Samenvatting van:
- Het boek
- De arresten
- De hoorcolleges
- De werkgroepen
Overal wordt gebruik gemaakt van stappenplannen. En alleen wat je echt voor het tentamen moet kennen staat in de SV.
Culpoze en doleuze delicten
Culpoze delicten bevatten een vorm van schuld, dus moet ‘culpa’ bewezen worden.
Doleuze delicten bevatten opzet, dus moet ‘opzet’ bewezen worden.
1. Opzet
Betekenissen van opzet
1. Bewust handelen
2. Willens en wetens handelen (willen en weten van het teweegbrengen van de strafbaar gestelde
handeling)
3. De feitelijke strekking van de (strafbaar gestelde) gedraging (en de daarbij behorende
omstandigheden) kennen en willen
4. Een concrete relatie tussen psyche en daad, een constatering.
Opzet betekent dus niet:
- Handelen met een bepaald motief (behalve als de wet dat verlangt: oogmerk (=motief) van
wederrechtelijke toe-eigening (art. 310).
-Bewust de wet overtreden: dat de betrokkene wist dat wat hij deed wederrechtelijk is en ook
wettelijk strafbaar is gesteld (=boos opzet), tenzij de wet dat verlangt: wanneer ‘wederrechtelijkheid’
na het woordje ‘opzet’ is opgenomen zonder het woordje ‘en’ ertussen (bijv. opzettelijk iemand
wederrechtelijk van de vrijheid beroven (art. 282)
- Handelen met een bepaalde mate van ernst (zwaar letsel of zoiets)
Wanneer is opzet vereist?
1. Wanneer expliciet opgenomen in de delictsomschrijving: ‘opzettelijk’
2. Wanneer impliciet opgenomen in de delictsomschrijving: ‘weten’, ‘wetende dat’
3. Wanneer opzet ingeblikt zit: wegnemen (art. 310), mishandelen (art. 300), binnendringen (art.
138), valselijk opmaken (art. 225), deelnemen aan een criminele organisatie (art. 140), openlijk
geweld plegen (art. 141)
Waar moet de opzet op betrekking hebben?
- Hoofdregel: alle bestanddelen na het woord opzet (of een equivalent) vallen onder de eis willen en
weten
- Uitzondering: geobjectiveerde bestanddelen:
a) art. 300 lid 2 en art. 302 lid 2 Sr. (het gevolg): opzet hoeft geen betrekking te hebben op zwaar
lichamelijk letsel / de dood
b) art. 244 en 245 Sr. (leeftijd): opzet hoeft geen betrekking te hebben op de minderjarige leeftijd
van slachtoffer (dus ook als je niet wist, dan ook strafbaar)
c) ar. 350 Sr. (wederrechtelijkheid): als tussen ‘opzettelijk’ en ‘wederrechtelijk’ het woordje ‘en’ is
opgenomen, dan behoeft de opzet niet op de wederrechtelijk te zijn gericht. In gevallen waarin het
woordje ‘e’” ontbreekt moet het opzet wel op de wederrechtelijkheid zijn gericht.
Geschreven door Shahram Malouki 1
,Vormen van opzet
1. Vol opzet: zuiver willen en weten
Willen: doelbewust een gevolg of voltooiing van een handeling nastreven
Weten: begrijpen, met volle besef handelen
2. Voorwaardelijk opzet: de aanmerkelijke kans bewust aanvaarden (ondergrens van opzet)
a) aanmerkelijke kans (kanscomponent)
Of er sprake is van een aanmerkelijke kans is niet afhankelijk van de aard van het gevolg (de
ernst van het gevolg) (HR HIV-I)
Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels
aanmerkelijk is te achten (= beslissende factor) (HR HIV-I): om te spreken van een
aanmerkelijke kans, moet de kans objectief een voldoende mate van waarschijnlijkheid
bezitten
Hierbij komt betekenis toe aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder
deze is verricht (HR HIV-I)
b) bewust: de dader moet wetenschap hebben gehad van de aanmerkelijke kans (kenniscomponent)
“De kennis van de dader betreft de wetenschap van de aanmerkelijke kans die bij de dader
feitelijk aanwezig is, dan wel bij hem moet worden verondersteld. Indien het een feit van
algemene bekendheid is dat een bepaalde gedraging met ongeoorloofde risico’s gepaard
gaat, mag worden verondersteld dat de dader zich hiervan bewust is geweest.” (HR
aanmerkelijke kans)
Indien de wetenschap van de aanmerkelijke kans bij de dader niet aanwezig is en niet bij
hem kan worden verondersteld, kan geen sprake zijn van voorwaardelijk opzet, maar
eventueel wel van onbewuste culpa
c) aanvaarden: de dader moet de aanmerkelijke kans hebben aanvaard
Het onderscheid tussen voorwaardelijk opzet en bewuste culpa zit rond het
aanvaardingsvereiste:
o Bewuste culpa: dader heeft weet van de aanmerkelijke kans op het gevolg, maar is
ervan uitgegaan dat het gevolg niet zal intreden (verdachte denkt te
lichtzinnig/maakt verkeerde inschatting)
o Voorwaardelijke opzet: dader legt zich erbij neer dat hij met zijn gedraging de
aanmerkelijke kans op het intreden van het gevolg in het leven roept
“Of in een concreet geval moet worden aangenomen dat sprake is van bewuste schuld dan
wel van voorwaardelijk opzet zal, indien de verklaringen van de verdachte en/of bijvoorbeeld
eventuele getuigenverklaringen geen inzicht geven omtrent hetgeen ten tijde van de
gedraging in de verdachte is omgegaan, afhangen van de feitelijke omstandigheden van het
geval. Daarbij zijn de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is
verricht, van belang. Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm (HR
Bumperkleven) worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het —
behoudens contra-indicaties — niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke
kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard.” (HR HIV-1)
De verdachte heeft de aanmerkelijke kans niet aanvaard indien:
o Hij door zijn gedraging ook risico’s voor zichzelf meebrengt of als er sprake is van
contra-indicaties betreffende de aanvaarding (HR Porsche-arrest)
o Hij op het moment dat hij bewust is van het mogelijke gevolg, niet meer de
mogelijkheid heeft om iets anders te doen. Om te kunnen spreken van aanvaarding
moet de verdachte de mogelijkheid hebben om iets anders te doen. Dat er geen
mogelijkheid is tot het doen van iets anders volgt bijvoorbeeld uit de korte tijd
tussen de bewustwording en het gevolg (HR Opzet)
Geschreven door Shahram Malouki 2
,2. Oogmerk
Oogmerk als bestanddeel is GEEN (bijzondere) vorm van opzet.
