100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Feniks Examenkatern Historische contexten Hoofdstuk 4 Verlichting, ISBN: 9789006484021 Geschiedenis $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Feniks Examenkatern Historische contexten Hoofdstuk 4 Verlichting, ISBN: 9789006484021 Geschiedenis

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Een samenvatting van de Historische Context VWO 5/6 over de Verlichting

Preview 2 out of 9  pages

  • No
  • Hoofdstuk 4 verlichting
  • March 23, 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Geschiedenis Samenvatting
Historische context: Verlichtingsideeën en democratische revoluties



Paragraaf 1
Ka: Het streven naar absolute macht.

Ka: Wetenschappelijke revolutie.

Ka: Rationeel optimisme & een ‘Verlicht Denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van
de samenleving: godsdienst, politiek, economisch en sociale verhoudingen

Ka: Voortbestaan van het Ancien Regime met pogingen om het vorstelijk bestuur een
eigentijdse verlichte vorm te geven (verlicht absolutisme).



Inleiding

 In de 17e eeuw kwam er steeds meer onderzoek op wetenschappelijk vlak, er
kwamen twee denk stromingen: empiristen en rationalisten.
 Empiristen: kennis gekregen door ervaringen en waarnemingen.
 Rationalisten: kennis verkregen door gebruik van het verstand.
 Deze stromingen leiden tot de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw, de ideeën
van de verlichte filosofen zijn geaard in die van de humanisten uit de 15e eeuw, zoals
bijvoorbeeld Moore en Erasmus  voorstanders van verdraagzaamheid.
 Locke, Voltaire, Montesquieu en Rousseau vonden dat een kritische houding over
sociaal, bestuur en rechtspraak zou leiden tot een betere samenleving, de vorsten
waren het hier niet mee eens (Absolutisme). Wel namen ze de ideeën over , maar ze
werden niet verspreid.



De republiek

 In de republiek leidende nieuwe ideeën tot meningsverschillen, humanist Coornhert
(1522 – 1590) streed tegen de achterstelling van anders gelovigen, volgens hem
horen moraal en ethiek niet meer op een religie gebaseerd te zijn.
 Volgens natuurwetenschappers Stevin (1542-1620), Was er plaats voor god en
geloof, volgens hem had de maatschappij juist een geloof nodig voor orde.
 de denkbeelden van Descartes (1632 – 1677) en Spinoza (1632 – 1677) Kregen de
naam van radicale verlichting, wat niet door de kerk werd geaccepteerd. Zij
creëerden een sterk afwijkend godsbeeld. Descartes vestigde zich in de republiek (nl
tolerant) en spoorde mensen aan om te vertrouwen op eigen verstand, maar hij
twijfelde aan de waarnemingen van de mens, het enige wat hij zeker wist was dat hij
kon denken (congito ergo sum). Volgens hem was er een goede god , volgens hem
had god de ziel, het lichaam en de materie gemaakt. hij probeerde ook het
universum wiskundig te beschrijven, dit was voor de kerk niet aanvaardbaar want
god werd geminimaliseerd. er kwam veel onrust & Descartes ging aan het Zweedse
hof werken.
 Spinoza was het eens met Descartes en Huygens (licht en kansberekening), Hij staat
bekend als denker over geloof en de maatschappij. Spinoza was gevlucht naar
Nederland omdat het jodendom werd verboden in Spanje. Hij wou vrijheid van

, denken en spreken, hij was kritisch over de bijbel omdat die vrijheid beperkt. Volgens
hem moest de staat in dienst staan van de bevolking, met een democratie. Spinoza
concludeerde dat het beeld van god als persoon onjuist was. ‘God is natuur’ vond hij ,
maar zijn idee n werden niet geaccepteerd dus hij vertrok uit Amsterdam. (ka. 26 en
27)



Engeland

 Ook Locke (empirist) bestudeerde het werk van Descartes, Hij stelde dat de
menselijke geest aangeboren idee n bezat. kennis wordt beschreven door het opdoen
van ervaringen. In de tijd van lok was de rooms katholieke Jacobus de tweede aan de
macht, er was geen goede verhouding tussen hem en het volk. Er moest volgens
Lock godsdienstvrijheid heersen en hij werkte aan een absolute monarchie, in 16 88
werd hij tijdens de Glorious Revolution afgezet.
 De protestantse Willem III van oranje Nassau werd naar Engeland gehaald om het
land te besturen en de Bill of Rights te accepteren ( rechten koning sterk beperkt ),
er kwam een parlementaire democratie.
 Look was naar de republiek gevlucht vanwege intolerantie, maar keerde weer terug
toen willen de derde aan de macht kwam.
 Locke vond het streven naar macht en machtsmisbruik verwerpelijk, volgens hem
hadden mensen in vrijheid besloten om een maatschappij te vormen als gelijken en
had een koning geen soevereiniteit. Ook vond hij dat de rol van de kerk
geminimaliseerd moest worden, want de kerk beperkte vrijheid. (ka 26 en 27).



Frankrijk

 Voltaire werkte de idee n over verdraagzaamheid verder uit , hij was een deïst  hij
gelooft in god als schepper , maar dat deze nu niet meer ingrijpt. hij vond dat het
geloof een aantasting voor de vrijheid was en hij zag dat de kerk de mensen
onwetend hield, om ze zo volgzaam te maken. (ka. 26, 27 en 28).
 Montesquieu werd voorzitter van het parlement van bordeaux (rechtbank ), door zijn
rijke schoon familie reisde hij door Europa. hij was tegenstander van
alleenheerschappij n in zijn boek vergelijk hij verschillende bestuursvormen. Hij was
onder de indruk van het Engelse staat model met 1 3 deling van de macht. Voor deze
trias politica was volgens hem wel een sterke, adellijke bovenlaag nodig (Rol voor de
13 parlementen).
 Rousseau dacht niet alleen aan de welgestelden , zoals Locke, Voltaire en
Montesquieu deden. Hij dacht bij het woord ‘volk’, aan het gehele volk. hij zegt ook
dat de koning de macht van het volk heeft gekregen en niet van god bent soevereine
macht hoort aan het volk een koning moet het welzijn van het volk nastreven. (ka. 26
en 27)



Kant en grenzen van het rationalisme

 Kant hij is geboren in Oost-Pruisen en hij studeerde theologie, filosofie , wiskunde en
natuurkunde aan de universiteit en daar werd hij professor. In ‘was ist aufklärung’
vat hij samen wat de verlichting inhoud. Hij was een rationalist en een deïst, volgens

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alyssavanwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
Add to cart
Added