Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Hi! In dit document vind je tentamen oefen vragen voor het ademhalingsstelsel! Succes met oefenen :)
Ik zou het zwartwit afdrukken en later je antwoorden nakijken!
Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Hogeschool InHolland (InHolland)
HBO verpleegkunde
Biomedische Kennis
All documents for this subject (170)
9
reviews
By: allahdadmarina • 10 months ago
By: Fleurvdbergxxx • 10 months ago
❤️
By: demyelfring • 11 months ago
By: roxkoopman • 10 months ago
By: Fleurvdbergxxx • 10 months ago
Translated by Google
Thank you!!
By: mhphoekstra • 1 year ago
By: mhphoekstra • 1 year ago
By: deniselodder1310 • 1 year ago
By: AleynaAK • 1 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
Fleurvdbergxxx
Reviews received
Content preview
TENTAMEN OEFENVRAGEN ADEMHALINGSSTELSEL
BIOMEDISCH KENNISBASIS TOETS
januari 2021
De veneuze return wordt bevorderd doordat tijdens de inademing de druk ….., waardoor de vena cafa inferior en
het rechteratrium uitzet en zich met meer bloed vult.
A: in de borsthalte toeneemt
B: in de borsthalte afneemt
C: in de capillairen toeneemt
De elastische structuur die naar achteren vouwt over de glottis en daarmee voorkomt dat vloeibare en vaste
stoffen tijdens het slikken het ademhalingsstelsel binnenkomt is:
A: glottis
B: de epiglottis
C: de uvula
De trachea
A: huisvest de stembanden
B: behoudt altijd dezelfde diameter
C: is versterkt met ringvormig kraakbeen
De plaatsen van gaswisseling in de longen zijn:
A: de bronchioli
B: de alveoli
C: de capillairbedden
Hoe noemen we de maximale hoeveelheid die in enkele ademhaling cyclus de longen in en uit kunnen:
A: het inspirator reservevolume
B: vitale capaciteit
C: het ademvolume
De hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft na een maximale uitademing is
A: het expirator reservevolume
B: de vitale capaciteit
C: het residuvolume
Bij rustig ademhalen:
A: behoeven inademing en uitademing spieractiviteit
B: zijn inademing en uitademing beide passieve processen
C: behoeft inademing spieractiviteit en is uitademing passief
Wat is de belangrijkste oorzaak van chronische veneuze insufficiëntie
A: varices
B: hypertensie
C: hyperlipidemie
, De ademhaling wordt gereguleerd door de medulla oblongata en
A: de pons
B: het cerebellum
C: de hippocampus
Een toename van de Pco2 van arterieel bloed kan ertoe leiden dat de ademhalingscentra ervoor zorgen dat:
A: de alveolaire ventilatie afneemt
B: de ademfrequentie daalt
C: de ademfrequentie stijgt
De ziekte die gekenmerkt wordt door kortademigheid als gevolg van een verlies van respiratie
membraanoppervlak is
A: emfyseem
B: astma
C: pneumonie
Welke van de volgende factoren zouden de hoeveelheid zuurstof verhogen die door hemoglobine in de
bloedstroom zouden worden afgestaan:
A: afgenomen temperatuur en pH
B: afgenomen pH en toegenomen temperatuur
C: afgenomen weefsel-Po2 en toegenomen pH
Sympathische activiteit leidt tot
A: contractie van glad spierweefsel van de bronchioli resulterend in de bronchoconstrictie
B: relaxatie van glad spierweefsel van de bronchioli resulterend in de bronchoconstrictie
C: relaxatie van glad spierweefsel van de bronchioli resulterend in de bronchodilatatie
Normale interstitiële vloeistof heeft een Po2 van 40 mm Hg en een Pco2 van 45 mm Hg als gevolg daarvan
A: diffunderen zowel zuurstof als kooldioxide naar de capillairen
B: diffundeert zuurstof de capillairen uit en kooldioxide de capillairen in
C: diffundeert zuurstof de capillairen in en kooldioxide de capillairen uit
Als de diameter van de luchtweg toeneemt
A: daalt de weerstand en dus de ademarbeid
B: stijgt de weerstand en dus de ademarbeid
Wat zijn prikkels voor het ademcentrum?
A: Kooldioxidespanning in het bloed
B: Zuurgraad
C: Zuurstofspanning het bloed
D: A&B zijn juist
E: A&C zijn juist
Waar bevinden zich deze sensoren voor de ademprikkeling?
A: In de hersenstam
B: In de aortaboog
C: Arteria carotis
D: Alle bovenstaande
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fleurvdbergxxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.