1) Is er een overeenkomst tot stand gekomen? (3:33-3:35 en 6:217-6:219)
2) Wie zijn partij bij deze overeenkomst?
a) Volmacht?
b) Lastgeving?
3) Is de overeenkomst aantastbaar?
a) Vernietingsgronden (3:49)
i) Handelingsonbekwaamheid: minderjarigen (1:234 jo. 3:32 lid 2) en curatele gestelde (1:381
jo. 3:32 lid 3)
ii) Wilsgebreken (wil en verklaring stemmen overeen, maar gebrekkig gevormd): dwaling
(6:228), bedrog, bedreiging en misbruik van omstandigheden (3:44)
iii) Algemene voorwaarden
b) Nietigheidsgronden
i) Niet-naleving vormvereiste (3:39)
ii) Strijd met de wet, goede zeden, openbare orde (3:40)
4) Inhoud van de overeenkomst
Uitleg Haviltex: uitkomst = oplossing of leemte
Indien leemte: aanvulling o.g.v. 6:248 lid 1
5) Nakoming?
a) Verrekening?
6) Niet-nakoming?
a) Remedies:
i) Nakoming vorderen (3:296)
(1) Bij (consumenten)koop: 7:17 (conformiteit bij koop), 7:18 (conformiteit bij
consumentenkoop: vermoeden) en 7:21 (recht op correcte nakoming)
ii) Opschorting
(1) Algemene opschorting (6:52): “voldoende samenhang” en opschorting niet mogelijk als
nakoming blijvend onmogelijk is (6:54 sub b)
(2) ENAC (6:262): “tegenover elkaar staande verbintenissen” bij wederkerige
overeenkomsten, opschorting ook mogelijk als nakoming blijvend onmogelijk is (6:264)
(3) Onzekerheidsexceptie (6:263): dreiging dat wederpartij niet zal nakomen terwijl je als
eerst moet presteren
iii) Ontbinding (6:265)
(1) Bijzondere regeling voor consumentenkoop (7:22): consumenten in nadeligere positie
doordat ze eerst aan 1 van de 2 voorwaarden moeten voldoen (= verplichte hiërarchie)
iv) Schadevergoeding (6:74)
b) Verweermiddelen:
i) Schuldeisersverzuim (6:58)
ii) Verjaring
(1) 3:306: 20 jaar / 3:307: 5 jaar
(2) Wet bepaalt vaak anders, specifieke verjaringstermijn bij
koop/wilsgebreken/ontbinding/opschorting
iii) Beperkende werking redelijkheid en billijkheid (6:248 lid 2 jo. 3:12 en HR Kuunders/Swinkels)
iv) Toepassing van de beperkende werking redelijkheid en billijkheid (6:248 lid 2):
(1) Rechtsverwerking
(a) Ongeschreven
(b) Geschreven: klachtplicht algemeen (6:89) en klachtplicht bij (consumenten)koop
(7:23)
(2) Onvoorziene omstandigheden (6:258)
1
,7) Gevolgen voor derden
a) Ten voordele van derde:
i) Kwalitatief recht (6:251)
ii) Blokkering paardensprong (6:257)
iii) Derdenbeding (6:253-6:257)
iv) Koop breekt geen huur (7:226)
b) Ten nadele van derde
i) Kwalitatieve verplichting (6:252)
ii) Exoneratiebeding (HR Citronas)
(1) Opgewekt vertrouwen
(2) Bijondere relatie
(3) Stelsel van de wet
iii) Samenhangende overeenkomsten
iv) Koop breekt geen huur
v) Kettingbeding
c) Toetreding/indeplaatsstelling door derde
i) Cessie (3:84 jo. 3:94)
ii) Subrogatie (6:150)
iii) Schuldovername (6:155)
iv) Contractsovername (6:159)
v) Indeplaatsstelling huur bedrijfsruimte (7:307)
2
,Week 1
Het tot stand komen van rechtshandelingen (3:33)
1. Een op een rechtsgevolg gerichte wil (ontstaan, gewijzigd raken of teniet gaan van een bepaalde
juridische relatie)
2. Die zich door een verklaring (3:37) heeft geopenbaard
• Vormvrijheid verklaring, tenzij anders bepaald (3:37 lid 1)
• De verklaring heeft werking wanneer het de wederpartij bereikt heeft of als het de wederpartij
niet bereikt heeft maar het niet bereiken van de verklaring voor rekening komt van de
wederpartij (ontvangsttheorie) (3:37 lid 3)
- m.u.v. bedenktijd bij koop op afstand + buiten verkoopruimte gesloten
consumentenovereenkomsten, waarvoor de verzendtheorie geldt (6:230o lid 3)
• Intrekking verklaring mogelijk indien nieuwe verklaring eerder/gelijktijdig bij ontvanger aankomt
(3:37 lid 5), met als gevolg dat eerste verklaring nooit bestaan heeft
Discrepantie tussen wil en verklaring: wilsvertrouwensleer
In beginsel komt er geen rechtshandeling (overeenkomst) tot stand.
Echter, indien de wederpartij een succesvol beroep kan doen op gerechtvaardigd vertrouwen (3:35), dan
komt er alsnog een rechtshandeling (overeenkomst) tot stand. Dit is de wilsvertrouwensleer (3:33-3:35).
