Intro: Fundamenteel waarderingsprincipe
Fundamenteel waarderingsprincipe:
= de waarde van iets, van een activa, is de prijs die je daar bereidt bent voor te betalen.
Dit is de marktwaarde, de waarde van een actief.
De prijs die je bereid bent te betalen hangt af van twee zaken:
1) Wat uw verwachtingen zijn van de toekomstige cashflows die het actief zal
opbrengen (toekomstvisie cashflows)
2) Wat is uw vereist verwacht rendement, hoeveel rendement wil je op het actief?
Rendement
= ratio tussen uw winst delen door de investeringen.
Wat gaat uw investering opbrengen (teller)
Hoeveel heeft uw investering gekost (noemer)
De prijs die je bereid bent te betalen is afhankelijk van de som van enkele breuken. In de
tellers heb je de tussentijdse cashflows gedeeld door 1+r.
1+r: vereist verwacht rendement
Algemeen waarderingsprincipe:
De waarde van iets is kijken naar de toekomst, de toekomst bepaalt de waarde van een
asset, meer bepaald uw verwachtingen over de toekomstige cashflows die dat asset zal
genereren (teller). Delen door uw vereist verwacht rendement.
Voorbeeld:
Je kan het ook toepassen op bijvoorbeeld de aankoop van een appartement. Je
persoonlijke maximumprijs die je wilt betalen ga je vaststellen doormiddel van een idee
te vormen van de verwachtte huuropbrengsten en kosten, wat zijn de verwachte
cashflows, kijken naar de toekomst. Je gaat een fundamentele analyse doen. Anderzijds
ga je ook bepalen wat de required expected return is. Hoeveel zal dit rendement zijn? r is
het verwachtte rendement dat je vooropstelt en dit zal afhankelijk zijn van de rf
(rendement dat je vandaag krijgt als je geen risico neemt). Daarbovenop wil je ook een
risicopremie want beleggen in een appartement houdt ook een risico in. Hoe zeker ben je
van uw verwachte cashflows? Er is een risico dat je niet alle appartementen kan
verhuren, dat er slechte betalers zijn, dat er mankementen aankomen etc.
Je bent niet 100% zeker van de tellers en daarom wil je gecompenseerd worden. De
risicopremie hangt af van de risico van de tellers. De waarde van iets is afhankelijk
van de toekomstige cashflows en het verwacht rendement en dit verwacht
[1]
,rendement is afhankelijk van de risicovrije rente en een risicopremie dat
afhangt van hoe risicovol uw tellers zijn.
Price volatility: inzien waarom de prijs van iets wijzigt. Stel dat de aandelen koers van
een bedrijf stijgt dan komt dit ofwel doordat er iets gebeurt met de tellers (bijvoorbeeld
nieuwe info over tellers waardoor de toekomst er rooskleuriger uitziet) of er is iets
gewijzigd met de noemer (bijvoorbeeld de toekomst ziet er onzekerder uit door een
verwachtte rechtszaak). Prijzen wijzigen omdat er iets gebeurt met de tellers of omdat er
wijzigingen zijn met de risico’s.
Bubbels: hoe komt het dat de Bitcoin zo irrationeel hoog is? het kan te maken hebben
met irrationele te rooskleurigere toekomst. Je hebt irrationeel te hoge verwachtingen.
Hierdoor krijg je te positieve cashflows. Je kan ook omgekeerd het risico te laag schatten.
De combinatie van de irrationele te hoge toekomstige cashflow en irrationele te
lage inschatting van de risico’s gaat ervoor zorgen dat je heel hoge prijzen
hebt. op een bepaald moment gaat de markt inzien dat dat niet het geval is en gaat men
de toekomstperspectieven naar beneden schalen en de inschatting op het risico naar
omhoog waardoor je een daling van de prijs zal krijgen.
[2]
,Hoofdstuk 3: Valuing Bonds
Valuing bonds
Definities:
• Bond: Security that obligates the issuer to make specified payments to the
bondholder.
• Face value (par value or principal value): Payment at the maturity of the bond.
• Coupon: The interest payments made to the bondholder.
• Coupon rate: Annual interest payment, as a percentage of face value.
Obligatie
= Een grote lening die een onderneming uitgeeft.
Een onderneming wilt geld om te investeren en kan daarvoor een grote lening
uitgeven, maar in plaats van een lening aan te gaan bij de bank, kan de onderneming ook
een obligatie uitgeven. Dit is een grote lening die in verschillende stukjes is gekapt en
waarbij investeerders een klein deeltje kunnen geven aan een bedrijf.
Als je als investeerder zo’n obligatie koopt, dan geef je een stukje van een lening aan
dat bedrijf. Daartegenover staat wel dat het bedrijf u interest zal betalen op de obligatie.
Op de vervaldag dient het bedrijf dan ook het volledig bedrag te hebben terugbetaald.
! De waarde van een obligatie is de huidige waarde van alle toekomstige cashflows die de
obligatie zal genereren (coupons en face value) verdisconteert aan de vereiste verwachte
return (discount rate).
Teller: de tussentijdse cashflows zijn de couponbetalingen ne de laatste betaling(PH) is de
face value
! Coupon rate is niet hetzelfde als discount rate.
Coupon rate: heeft te maken met de tellers, bepaalt de couponbetaling. Het is
dus een bepaalt percentage dat je jaarlijks krijgt, te berekenen op de face value.
Discount rate: staat in de noemer, is de verdisconteringsvoet, het vereist
verwacht rendement.
[3]
, Voorbeeld:
Example - France
In October 2014 you purchase 100 euros of bonds in France which pay a 4.25% coupon
every year. If the bond matures in 2018 and the required expected return (or discount
rate) is 0.15%, what is the value of the bond?
Vereist verwacht rendement wordt ook benoemd als de Yield To Maturity (YTM). De YTM
staat voor het verwacht rendement van de obligatie wanneer je het koopt aan die prijs
van €116,34. de onbekende is in dit geval de noemer. En wordt de 0,15% benoemd als
YTM. Wanneer je de obligatie koopt aan €116,34 en je behoudt de obligatie tot het einde
van de vervaldatum, en het bedrijf geeft u al uw beloofde couponbetalingen, dan zal dat
verwacht rendement (YTM) ook uw gerealiseerd rendement zijn. Dit zal dan het effectieve
rendement zijn dat je zal realiseren.
Required expected return, discount rate, Yield to maturity: vereist allemaal naar
hetzelfde, namelijk naar de R in de oemer. Afhankelijk van de interpretatie is dat uw
required expected return die je voorop hebt gesteld ofwel de YTM, het verwacht
rendement wanneer je het koopt aan die bepaalde prijs en behoud tot aan de einddatum.
! Soms wordt de coupon ipv jaarlijks uitbetaald, ook half jaarlijks uitbetaald.
Voorbeeld:
Example - USA
In November 2014 you purchase a 3-year US government bond with $1000 face value.
The bond has a coupon rate of 4.25% p.a., paid semi-annually. If investors require a
0.965% p.a. expected return. What is the price of the bond?
Je gaat niet om de zes maanden 4,25% ontvangen, maar je gaat om de zes maanden
4,25%/2 ontvangen. Om te weten hoeveel je halfjaarlijks ontvangt, moet je het delen
door twee want de coupon rate wordt per annum gegeven. Idem voor de required
expected return, deze bedraagt 0,965% per annum dus op jaarbasis. Om het halfjaarlijks
te weten moet je opnieuw delen door twee.
[4]
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inesl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.