Pedagogische Aanpak in de Klas 2020/2021
Oefenvragen + Antwoorden
Pedagogische Aanpak in de Klas
HC 1
1. Bij welke benadering van behandelingen past het gebruik van het ABC-schema het best?
A. De cognitief-gedragstherapeutische benadering
B. De systeemtheoretische benadering
C. De neurobiologische benadering
2. Waarom zijn er meer jongens dan meisjes op scholen met leerwegondersteuning?
A. Jongens hebben een grotere genetische aanleg voor stoornissen.
B. Jongens ervaren een grotere druk om te presteren.
C. Jongens uiten hun ongenoegen vaak via hun gedrag.
D. A, B en C zijn allemaal juist.
3. Bij welke benadering wordt er gezocht naar het 'waarom' van het gedrag?
A. Experiëntiële, ervaringsgerichte benadering
B. Systeemtheoretische benadering
C. Psychodynamische benadering
D. Neurobiologische benadering
4. Wat heeft een kind met ADHD (geclassificeerd volgens de DSM-5)?
A. Een neurobiologische ontwikkelingsstoornis
B. Een internaliserend gedragsprobleem
C. Een externaliserend gedragsprobleem
5. In hoorcollege 1 worden 5 hoofdstromingen genoemd die gebruikt worden als
theoretische achtergrond voor empirisch onderzoek, diagnostische processen en
behandeling. Welke van de onderstaande antwoorden is hier geen voorbeeld van?
A. De neurobiologische benadering
B. De cultuurhistorische benadering
C. De psychodynamische benadering
6. Bij welke benadering wordt de nadruk gelegd op de positieve en sterke kanten van het
kind?
A. Systeemtheoretische benadering
B. Experiëntiële, ervaringsgerichte benadering
C. Psychodynamische benadering
7. De zelfinstructietraining van Meichenbaum wordt vaak gebruikt in het basisonderwijs
om leerlingen te helpen zelf aan de slag te gaan. Welke benadering ligt hieraan ten
grondslag?
A. Psychodynamische benadering.
B. Cognitief-gedragstherapeutische benadering.
C. Experiëntiële, ervaringsgerichte benadering.
D. Systeemtheoretische benadering.
, Pedagogische Aanpak in de Klas 2020/2021
Oefenvragen + Antwoorden
8. Wat is geen kanttekening volgens Van Lieshout en Van Deth?
A. Probleemgedragingen zijn een sociaal construct.
B. DSM-5 is te westers gekleurd, er zijn ook andere benaderingen.
C. Blijf kijken naar omgevings- en onderwijsfactoren.
D. Concludeer niet te snel aan de hand van beschreven probleemgebieden dat er sprake is van een
stoornis.
9. Welk van deze kenmerken hoort NIET bij de experiëntiële/ ervaringsgerichte
benadering? (Kies er 1)
A. Het Nieuwe Leren
B. Operante conditioneren
C. Actieve werkvormen
D. Oplossingsgericht werken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessahonig. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.