Vereist voor een succesvol beroep op gerechtvaardigd vertrouwen is:
1. Het vertrouwen bij de wederpartij dat de verklaring en wil met elkaar overeenstemmen
2. Dit vertrouwen dient gerechtvaardigd te zijn
• Omstandigheden van het geval relevant
• LET OP: MAAK EEN BELANGENAFWEGING! (
• Wederpartij moet te goeder trouw zijn geweest (3:11)
• Goede trouw veronderstelt een onderzoeksplicht indien daarvoor in de gegeven omstandigheden
aanleiding voor bestaat. Aanleiding voor onderzoek kan zijn:
- onverwachte beslissingen
- plaats van handeling
- vaardigheden van de tegenpartij
- het nadeel dat het oplevert voor de tegenpartij
- bij rechtshandelingen om niet
3. Het gerechtvaardigd vertrouwen moet terug te voeren zijn op een verklaring/gedraging van de
verklarende partij (toedoen verklarende partij)
LET OP:
- maak een belangenafweging (bespreek zowel argumenten voor als tegen)
- R&B kan met zich meebrengen dat ook als voldaan is aan de vereisten, de wederpartij geen beroep kan
doen op het gerechtvaardigd vertrouwen (m.n. wanneer wederpartij geen nadeel heeft)
- van uiteenlopen van wil en verklaring is GEEN sprake indien (hoe ongebruikelijk/taalkundig onjuist ook)
partijen elkaar hebben begrepen en die betekenis eraan wilde geven.
3
, Het tot stand komen van een overeenkomst (6:217 jo. 3:32 e.v.)
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding (6:217 lid 1).
Aanbod en aanvaarding zijn beide rechtshandelingen (3:33) en verklaringen (3:37) en dat betekent dat
voor ELK handeling sprake moet zijn van:
1) Een op een rechtsgevolg gerichte wil (3:33): ontstaan, gewijzigd raken of teniet gaan van een bepaalde
juridische relatie
• Wilsvertrouwensleer van toepassing (3:33-35) bij discrepantie tussen wil en verklaring
2) Die zich door een verklaring heeft geopenbaard (3:33)
• Verklaring is vormvrij (3:37 lid 1), tenzij wet anders bepaalt (bijv. koop woning)
3) En deze verklaring moet de persoon bereikt hebben (3:37 lid 3). De overeenkomst komt dus tot stand
op het moment dat de aanbieder de tot hem gerichte aanvaarding ontvangen heeft.
Het aanbod
Het aanbod moet voldoende bepaald zijn (6:227): alle noodzakelijke en essentiële elementen van de
overeenkomst bevatten. De enkele aanvaarding moet voldoende zijn om de overeenkomst tot stand te
brengen, anders is er geen sprake van een aanbod
Uitnodiging om in onderhandeling te treden (= geen aanbod): indien veel partijen de overeenkomst
zouden kunnen sluiten, maar de identiteit van de koper wel van belang is (bijv. advertentie)
• Hoeveel partijen kunnen de overeenkomst sluiten?
• Is de identiteit van de koper belangrijk voor de verkoper?
Verval aanbod:
1) Indien wordt verworpen (6:221 lid 2)
• Ook een tegenbod is een verwerping van het aanbod (6:225 lid 1)
2) Door tijdsverloop
• Indien termijn gesteld: door het verstrijken van het termijn
• Indien geen termijn gesteld (6:221):
- mondeling aanbod: doordat het niet meteen wordt aanvaard
- schriftelijk aanbod: doordat het niet binnen een redelijke tijd wordt aanvaard
Manieren waarop degene die aanbod heeft gedaan kan terugkomen op zijn aanbod:
1) herroeping (6:219). Een aanbod kan worden herroepen, tenzij:
- Onherroepelijk is:
• Indien het een termijn voor de aanvaarding inhoudt (6:219 lid 1)
• Indien onherroepelijkheid op andere wijze uit het aanbod volgt (6:219 lid 1)
• Indien er sprake is van een optiebeding (6:219 lid 3)
• Hierbij is de wilsvertrouwensleer bepalend
- Het aanbod aanvaard is of een aanvaardingsverklaring is verzonden (6:219 lid 2)
• Uitzondering: vrijblijvend aanbod. Een vrijblijvend aanbod kan ook na de aanvaarding worden
herroepen (mits aanbod ‘onverwijld’ (onvertraagd)
Herroeping is een rechtshandeling (3:33) en geschiedt dus door een verklaring i.d.z.v. 3:37
2) intrekking (3:37 lid 5): nieuwe verklaring sturen die eerder/gelijktijdig aankomt dan eerste verklaring
Intrekking (3:37 lid 5) Herroeping (6;219)
Mogelijk bij Elke verklaring Alleen bij aanbod
Hoe? D.m.v. een nieuwe verklaring D.m.v. een nieuwe verklaring
Wanneer mogelijk? Nieuwe verklaring gelijk/eerder dan Als het aanbod nog niet aanvaard is +
eerste verklaring aanbod niet onherroepelijk is
Gevolg Verklaring komt niet tot stand, in geval Geldig totstandgekomen aanbod
van aanbod: nooit aanbod geweest vervalt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shahrammalouki. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.