Wat zijn de voor- en nadelen van het uiteenvallen van traditionele leef- en werkverbanden?
Voor:
Het geeft ruimte voor individuele invulling van het leven
Burgers worden assertiever en komt op voor eigen belangen en de ruimte voor
zelfontplooiing.
Tegen:
Het vraagt om meer competenties en materiële voorwaarden, waar niet iedereen over
beschikt.
Aantal mensen dat alleen leeft neemt toe – meer eenzaamheid en sociaal isolement.
Sociale steun is minder vanzelfsprekend.
Mantelzorg wordt formeler en geinstitutioneerd.
Onderlinge eisen worden hoger – meer, andersoortige en ingewikkelder samengestelde
leefverbanden
Sociale netwerken worden dunner en er komen meer ‘buitenstaanders’.
Geef argumenten voor en tegen de stelling dat ‘ziekte en beperking als eigen lot en
verantwoording worden gezien’.
Voor:
Mensen moeten zelf hun zorg organiseren, als ze dat niet (goed) doen is de ziekte/beperking
hun eigen lot/probleem/verantwoordelijkheid.
Mensen worden mondiger, stellen eisen en krijgen meer zeggenschap – ze worden nu
verantwoordelijker dus zijn ook in staat om voor zichzelf te zorgen op het gebied van hun
ziekte of beperking.
Tegen:
Niet iedereen is in staat om zijn/haar hulp zelf te organiseren. Zij zullen alleen nog maar
dieper in de problemen komen te zitten.
Iemand die niet succesvol is in het organiseren van de zorg, wordt dat als individueel falen
aangerekend.
Wat wordt bedoeld met de scheiding van de AWBZ en de WMO?
Eerst was de AWBZ verantwoordelijk voor het betalen van de grote kostenposten van de zorg. Toen
kwam de WMO er bij. De gemeente ging de zorg ondersteunen.
Nu worden de AWBZ en de WMO van elkaar gescheiden. Om nu hetzelfde totaalpakket te krijgen
moeten de mensen bij 2 instanties gaan aankloppen. Zowel bij de gemeentelijke overheid als de
landelijke overheid. Mensen hebben dubbel zo veel verantwoording af te leggen. Daarnaast geeft het
een hoop meer regelwerk en verantwoordelijkheid van de mensen.
Welke ‘tegenstrijdigheid in de rol van de overheid’ beschrijft de schrijver?
Enerzijds treed de overheid terug. De mensen moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen over de
zorg die ze krijgen. De overheid wil zich daar zo min mogelijk mee bemoeien.
Anders treed de overheid steeds meer op bij sociale problemen. Door outreachend te werken
probeert de overheid al ‘achter de voordeur’ in te grijpen bij opvoedingsproblemen.
,Wat is volgens De Vries de ‘achtergrond van de marktwerking’? Met welke veronderstelling hangt
dit samen en wat zijn de drie gevolgen die De Vries noemt?
Het decentralisatiebeleid van de overheid – overheidstaken als het welzijnsbeleid worden naar
lagere overheden gedelegeerd.
De lokale overheid is beter in het beleid en de financiering van de praktijk van het
maatschappelijk werk te ontwikkelen dan de landelijke overheid. Zij hebben meer contact
met de burgers en weten van de lokale problemen.
Gevolgen:
1. Dat de lokale overheid meer geneigd is te luisteren naar de vragen die leven en door een
antwoord op te geven. Dat dwingt dienst- en hulpverleningsinstanties om hun
aanbodgerichte aanpak te verlaten en meer vraaggericht te werken.
2. Het maatschappelijk werk in de steden wordt onderdeel van het lokale, sociale beleid dat
op de kwetsbare wijken gericht is en daarin nauw moet samenwerken met ander dienst-
en hulpverleningsinstanties. Traditioneel gegroeide werkwijzen en
samenwerkingsverbanden veranderen daardoor.
3. Had het maatschappelijk werk voorheen een brede algemene doelstelling, nu beginnen
de lokale overheden het maatschappelijk werk in te zetten voor specifieke doelen binnen
hun welzijnsbeleid.
Wat wordt bedoeld met de ‘vermaatschappelijking van de tweedelijnszorg’?
De verschuiving van de taken van de maatschappelijk werkers. Wat de kernactiviteiten ervan zijn,
welke diensten, doelgroepen en probleemgebieden wezenlijk zijn. Er werd gekeken welke
activiteiten zich lieten doorschuiven naar andere instanties of geschrapt moesten worden. Zo kwam
de langdurige hulp onder druk te staan en moesten de maatschappelijk werkers meer kortdurend
gaan werken.
Wat bedoelt Tonkens met de opmerking dat ‘Marktwerking en zorg verdragen elkaar niet goed’?
