ZSO: onderzoeksdesign
De student kan na het maken van deze e-learning module:
• Een juiste onderzoeksvraagstelling formuleren
• De volgende onderzoeksdesigns herkennen en omschrijven:
- gerandomiseerd experiment
- cohort onderzoek
- case-control onderzoek
- cross-sectioneel onderzoek
- case series
- case report
• Onderscheid maken tussen:
- experimenteel en observationeel onderzoek
- transversaal en longitudinaal onderzoek
- diagnostisch, etiologisch en prognostisch onderzoek
E-learning
Er wordt naar van alles onderzoek gedaan en er kan op een manier naar alles onderzoek
gedaan worden. Of dit nu vergelijkend is of een mechanisme uit elkaar halen om te
onderzoeken. Niet alles kan dus op dezelfde wijze worden onderzocht. Elk onderzoek begint
echter met een vraagstelling. De vraagstelling moet een aantal delen bevatten:
- Onderzoeksvariabelen die duidelijk geformuleerd zijn (wat ga je onderzoeken)
- Onderzoekspopulatie die duidelijk geformuleerd is (bij wie ga je het onderzoek
uitvoeren)
- De termijn waarop effect wordt verwacht moet gedefinieerd zijn (wanner of na
hoeveel tijd verwacht je dat je effect plaats heeft gevonden)
In de praktijk lukt het niet altijd om al deze punten goed in een onderzoeksvraag op te
nemen.
Een voorbeeld vraag is: welk dieet is het meest effectief om gewicht te verliezen? Hier zitten
echter een paar haken en ogen aan.
- Wat is de definitie van dieet
- Wat versta je onder effectief
- Wie behoren tot de onderzoeksgroep
- Op welke momenten in de tijd bepaal je de gewichtsafname
Een betere vraag zou zijn: Leidt een koolhydraat-arm dieet tot een grotere gewichtsafname
vergeleken met het Sonja Bakker dieet bij volwassenen met een BMI groter dan 30 die onder
begeleiding van een dietist een van beide diëten 1 jaar gevolgd hebben?
Hierin staan de interventie: ‘’koolhydraat arm dieet’’ tegenover de comparison: ‘’het sonja
bakker dieet’’, en zijn de patientgroep: ‘’volwassenen met een BMI groter dan 30 die onder
begeleiding van een dietist een van beide diëten 1 jaar gevolgd hebben’’. Het is hier voor de
onderzoeker mogelijk om gelijke groepen te maken.
Een andere vraag is: is wat is het nut van besnijdenissen bij jongens op jonge leeftijd?
Het probleem met deze vraag is:
- Wat wordt er verstaan onder nut en hoe meet je het?
- Tot welke leeftijdscatagorie behoort ‘jong’
- Om welk type besnijdenis gaat het (medisch, ritueel of in het algemeen)
- Wanner (op welke leeftijd) ga je dit nut in kaart brengen?
Een betere vraag zou zijn: Hebben jongens die binnen enkele weken na de geboorte uit
ritueel oogpunt besneden zijn door een medisch specialist als jong volwassene (15 tot 25
jaar), minder vaak een SOA in vergelijking met niet-besneden jongens in dezelfde
leeftijdsgroep?
Hierin vergelijk je twee groepen (wel en niet besneden). Je kunt niet bepalen welke jongens
wel en niet besneden worden maar wel kun je aan de groepen wel en niet besneden indelen
op voorkeur, gebruik, motivatie of overtuiging. Dit is een ander onderzoeksdesign.
Een goede onderzoeksvraag voor een arts die een onderzoek wil opzetten om te kijken of
een jongen van 6 jaar veilig behandeld kan worden voor familiaire hypercholesterolemie
met een statine zonder groeiachterstand die mogelijk een rol speelt kan zijn: ‘’Hebben
jongens die binnen enkele weken na de geboorte uit ritueel oogpunt besneden zijn door een
medisch specialist als jong volwassene (15 tot 25 jaar), minder vaak een SOA in vergelijking
met niet-besneden jongens in dezelfde leeftijdsgroep?’’
Bij cohort onderzoek wordt eerst een groep personen afgebakend die een cohort zullen
vormen. Een voorbeeld is: ‘’alle vrouwen die in 2012 de pil slikte’’. Binnen het cohort wordt
gekeken wie aan een bepaalde determinant is blootgesteld. Dit kan een bepaalde stof of een
bepaalde leefgewoonte of traditie zijn. Vervolgens worden de groepen voor een bepaalde
periode gevolgd. Tijdens deze periode wordt er gekeken of een bepaalde uitkomst (ziekte of
overlijden) wel of niet optreedt binnen de groepen die wel en niet aan de determinant zijn
blootgesteld. Dit is bijvoorbeeld soa’s bij jongens van 20 die wel of niet besneden zijn. De
populatie mag aan het begin van het onderzoek de te onderzoeken uitkomst niet hebben
omdat je anders het vóórkomen van een uitkomst niet goed kunt vergelijken tussen de
groepen.
Een gerandomiseerd experiment is een type onderzoek waarbij het effect van een
interventie (vb. een nieuw medicijn) wordt vergeleken met dat van een controle-interventie
(vb. een oud medicijn of een placebo). De mensen die aan dit soort onderzoek meedoen zijn
meestal patiënten. Het kenmerk van dit soort onderzoek is dat patiënten aselect aan een
groep worden toegewezen: randomisatie. Hierbij heeft elke patiënt evenveel kans om in de
ene of andere groep te komen. Het doel van de randomisatie is om de groepen zo veel
mogelijk op elkaar te laten lijken (ernst van ziekte, leeftijd). Idealiter heb is het medicijn het
enige verschil tussen de patiëntgroepen omdat je dan als je een betere werking hebt in een
van de groepen je dit direct aan de interventie kan linken. Als je in je eerste groep
bijvoorbeeld veel meer jongere patiënten hebt die eigenlijk sowieso al genezen dan is de
werking dus niet aan je medicijn te linken. Andere benamingen voor dit type onderzoek is
randomised control/clinical trial (RCT) of een gerandomiseerde interventiestudie. Het
verschil met een cohortstudie is dat hier de determinant (interventie) bewust op de patiënt
wordt overgebracht, je geeft patiënten een medicijn.
Bij case-control onderzoek ga je ervan uit dat de ziekte aanwezig is (in tegenstelling tot het
voorgaande onderzoek) en kijk je of mensen zijn bloodgesteld aan een bepaalde
determinant (in plaats van mensen aan een bepaalde determinant blood te stellen). Een van
de groepen van alle proefpersonen hebben dus allemaal het kenmerk (vb. longkanker), dit
zijn de cases. Daarnaast neem je een andere groep van mensen die allemaal dit kenmerk
niet hebben (mensen zonder longkanker). Vervolgens kijk je in beide groepen of ze
blootgesteld zijn geweest aan een bepaalde factor (vb. roken). Je kijkt als het ware terug in
de tijd. Een andere benaming is het patiënt controle onderzoek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ChristiaanWinkelmeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.