:34 BW gaan nooit samen.

Art. 3:34 BW: iemand wiens geestvermogens blijvend of tijdelijk zijn gestoord iets heeft
verklaard, een met de verklaring overeenstemmende wil wordt geacht te ontbreken. Lid 2
bepaalt dat eenzijdige, gerichte rechtshandelingen (aanbod) in dat geval vernietigbaar zijn.
Eenzijdige, ongerichte rechtshandelingen, zoals een testament, zijn direct nietig.

3.6 Strijd met de wet, de openbare orde of de goede zeden
Bij wilsontbreken ontstaat volgens art. 3:33 BW geen rechtshandeling: er is wel een
verklaring, maar geen met de verklaring overeenstemmende wil. Slechts via de weg van art.
3:35 BW kan in uitzonderingsgevallen nog een rechtshandeling tot stand komen. Art. 3:40
BW bepaalt dat een rechtshandeling nietig is wanneer deze in strijd is met de openbare orde
of de goede zeden of met een dwingende wetsbepaling.

3.7 Wilsgebreken: algemeen
Het kan voorkomen dat er wel een wil is, maar dat deze onder zulke bijzondere
omstandigheden is ontstaan, dat je niet kunt zeggen dat er normaal gewild is. Het BW gaat

, Samenvatting H3 Verbintenissenrecht

ervan uit dat de wil gebrekkig is gevormd; er is sprake van een wilsgebrek -> Boek 3:
bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden. Boek 6: dwaling.
Een rechtshandeling waarbij sprake is van een wilsgebrek is echter vernietigbaar. Het BW
laat het aan degene die een beroep op het wilsgebrek kan doen over of hij de
rechtshandeling vernietigt of niet. Doet hij dat niet, dan blijft de rechtshandeling bestaan.
Doet hij dat wel, dan wordt de rechtshandeling met terugwerkende kracht nietig en heeft
deze formeel nooit bestaan.

Omdat de wetgever in art. 3:44 BW zegt dat bedreiging leidt tot vernietigbaarheid, wijkt hij
hier af van de hoofdregel dat rechtshandelingen die strijdig zijn met de wet nietig zijn. De
bijzondere regel van art. 3:44 BW gaat voor de algemene regel van art. 3:40 BW. De
wetgever laat het aan de bedreigde over of hij de rechtshandeling wil vernietigen.

3.8 Wilsgebreken: bedreiging
Het is voor een beroep op art. 3:44 lid 2 BW van belang dat iemand, onder invloed van de
bedreiging, bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling die hij anders niet
verricht zou hebben.

3.9 Wilsgebreken: misbruik van omstandigheden
Art. 3:44 lid 4 BW, dit wilsgebrek ziet op de situatie waarin er sprake is van dusdanig
abnormale omstandigheden, dat je kunt zeggen dat er niet normaal gewild is. Een goede
indicatie voor misbruik is als de rechtshandeling voor degene die stelt misbruikt te zijn
financieel – zeer – nadelig is.

3.10 Wilsgebreken: bedrog
Art. 3:44 lid 3 BW, kenmerk van bedrog is dat de bedrieger de bedrogene beweegt een
rechtshandeling te verrichten door:
 Opzettelijk onjuiste mededelingen te doen, of
 Iets te verzwijgen dat hij verplicht was mee te delen, of
 Een andere kunstgreep toepassen.
Bedrog is niet alleen een grond van vernietiging, maar altijd ook een onrechtmatige daad.

3.11 Wilsgebreken: dwaling
Art. 6:228 BW, dwaling is een wilsgebrek omdat de wil door een verkeerde veronderstelling
gebrekkig wordt gevormd. Je wilde de overeenkomst wel sluiten, maar dit was het geval
omdat je in een verkeerde veronderstelling verkeerde. Zou je die niet hebben gehad, dan
zou je de overeenkomst ook niet hebben gewild. Bij dwaling hoef je niet te bewijzen dat er
sprake is van opzet.
Sub a, b en c beschrijven drie situaties waarin er sprake is van dwaling en de overeenkomst
vernietigbaar is.
Sub a: een beroep op dwaling slaagt ‘indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de
wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting
zou worden gesloten’.
Sub c: regelt de situatie dat beide partijen dwalen. Vereist is dat beide partijen een onjuiste
voorstelling van zaken hebben.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maximehendrix. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78140 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart