Accountancy / Bedrijfseconomie / Fiscaal Recht En Economie
Investeren & Financieren 1.1
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
britt01
Reviews received
Content preview
Investeren & financieren 1.1 samenvatting Hoofdstuk 3 t/m 8.
Basisboek Bedrijfseconomie.
Leerdoelen
1. Je kunt met betrekking tot:
· investeringsselectie
· investeringsplan, financieringsplan en liquiditeitsbegroting:
· werkkapitaalbeheer
a. het doel omschrijven
b. de betekenis van de verschillende methoden en uitkomsten omschrijven
c. beargumenteren in welke situatie je welke methode hanteert
d. aangeven welke bezwaren er verbonden zijn aan de verschillende
methoden
e. aangeven over welke gegevens je dient te beschikken en welke stappen je
moet zetten om de verschillende methoden te gebruiken
f. de verschillende methoden uitvoeren
g. een oordeel vellen op basis van de uitkomst
2. Je kunt de samenhang tussen het vermogensbeslag, de vermogensbehoefte
en de financieringsbehoefte aanduiden.
3. Je kunt de samenhang tussen de investeringsduur van activa en de
beschikkingsduur van vermogen aantonen.
4. Je kunt verschillen en overeenkomsten tussen vormen van eigen vermogen en
vreemd vermogen aangeven
Balans en Resultatenrekening (hoofdstuk 3):
- winst versus kasmutatie (kosten en uitgaven)
- rechtstreekse vermogensmutaties
Ondernemingsplan (hoofdstuk 4):
- financieel gat
- marketing mix
- investeringsbegroting
- financieringsplan
- verwachte resultatenrekening (exploitatiebegroting)
- liquiditeitsbegroting (eenvoudig)
Investeringsselectie (hoofdstuk 5):
- investeringsproject
- winst en cashflow
- terugverdienperiode
- gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit
Werkkapitaalbeheer (hoofdstuk 6)
- optimale voorraad
- debiteurenbeheer
- factoring
- liqduiditeitsbeheer
Eigen vermogen (hoofdstuk 7):
- ondernemingen met en zonder rechtspersoonlijkheid
- preferente aandelen
- dividend
- reserves
Vreemd vermogen (hoofdstuk 8):
- rente
- risico en rangorde
- banklening
- leveranciers- en afnemerskrediet
1
, - rekening courant krediet
- commercial paper
Hoofdstuk 3 financiële overzichten.
Paragraaf 3.1 investering en financiering.
Op een balans wordt weergegeven welke investeringen een bedrijf gedaan
heeft(debet) en op welke wijze die investeringen zijn gefinancierd(credit).
De productiemiddelen heten activa (linker kant van de balans):
- vaste activa: gaan langer dan een jaar mee.(gebouwen,
transportmiddelen)
- vlottende activa: gaan minder dan een jaar mee.
Voor wat betreft de wijze van financiering kan een onderscheid gemaakt worden
tussen eigen vermogen en vreemd vermogen:
- Eigen vermogen:
Door de eigenaren ter beschikking gesteld aan de onderneming,
voor onbepaalde tijd.
De vergoeding voor het ter beschikking gestelde eigen vermogen is
winst.
Ze kunnen de winst uit laten keren maar ook in het bedrijf
laten zitten.
Eigenvermogen is risicodragend: de vergoeding ligt niet vast en de
eigenvermogen verschaffers krijgen bij faillissement als laatste hun
inleg terug.
- Vreemd vermogen:
Ter beschikking gesteld door schuldeisers.
De schuldeisers krijgen rente voor hun lening.
Vreemd vermogen is risicomijdend: de vergoeding is van te voren
vast gelegd en bij faillissement krijgen de vreemd vermogen
verschaffers hun geld terug voor de eigenvermogen verschaffers
Paragraaf 3.2 balans en resultatenrekening.
De balans: altijd in evenwicht
- Links: activa; de investeringen. (de debetzijde) investeringsplan
- Rechts: passiva; hoe gefinancierd. (de creditzijde) financieringsplan
- Winst: de toename van het eigen vermogen; het eigen vermogen op 2
momenten vergelijken beginbalans en eindbalans.
Let op! : bij tussentijdse stortingen of onttrekkingen uit de
onderneming.
De resultatenrekening: (ook wel; winst en verliesrekening) opbrengsten en
kosten
- Opbrengsten niet perse gelijk aan de ontvangsten: bijv. prestatie is
verricht maar de afnemer heeft nog niet betaald.
- Kosten niet perse gelijk aan uitgaven: bijv. een auto gaat 5 jaar mee; de
afschrijving is dus een kost maar bij de aankoop van de auto doe je de
uitgave al.
- Ontvangsten/uitgaven en opbrengsten en kosten:
o Lonen: kosten en uitgaven
o Investering: geen kosten, wel uitgaven
o Aflossing: geen kosten, wel uitgaven
o Afschrijving: kosten, geen uitgave
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller britt01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.