Social Psychology (2nd ed., 2014): Summary of all Final Exam content
Measurement Theory and Assessment I - final exam prep. - BPsych. year 1 - period 4.
All for this textbook (2)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Psychologie
Meten En Diagnostiek 1
All documents for this subject (44)
Seller
Follow
nlsmits
Content preview
Tentamenstof Meten en Diagnostiek 1
Lecture 1.1 Introductie Ethiek
Diagnostiek is het door en door leren kennen van een situatie met als doel een beslissing
te kunnen nemen. Iemands gedrag, vaardigheden en beperkingen in kaart te brengen om
bijv. te beslissen of iemand wel of niet voldoet aan de criteria van een stoornis, bijles nodig
heeft, etc.
Psychodiagnostiek is onderzoek naar het psychosociaal functioneren.
○ Het is een betrouwbare en valide beschrijving van de psychosociale werkelijkheid
○ Het biedt mogelijke verklaringen voor problemen
○ Deze verklaringen worden getoetst. Bijv. Annika is niet goed op school want er
wordt verwacht dat zij aandachtsproblemen heeft. Dit kan dan getoetst worden
middels een aandachtstest, is dit een mogelijke verklaring?
Wetenschappelijke diagnostiek is een onderbouwing vanuit de wetenschap.
○ Diagnostiek is idealiter herhaalbaar, je wilt bijv. in week 1 iets meten en in week 8
hetzelfde opnieuw meten.
○ Diagnostiek benadert idealiter de werkelijkheid
○ Standaardisatie: de test/interview wordt door iedereen op dezelfde manier ingezet
○ Interrater betrouwbaarheid bij psychiatrische diagnose: wanneer een test
onduidelijk is zit er tussen de 0-50% overeenkomst tussen verschillende
beoordelaars. Als een test is gestandaardiseerd is dit tussen de 60-70%.
Diagnostiek als wetenschap bedrijving
○ Moeilijk, omdat de constructen vaak complex zijn
○ Je hebt beperkt de tijd, omdat je iemand niet eindeloos kunt ondervragen
○ Confirmation bias: neiging om nieuw bewijs te interpreteren als bevestiging van je
bestaande overtuiging/theorie.
○ Beschikbaarheidsheuristiek: neiging om te focussen op alleen symptomen die
verband houden met hoog prevalente aandoeningen.
Diagnostische tests zijn wetenschappelijk verantwoorde, betrouwbare en objectieve testen
omtrent diagnostisch beleid.
De werkelijke score (T) van iemand op een test wordt beïnvloed door meetfouten.
Testscore (X) bestaat dus uit de werkelijke score (T) + meetfout (e). Deze meetfouten zijn
bijv confounders.
Wat zijn testeigenschappen om meetfouten te beperken?
,Standaardisatie: hoe wordt een test afgenomen en wat houden de verschillende
onderdelen precies in.
1. Herhaalbaarheid. Je zou steeds tot dezelfde score moeten komen in
een gelijke situatie → betrouwbaarheid.
2. Volledigheid. Je hebt een bepaald aantal items waarmee je alle aspecten moet
meten, in een korte screeningsvragenlijst moeten alle aspecten naar voren komen.
Zoals bijv. de 3 onderdelen van autisme
3. Scores. Een construct moet worden uitgedrukt in scores.
4. Scores worden geïnterpreteerd. Valt iets onder de norm of een standaardscore. Een
ruwe score kan worden vergeleken met de afkapwaarde maar ook met een
normgroep.
5. Predictie non-testgedrag. Een testscore voorspelt/beschrijft bepaald testgedrag wat
belangrijk is voor de validatie.
Het Nederlands Instituut van Psychologen en Nederlandse Vereniging (NIP)van
Psychologen en onderwijskundigen beoordeelt beroepsethiek en zorgt voor
kwaliteitsbewaking oa. middels de COTAN. De COTAN is de Commissie Test
Aangelegenheden en Nederland. Ze geven advies over de kwaliteit van instrumenten aan
de gebruikers maar geven ook testmakers advies over hun instrumenten.