1. Oogmerk als consecutief bestanddeel: specifieke bedoeling met de gedraging (art. 225 en 310 Sr.)
Opzet zit ingeblikt in ‘valselijk opmaken’ (art. 225) en ‘wegnemen’ (art. 310)
Het valselijk opmaken/wegnemen moet met een bepaald doel gebeuren (de specifieke
bedoeling in dat artikel vereist is), anders is er geen sprake van een strafbaar
2. Oogmerk als strafverzwarende omstandigheid (art. 288a jo. 83a): wanneer er met een bepaald
oogmerk is gehandeld, mag er een hogere straf worden opgelegd
3. Voorbedachte rade (HR Voorbedachte rade II)
Voorbedachte rechte is GEEN (bijzondere) vorm van opzet, maar een strafverzwarende
omstandigheid
Voorwaarden om te kunnen spreken van voorbedachte rade
1. Gedurende enige tijd beraden op het te nemen of genomen besluit
2. Niet gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat de gelegenheid heeft bestaan om
na te denken over de betekenis en de gevolgen van de voorgenomen daad en daarvan rekenschap te
geven
Contra-indicaties (niet-limitatief):
-Besluitvorming en uitvoering vinden plaats in een plotselinge hevige drift
-Korte tijdspanne tussen besluit en uitvoering
-De gelegenheid tot beraad ontstaat pas bij uitvoering van het besluit
Het feit dat voldaan is aan de twee voorwaarden vormt een belangrijke objectieve aanwijzing dat
met voorbedachte raad is gehandeld, maar behoeft de rechter niet ervan te weerhouden aan contra-
indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen. Indien in een concreet geval sprake is van contra-
indicaties geldt er een extra motiveringseis voor waarom er alsnog sprake zou zijn van voorbedachte
rade.
Let op: je kunt niet zeggen dat in het begin sprake was poging tot moord en de contra-
indicaties daarna wegdenken.
Geschreven door Shahram Malouki 3
, 4. Culpa
Betekenissen van schuld
1. Het gedaan hebben (schuldig aan)
2. De intentie (opzet dan wel onachtzaamheid) waarmee een bepaald strafbaar feit wordt begaan
3. Schuld in enge zin (culpa)
4. Schuld in ruime zin (de verwijtbaarheid: het vierde element)
5. Straftoemetingsschuld
Wanneer is culpa (schuld) vereist om strafbaar te stellen?
•Aan schuld te wijten (art. 307, 6 WVW)
•Onachtzaam (art. 199 lid 3)
•Gebrek aan de nodige voorzichtigheid of voorzorg (art. 429 sub 3)
•Redelijkerwijs moeten vermoeden (art. 417bis)
Het gaat in al deze gevallen om een aanmerkelijke (grove) onachtzaamheid, onnadenkendheid,
onoplettendheid, onvoorzichtigheid en niet om een enkele verkeersfout.
Waar moet de culpa (schuld) betrekking op hebben?
In beginsel alles wat na het bestanddeel schuld komt
Art. 307 Sr.: “Hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met…”
Door onzorgvuldigheid dood van een ander, dus schuld moet ook betrekking hebben op de
dood van een ander
Art. 6 WVW: “Het is een ieder die aan het verkeer deelneemt verboden zich zodanig in het verkeer te
gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsvindt waardoor een ander wordt
gedood…”
Door onzorgvuldigheid vindt er een verkeersongeval plaats. Verwijt heeft hier geen
betrekking op de dood/zwaar lichamelijk letsel, maar slechts op het veroorzaken van een
verkeersongeval. Het gevolg van het veroorzaken van een verkeersongeval (dood/zwaar
lichamelijk letsel) is geobjectiveerd. Daar hoeft de culpa geen betrekking op te hebben (maar
wel een causaal verband vereist)
Varianten van culpa (schuld):
1. Bewuste schuld: verdachte wist van de mogelijkheid dat het gevolg zou kunnen intreden, maar is
er – achteraf ten onrechte – van uitgegaan dat dit gevolg niet zou intreden (HR Porsche-arrest)
2. Onbewuste schuld: verdachte wist niet van de mogelijkheid dat het gevolg zou kunnen intreden,
maar had daar gezien de omstandigheden van het geval wel aan moeten denken
Geschreven door Shahram Malouki 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shahrammalouki. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.07. You're not tied to anything after your purchase.