100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting GRC-GR jaar 2 blok 3 $5.41   Add to cart

Summary

Samenvatting GRC-GR jaar 2 blok 3

 43 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit bestand worden de hoofdstuk 1 t/m 4 en 7 t/m 11 behandeld.

Preview 4 out of 51  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 4 + 7 t/m 11
  • March 23, 2021
  • 51
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1 Betekenis van accountantscontrole
1.1 Ontstaan van het accountantsberoep
Het accountantsberoep is in Nederland aan het eind van de negentiende eeuw ontstaan heeft zich
pas halverwege de twintigste eeuw in haar huidige vorm ontwikkeld.

Het woord controle uit de term accountantscontrole komt van de Latijnse woorden contra (tegen)
en rotulus (schriftrol). Controle is het achteraf toezien of iets goed is gegaan. Een onderzoek of aan
de regels is voldaan is een controle. Accountantscontrole kan worden omschreven als de externe
en onafhankelijke controle door een accountant van de jaarrekening van een organisatie. Op basis
van een dergelijke controle wordt bij de jaarrekening een controleverklaring gegeven.

In het Engels spreken we vaak over een financial statement audit. De term audit is afgeleid van het
Latijnse audire (aanhoren) en houdt verband met het feit dat in het verre verleden de
verantwoording geschiedde door het voorlezen van de rekening.

Voor een goed begrip van de doelstelling van accountantscontrole is het belangrijk te weten hoe
het accountantsberoep is ontstaan. In Nederland is dat mede te danken aan de Pincoffs-affaire.

1.2 Pincoffs-affaire
De aanleiding voor het ontstaan van het accountantsberoep in Nederland in te vinden in de
grootschalige fraude die in 1879 aan het licht trad: de Rotterdamse affaire Pincoffs.

De affaire vormt een mijlpaal door de grote omvang en vooral door de nasleep die zij heeft
gekregen. Achteraf gezien is het meest opmerkelijke dat Pincoffs steeds het volle vertrouwen had
gekregen. Van een daadwerkelijk kritisch toezicht was geen sprake.

Het Pincoffs-schandaal legde in 1879 de gebreken in de boekhouding en in de controle in het
bedrijfsleven bloot en zorgde voor het laatste zetje dat nodig was voor het ontstaan van de
accountantsfunctie.

1.3 Vraag naar accountantscontrole
De Pincoffs-affaire markeert een belangrijk gegeven, namelijk dat een onbeperkt vertrouwen in
andere mensen in de financiële wereld te risicovol is. Het mitigeren van dit risico is een belangrijke
basis voor de vraag naar accountantscontrole. Diverse wetenschappers hebben op basis van dit
fundament de vraag naar accountantscontrole theoretisch geanalyseerd. Een van de theorieën is
de vertrouwenstheorie van Limperg, die de basis vormt voor het onderzoek naar de
vertrouwenskloof.

De belangrijkste wetenschappelijke theorieën voor het verklaren en analyseren van de behoefte
aan accountantscontrole zijn:

 De informatietheorie: die een economische onderbouwing van de behoefte aan
accountantscontrole geeft.
 De agency-theorie: die afkomstig is van de financieringsleer en zich richt op scheiding
tussen eigendom en leiding van een onderneming en op de complicaties die zich daarbij
kunnen voordoen.
 De verzekeringstheorie: waarbij de controlekosten worden gezien als een premie voor het
overdragen van het risico van onjuiste informatie.
 De vertrouwenstheorie: waarbij het uitgangspunt is dat het bestaansrecht van de
accountantscontrole afhankelijk is van het vertrouwen dat de controlefunctie van de
accountant wekt bij het maatschappelijk verkeer.




1
Samenvatting grondslagen van auditing & assurance

,Informatietheorie
De informatietheorie verklaart de behoefte aan accountantscontrole vanuit het informatierisico, dat
wil zeggen het risico dat onjuiste informatie is verschaft. De informatietheorie richt zich met name
op de relatie tussen het management en het maatschappelijk verkeer en beschouwt een
onafhankelijke controle als een public good. De markten zouden zonder de onafhankelijke controle
ten behoeve van het maatschappelijk verkeer niet efficiënt werken.

De oorzaak van het bestaan van het informatierisico kan worden gevonden in vier factoren, te
weten:

 De afstand van de gebruiker tot het te beoordelen object
 Het bestaan van tegengestelde belangen
 De toenemende omvang van de te verwerken gegevens
 De complexiteit van de transacties

De afstand tot het object houdt in dat de gebruiker het object niet direct zelf kan waarnemen,
maar altijd afhankelijk is van anderen voor het vergaren van informatie met als gevolg dat
informatie niet volledig is of verminkt raakt bij de tussenschakels.

Voor de gebruiker van de informatie bestaan de volgende mogelijkheden om het informatierisico te
beperken:

 Hij kan zelf de informatie gaan controleren
 Hij kan het risico beperken door het eisen van schadevergoedingen bij het verstrekken van
onjuiste informatie
 Hij kan controle van de informatie eisen door een onafhankelijke deskundige

De derde optie ligt het meest voor de hand, zeker wanneer er meer gebruikers in het spel zijn. De
controle wordt opgedragen aan een onafhankelijke deskundige. De inschakeling van de externe
deskundige wordt economisch gerechtvaardigd:

 Voor zover de voordelen van het verlaagde informatierisico groter zijn dan de kosten
verbonden aan het inschakelen van de onafhankelijke deskundige
 Voor zover de kosten van de controle lager zijn dan de besparing op de financieringskosten

Agency-theorie
De agency-theorie verklaart de behoefte aan accountantscontrole vanuit de tegengestelde
belangen tussen management en aandeelhouders.

De kosten die het gevolg zijn van de scheiding van eigendom en beheer en van de delegatie van
bevoegdheden worden aangeduid als agency costs. Agency costs bestaan uit:

 De kosten die het management maakt om aan te tonen dat hij zijn afspraken nakomt
 De kosten die de aandeelhouders maken om het management te controleren
 Het verlies door voor de aandeelhouders niet optimale managementbeslissingen

De toegevoegde waarde van accountantscontrole bestaat in deze visie uit het op economisch
rationele, onafhankelijke en deskundige wijze vaststellen van de getrouwheid van de jaarrekening.
De inschakeling van de accountant door de aandeelhouders is in deze theorie het resultaat van een
minimalisatie van de hiervoor genoemde agency costs.

Hierbij moet worden aangetekend dat de agency-theorie zich primair richt op de relatie tussen het
management en de aandeelhouder. Een van de gevolgen hiervan is dat de relatie tussen de
accountant en het maatschappelijk verkeer onderbelicht blijft in deze theorie. Tot het
maatschappelijk verkeer worden in het algemeen gerekend de aandeelhouders mogelijk
toekomstige aandeelhouders, werknemers, leveranciers, financiers en overheidsorganen.




2
Samenvatting grondslagen van auditing & assurance

,Verzekeringstheorie
In de verzekeringstheorie worden de controlekosten gezien als een vergoeding voor het overdragen
van het risico van onjuiste informatie. De te betalen premie in de vorm van de kosten van
accountantscontrole staat tegenover het risico van onbetrouwbare informatie en de gevolgen van
beslissingen die op basis van die onbetrouwbare informatie worden genomen. Binnen deze theorie
is het vanzelfsprekend dat de accountant kan worden aangesproken door opdrachtgevers en
gebruikers van de verklaring, indien achteraf blijkt dat de controleverklaring ten onrechte is
afgegeven. Er kunnen twee vormen van aansprakelijkheid van de accountant worden
onderscheiden:

 De specifieke aansprakelijkheid ten opzichte van de opdrachtgevers dit is de contractuele
aansprakelijkheid voortvloeiend uit overeenkomsten zoals bij wanprestatie
 De aansprakelijkheid ten opzichte van derden ook bekend als wettelijke aansprakelijkheid
voortvloeiend uit een onrechtmatige daad

Vertrouwenstheorie
Het maatschappelijk verkeer staat in de vertrouwenstheorie centraal. De accountant is volgens
deze theorie de vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer. Volgens de vertrouwenstheorie
is het bestaansrecht van de accountantscontrole afhankelijk van het vertrouwen dat de
controlefunctie van de accountant wekt bij het maatschappelijk verkeer. De mate van vertrouwen
bepaalt op die grond ook de omvang van de verantwoordelijkheid van de accountant en is daarom
doorslaggevend voor de aard en omvang van de uit te voeren controlewerkzaamheden.

De theorie van Limperg vertoont sterke overeenkomsten met de hiervoor besproken theorieën voor
wat betreft het verklaren van de vraag naar accountantscontrole. De vertrouwenstheorie heeft
bovendien eisen aan het functioneren van accountants geformuleerd. Daarmee is de
vertrouwenstheorie bovenal een normatieve theorie, terwijl de informatietheorie, de agency-theorie
en de verzekeringstheorie vooral verklarende theorieën zijn.

1.4 Verwachtingen van het maatschappelijk verkeer
Wij bespreken in dit kader de theorie van Porter over de verwachtingskloof. Porter maakt hierbij
onderscheidt tussen een prestatiekloof en een redelijkheidskloof (zie figuur 1.1).




De prestatiekloof bestaat uit twee onderdelen: tekortkomingen in de standaarden en
tekortschietende prestaties. De kloof als gevolg van tekortschietende standaarden heeft betrekking
op de verantwoordelijkheden die redelijkerwijs van de accountant op grond van bestaande wet- en
regelgeving heeft. De prestatiekloof ontstaat door een verschil in verwachtingen tussen wat een
accountant presteert en wat de gebruikers verwachten. dit verschil heeft betrekking op
tekortkomingen in de controle.