2 criteria van de COTAN:
○ Wat gaat de test in kaart brengen, wat is de doelgroep en de
functie en op welke manier. Waarom moet deze test gebruikt worden?
→ Standaardisatie: de kwaliteit van het testmateriaal en de handleiding
○ Normen, betrouwbaarheid en validiteit
Ethiek: Algemeen Standaard Testgebruik
De psycholoog gedraagt zich verantwoordelijk, integer, respectvol en deskundig. Er worden
alleen relevante testen afgenomen, de testen worden gedaan door bevoegden. Er is
respect voor de psychische en lichamelijke integriteit, geheimhoudingsplicht en
informatieplicht naar de cliënt (rapportage zonder jargon.
Lecture 2.1 Betrouwbaarheid I
Klassieke testtheorie: X = T + e.
Betrouwbaarheid is een waarde uitgedrukt in een score tussen 0 en 1. Het is de mate
waarin scores constant te reproduceren zijn. Voor een hoge betrouwbaarheid wil je bij
herhaalde meting dezelfde testscore.
Binnen de klassieke testtheorie is T consistent en e inconsistent. Wanneer de testscore T
groter is dan de daadwerkelijke score X is e dus positief. Dit kan bijv. komen door een
, enthousiaste psycholoog waardoor iemand wellicht beter meedoet en de testscore positief
wordt beïnvloedt.
Wanneer testscore T groter is dan de daadwerkelijke score X is e negatief en is er
bijvoorbeeld juist een slechte psycholoog die stress veroorzaakt waardoor de testscore
negatief wordt beinvloedt.
Hierom gaan we er dus vanuit dat de testscore een benadering is van de basisscore.
Bronnen van meetfouten
○ Allereerst kan een meetfout veroorzaakt worden door een daadwerkelijk verschil.
Gedrag is namelijk situationeel dus een kind kan zich bijvoorbeeld dwars gedragen
op school, maar niet thuis.
○ Meetfouten
○ Item selectie: je kan niet alles meten dus neem je eigenlijk een steekproef
van iemands gedrag, je zou hier iets kunnen missen
○ Testafname: problemen bij de proefpersoon (stress), problemen door de
proefleider (sterk onverstaanbaar accent) of problemen door de omgeving
(afleiding)
○ Test scoring: wanneer er gebruik wordt gemaakt van een subjectieve test
(open vragen) is dit moeilijker te scoren dan bijvoorbeeld meerkeuzevragen.
○ Systematische fouten: er is bijvoorbeeld een fout in de handleiding, dit is
iets wat altijd fout gaat bij het afnemen van de test.
Er is dus een onderscheid tussen systematische en niet-systematische meetfouten.
Systematische fouten worden ook wel aangegeven met e(s)
○ Deze fouten zijn altijd positief of negatief, maar niet afhankelijk van de situatie zelf
○ De gemiddelde meetfout kan hier niet gelijk zijn aan 0, omdat ze altijd 1 zijdig zijn
○ Het is een fout in de testconstructie/inconsistentie van het construct. Wat je aan het
meten bent wordt niet genoeg in kaart gebracht waardoor je elke keer net even iets
anders meet.
○ Het is een maat voor validiteit, omdat je niet meet wat je wilt meten
Niet-systematische fouten (toevallig) worden ook wel aangegeven met e(u)
○ Deze fouten zijn random, ze kunnen zowel positief als negatief zijn
○ Omdat deze fouten random zijn zullen ze uitmiddelen naar 0
○ De meetfout hangt niet samen met T. Afleiding zorgt wel voor een hogere meetfout
maar dit heeft alleen invloed op je testscore en niet op T. Je IQ verandert bijv. niet
door je omgeving.
○ Het is een maat van betrouwbaarheid, omdat je deze verschillende scores wel goed
moet kunnen vergelijken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nlsmits. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.62. You're not tied to anything after your purchase.