100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Sociale en Nieuwe Media tentamen samenvatting $5.42   Add to cart

Summary

Sociale en Nieuwe Media tentamen samenvatting

 37 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Alle college artikelen samengevat samen met de gelezen artikelen

Preview 4 out of 83  pages

  • March 23, 2021
  • 83
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Sociale en Nieuwe media, zonder methodologie/statistiek
Week 1 – Online taalgebruik & DigiTaal
Verheijen – Whatsapp with social media slang?
Verheijen, de Weger, van Hout – Code-mixing with english in dutch youths’
language

Week 2 – Online zelf: presentatie en impressie-management
Belk – Extended self in a digital world
Hogan – The presentation of self in the age of social media
Ranzini & Lutz – Love at first swipe
Toma & Hanock – Looks and lies

Week 3 – Online relaties: vriendschap & daten
Alison, Hancock & Toma- Profile as promise
Sharabi & Caughlin – Deception in online dating
Amichai-Hamburger, Kingsbury & Schneider – Friendship: an old concept
with new meaning
Ellison, Lampe, Steinfield & Vitak – With a little help from my friends

Week 4 – Online marketing: merkposts, influencers, viral gaan &
personalisatie
Berger & Milkman – What makes online content viral?
De Vries, Gensler & Leeflang – Popularity of brand posts
Shanahan, Tran, Taylor – Getting to know you
De Veirman, Cauberghe & Hudders – Marketing through Instagram

Week 5 – Online politiek: activism, polarisatie, nepnieuws &
desinformatie
Alcott, Gentzknow: Social media and fake news in the 2016 election
Sandoval-Almazan & Gil-Garcia- Towards cyberactivism 2.0
Humprecht, Esser, Van Aelst – Resilience to online disinformation
Lee, Choi, Kim & Kim – Social media, network hetergeneity

Week 6- Online arbeidsmarkt: profilering, werving & virtuele
samenwerking
Darics & Gatti- Talking a team into being in online workplace
Fieseler, Meckel & Ranzini- Professional personae
Zide, Elman & Shahani-Denning- LinkedIn and Recruitment
Van Zoonen, Verhoeven & Vliegenthart- How employees use Twitter to talk
about work

Uitgebreid medialandschap :
- Internet: nieuwe digitale media
- Web 2.0: sociale media

Traditionele media  oud kranten, tijdschriften, tv en radio
Nieuwe digitale en sociale media  discussie centraal, facebook, snapchat
etc

,Digitalisering
Digitale cultuur biedt nieuwe kansen en stelt nieuwe eisen aan hoe we
communiceren
Wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van sociale en nieuwe media
op communicatie door individuen en organisaties

Nomofobie  een overmatige angst voor het niet continu bereikbaar zijn
via een mobiele telefoon

Fomo (fear of missing out)
Gevaar van technologie als verlengstuk van sociale leven:
Constant op de hoogte willen zijn van wat anderen doen

 de angst om een interessante/leuke sociale gebeurtenis te missen
We vergelijken ons met fake personas omdat we vooral leuke zaken
online delen
Gevolg van een positief-vertekende updates van sociale media: we worden
steeds geconfronteerd met wat we niet hebben en waar we niet zijn

FOMO zorgt voor  onrust, ontevredenheid en gevoelens van spijt

Socialbesitas
Als je niet meer zonder je smartphone kunt, omdat je continu sociale
media in de gaten wilt houden
Als anderen commentaar hebben op je overmatige
telefoongebruik(verslaving) wordt je boos.
 meer verslaving

Nomophobia
Abnormale afhankelijkheid van je smartphone
Je ervaart een irrationele angst als je smartphone bijvoorbeeld niet in de
buurt is
 gevoel van angst

Phantom vibration syndrome
Het gevoel dat je telefoon voelt trillen of rinkelen terwijl dat in feite niet zo
is.

Stellingen
1. We halen meer plezier uit een gebeurtenis als we die digitaal
vastleggen
2. Een goed gebouwd sociaal netwerk-platform leidt tot FOMO


Week 1 –
WhatsApp with social media slang? Youth language use in Dutch
written computer-mediated communication- Verheijen

Computer-mediated communication (CMC) alle vormen van
communicatie die plaatsvinden via digitale tools (sociale/nieuwe media).