De redelijkheidskloof heeft betrekking op wat er redelijkerwijs verwacht kan worden van
accountantscontrole en wat het maatschappelijk verkeer vindt dat een accountant moet leveren.
Dan gaat her vooral over verwachtingen over de aard van de controle, de reikwijdte ervan en
inherente beperkingen van een controle. Voorbeelden hiervan zijn fraude als gevolg van
samenspanning door de leiding of een onverwacht faillissement terwijl in de regel over het
afgelopen jaar nog een goedkeurende controleverklaring is verstrekt.

Onderdeel van de verwachtingskloof is de informatiekloof, het verschil tussen de hoeveelheid en de
kwaliteit van de informatie die een gebruiker comfort geeft bij het nemen van zijn beslissingen en
de feitelijke informatie die in de vorm van een jaarrekening met controleverklaring naar buiten
wordt gebracht.

3
Samenvatting grondslagen van auditing & assurance

, Hoofdstuk 2 Organisatie van het accountantsberoep
2.1 Ontstaan van de beroepsorganisatie
Op initiatief van het Bureel van Boekhouding Confidentia werd een aanzet gegeven tot de
oprichting van het Nederlandsch Instituut van Accountants (NIvA). Deze oprichting was een feit op
1 januari 1895 waarmee de organisatie van het accountantsberoep in Nederland was gestart.

Vanaf de aanvang van het bestaan van de beroepsorganisatie stond het vestigen van een
uitstekende reputatie van de leden voorop. Het NIvA stelde zich al ten doel de stand van de
accountants in Nederland te organiseren en propaganda te maken voor het inschakelen van
accountants.

Al bij de oprichting werd in de doelstellingen opgenomen dat het NIvA zou streven naar een
wettelijke regeling van het beroep van accountants als controleur van boekingen en rekeningen en
als administratief expert. Een wettelijke regeling kwam echter pas in 1962 tot stand, waarbij de
Orde Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA) als publiekrechtelijk lichaam werd
gevormd. Tot die tijd waren er meerdere beroepsorganisaties die opgingen in het NIVRA. Dat
waren met name het NIvA tot dan toe alle privaatrechtelijke organisaties. De Nederlandse Orde
van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA) werd in 1948 opgericht. Na de stroomlijning
van de accountantswetgeving in 1993 verwierf zij in navolging van het NIVRA ook de status van
publiekrechtelijk lichaam voor het beroep van Accountant-Administratieconsulent.

In 2009 is door de besturen van de twee beroepsorganisaties NIVRA en NOvAA een fusie
voorbereid, die tijdens de ledenvergaderingen in december 2009 door een ruime meerderheid van
de leden werd aanvaard. Dit fusievoorstel heeft ertoe geleid dat de beroepsorganisaties NIVRA en
NOvAA per 1 januari 2011 zijn opgegaan in één nieuwe beroepsorganisatie: de Nederlandse
Beroepsorganisatie van Accountants (NBA), die in 2015 her predicaat Koninklijk kreeg.

2.2 Titels en externe accountant
De term accountant is in 1890 geïntroduceerd door E. van Dien die onder invloed van zijn
samenwerking met Engelse accountants als eerste in Nederland de titel accountant gebruikte.

In de accountantswetgeving hebben de termen waarmee beroepsoefenaren binnen de accountancy
worden aangeduid een belangrijke betekenis. De Wet op het accountantsberoep biedt namelijk
titelbescherming voor de titel accountant en als afgeleide daarvan ook de huidige beroepstitels
Accountant-Administratieconsulent (AA) en Registeraccountant (RA). Volgens de Wet op het
accountantsberoep is alleen de accountant, AA en RA, die in het accountantsregister is
ingeschreven, gerechtigd de titel van accountant te voeren.

In de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) staat de term externe accountant. De externe
accountant is de natuurlijke persoon die werkzaam is bij of verbonden is aan een
accountantsorganisatie en die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een wettelijke controle.
De accountantsorganisatie is gedefinieerd als een onderneming of instelling die bedrijfsmatig
wettelijke controles verricht dan wel een organisatie waarin zulke ondernemingen of instellingen
met elkaar zijn verbonden. De Wta richt zich dus op de uitoefening van wettelijke controles.

2.3 Wettelijke regelingen voor het accountantsberoep
De commissie Van der Grinten, die in 1954 werd ingesteld, legde in 1956 een voorontwerp van wet
en de staatssecretaris van Economische Zaken voor. In 1962 verscheen dan eindelijk de Wet op de
Registeraccountants (Wet RA) in het Staatsblad. De Wet op de Accountant-Administratieconsulent
(Wet AA) kwam uiteindelijk in 1972 tot stand met als belangrijkste doel de kwaliteit en de
onafhankelijkheid van de dienstverlening in het MKB te waarborgen.

De fusie tussen NIVRA en NOvAA uit 2009 heeft geleid tot de Wet op het accountantsberoep die de
Wet RA en de Wet AA in 2011 heeft vervangen.




4
Samenvatting grondslagen van auditing & assurance

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kellyroijackers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.41  4x  sold
  • (0)
  Add to cart