Als we kijken naar de marktwerking moet alles zo efficiënt en goedkoop mogelijk. Binnen de zorg en
welzijn is dat echter vaak niet mogelijk omdat dit ten koste gaat van de cliënten.
Wat bedoelt de Vries met ‘standaardisering’? Wat zijn de voordelen en wat zijn de nadelen? Wat is
daarvan het gevolg voor bc de schuldhulpverlening?
Dat alles loopt via regels en protocollen. Dat er volgens een standaard gehandeld wordt.
Voordelen:
Je krijgt makkelijker een HKZ-certificering.
Het hulpverleningsproces wordt daarmee ontdaan van de subjectieve elementen. De
hulpverlener wordt geholpen op het juiste moment de juiste vragen te stellen.
Nadelen:
Het komt tussen de hulpverlener en de cliënt in te staan
De positie van de maatschappelijk werker kan er door ondermijnt worden.
Het kan de uniciteit van elk hulpverleningscontact doen verdwijnen en daarmee de uniciteit
van elk individuele cliënt.
De eens integrale schuldhulpverlening wordt nu opgedeeld in dienstverlening door verschillende
lager betaalde hulpverleners. Zo moeten de cliënten steeds doorverwezen worden om met al hun
problemen geholpen te worden.
De zaak Savanna. Wat is dat voor een zaak en wat zijn de gevolgen ervan voor MWD’ers?
De driejarige peuter die in 2004 omkwam door stelselmatige mishandelingen.
, Maatschappelijk werkers zijn nu bang geworden om fouten te maken.
Wat is een indicatieorgaan? Noem een argument voor en een argument tegen de stelling van
Tonkens over het afschaffen hiervan.
Onafhankelijk hulpverlenersteam die indicatiestelling verzorgen, zoals voor AWBZ-zorg of jeugdzorg.
Voor: Het is belangrijk dat er naar de persoon wordt gekeken en niet naar het dossier. Wanneer de
indicatieorganen verdwijnen en dit voortaan door de ‘eigen hulpverleners’ gedaan wordt kan er weer
naar de persoon gekeken worden.
Tegen: De hulpverleners van de cliënt kunnen heel subjectief zijn door het contact dat zij al hebben.
Noem van de schrijver een argument voor en een argument tegen ‘het behalen van
productietargets’.
Voor:
De stroomlijning van de werkprocessen via protocollen maakt dat men doelgerichter gaat
werken, meer houvast heeft en tegen willekeur beschermd wordt.
Het stelt paal en perk aan de eerdere vrijblijvendheid, waarin ieder maar zijn gang ging en er
geen zicht en controle waren op waar en hoe men bezig was.
Tegen:
Het eigenlijke werk blijft achter de cijfers verborgen en er lijkt nog maar 1 cliënt te zijn: de
financier.
Meer bureaucratie, minder armslag voor de eigen professionaliteit: niet het eigen oordeel
maar de richtlijnen zijn bepalend.
Wat wordt bedoeld met ‘het modern paternalisme’?
De moderne manier om alles van bovenaf te regelen. De overheid gaat zich bemoeien met
‘onmaatschappelijke’ of ‘sociaal zwakke’ gezinnen. Ongevraagd wordt er op de gezinnen afgestapt.
Dit noemen ze ‘outreachend werken’.
Wat bedoelt Tonkens als ze zegt: ‘Het is hoog tijd de getemde professional uit de klauwen van de
bureaucratie en de vrije markt te redden’?
De professionals zijn nu vaak gevangen in de vele protocollen en regels. Het is van belang dat de
hulpverleners zich nu gaan richten op de cliënt. Dat ze gaan uitbreken en gaan staat voor waar het
om gaat.
Wat wordt bedoeld met de ‘Common factors theorie’?
Deze theorie is gebaseerd op alle gemeenschappelijke factoren die aan elke therapie ten grondslag
liggen, zoals werkrelatie, hoop en verwachting en cliëntfactoren.
Er is een cliënt en een hulpverlener, deze gaan een werkrelatie aan die hoop en verwachting
oproept (placebo) en op een bepaalde manier gestructureerd wordt (methode).
Clientfactoren: intrapsychisch + interpersoonlijke + sociale context
Therapeutische relatie: wederzijdse acceptatie, overeenstemming doelen, gezamenlijk
bepalen van de taken, communicatief op elkaar afgestemd zijn.
Therapeutfatoren: goede hulpverleners”
o Niet oordelende houding
o Betrokken, warm, persoonlijk
o Kunnen flexibel en verstandig omgaan met veranderende situatie van de cliënt
o Geloven in wat zij doen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HenrikeV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.