,Hangt af van gebruiker, omstandigheden waaronder de tekst is
geschreven en het medium
 bijvoorbeeld instagram post of whatsappje.
Nieuwe media
Oude media: sms en mail
Vier soorten technologie:
- Mobiele applicaties: telegram,
whatsapp
- Internet applicaties: google hangout,
skype, msn
- Online gaming networks: World of
warcraft
- Social networking sites: Facebook,
chat

Digi-taal: (bedacht door Lieke Verheijen):
Een geschreven taalvariant die vooral door jongeren wordt gebruikt bij
informele communicatie via nieuwe media en wordt gekenmerkt door
afwijkingen van de normen van de standaardtaal op verschillende
schrijfniveaus zoals spelling, grammatica en interpunctie.
 omg daz gwn fk jmmr, jwz keb btje aand8 nodg

Kenmerken van digi-taal:
Deze zorgen dat het een aparte vorm van communicatie wordt:
- Orthografie (spelling): textisms, ‘spelfouten’ (spelling afwijkingen
als je die zou gebruiken in serieuze teksten, dt fouten, jou met w of
zonder) en typefouten(verkeerde knop gedrukt)
- Typografie (tekens): symbolen ( xxx en xoxo), emoticons = grafisch
(:-) )
- Syntaxis (grammatica): omissies (weglaten, non essentiele
woorden, bijvoorbeeld functie = lid woord/ hebben en zijn &
inhoudswoorden
- Lexis (woordgebruik): Engelse woorden, tussenwerpsels (niets
toevoegends bijvoorbeeld hoor)
- Grafisch: hyperlinks, foto’s, video’s, emoji (echte plaatjes, pixels)

Variatie in computer-mediated communication
- De taal van nieuwe media is divers
- Factoren die bepalen in welke mate en hoe gebruik van nieuwe media
afwijkt van de standaardtaal:
o Gebruikerskenmerken  leeftijd (ouders typen anders),
geslacht (meisjes meer emoties), etnische achtergrond
(andere moedertaal), bekendheid met afkortingen persoonlijke
voorkeuren (latere leeftijd begonnen met insta).
o Situationele factoren  gespreksonderwerp (sociale afstand
tot, anders whatsappen met de baas of vriendinnen)
ontvanger van het bericht, communicatiedoel (als je iets wil
kopen op marktplaats)

, o Mogelijkheden & beperkingen van het medium 
berichtlimiet (denk aan twitter), synchroniciteit (hoeveel tijd
tussen versturen bericht en reactie daarop), interactiviteit
(met hoeveel mensen, bijvoorbeeld groepsgesprek)

Het onderzoek van Lieke Verheijen:
Vier soorten media,
MSN, SMS, Twitter en Whatsapp.
Twee leeftijdsgroep
12-17 jaar en 18-23 jaar.
Ongeveer 400.000 woorden

Onderzoeksvraag Hoe verschilt de taal die gebruikt wordt door
Nederlandse jongeren op sociale media van het standaard Nederlands?
Hangt deze taal af van leeftijdsgroep en/of medium

Methode: classicicatie van textisms (spellingsafwijkingen naast spelfouten)
10 soorten textisms gevonden en een categorie overige
Initialisme/alfabetisme  samengesteld uit de eerste letters  hvj,
omg
Samentrekking  voornamelijk klinkers weg laten  vnv, grtjes
Clippings  alleen laatste letter weglaten  lache, truste, is vaak een n
of een t
Verkorting  vaak tweede helft woord wegelaten eig = eigenlijk wan =
wanneer
Fonetische herspelling 
a. Inkorting = ff – effen, nix - niks,
b. Vervanging ofso = ofzo of jonguh voor jongen
c. Verlenging heej = he, okee = oké (2 x ee is zelfde uitspraak als é)
Enkele letter homofoon  1 letter geschreven voor een woord  k = ik
Alfanumeriek homofoon letters vervangen voor een cijfers  Suc6 en
w88
Visuele herspelling  letters vervangen door een symbool of cijfer  M
%i = mooi, Juli@n
Recuplicatie  nadruk leggen, meer letters dan nodig  zooooo of
neeeee
Accentstilering  worden geschreven zoals met uitgesproken in een
accent  kweenie of lama
Overige  laterz of helaasje

Resultaten:
Duidelijk te zien dat bij elk medium de 12-17 jongeren meer textisms
gebruiken. Meer op een prive medium dan op bijvoorbeeld twitter. Medium
en leeftijd spelen hierin dus een grote rol
in.
Meeste emoties  MSN
Meeste typos  Whatsapp
Meeste symbolen  SMS
Meeste omissies (weglating)  whatsapp

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller teddievdstaak1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.42  2x  sold
  • (0)
  Add to cart