100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home

Summary

Samenvatting grammatica zinsontleden en grammatica woordbenoemen

 79 views  13 purchases
  • Course
  • Level

2 samenvattingen van grammatica zinsontleden en grammatica woordbenoemen. hier woord alle stof in benoemt en helemaal gratis. Laat een recensie achter!!!!, of als er dingen zijn die ik kan verbeteren.

Preview 2 out of 7  pages

  • March 24, 2021
  • 7
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 1
avatar-seller
Theorie grammatica zinsdelen

LET OP: Het is van belang dat je de zinsdelen volgens een vaste volgorde benoemt:

 Persoonsvorm (pv): --> een ww in de zin. Vind je door vraagproef of tijdproef.
 Onderwerp (ow): --> wie of wat + pv = onderwerp.
 Werkwoordelijk gezegde (wg): --> alle ww in de zin, alle 'doe'-woorden.
 Lijdend voorwerp (lv): --> wie of wat + wg + ow= lijdend voorwerp.
 Meewerkend voorwerp (mv): --> aan of voor wie + wg + ow + lv = meewerkend voorwerp.
 Bijwoordelijke bepaling (bwb): --> alle zinsdelen die op het eind overblijven en alle
zinsdelen die antwoord geven op de vragen:
Waar? Hoe? Wanneer? Waarom? Waarover?
Waardoor? Waarheen? Waarvandaan?




H1: De persoonsvorm (pv)
In elke zin staan werkwoorden. Werkwoorden noemen we ook wel 'doe-woorden'.
Een van die werkwoorden is de persoonsvorm (pv). De persoonsvorm geeft de tijd
en het getal (enkelvoud of meervoud) aan.

Voorbeeld:
 Mina mag een mooie telefoon kopen.
 Zij mochten een nieuwe schoolagenda kopen.
Mag geeft enkelvoud aan en tegenwoordige tijd. Mochten geeft meervoud aan
en verleden tijd.

Er zijn twee manieren om de persoonsvorm te vinden, namelijk:
1. De tijdproef: Zet de zin in een andere tijd. Het woord dat verandert, is de
persoonsvorm.
2. De vraagproef: Maak van de zin een vraag. Het woord dat vooraan de zin komt te
staan, is de persoonsvorm.

Voorbeeld:
 Hij leert goed voor de toets.
Tijdproef Hij leerde goed voor de toets.

Vraagproef Leert hij goed voor de toets?


Let op!: Bij scheidbare werkwoorden (opbellen, nakijken, uitlachen, toejuichen) is
alleen het deel dat van tijd verandert, de persoonsvorm.

Voorbeeld:
Het meisje juicht de voetbalclub toe. (pv = juicht; niet: juicht toe)

, H1: Zinsdelen
Zinnen bestaan uit zinsdelen. Een zinsdeel is één woord of een groepje van
woorden die bij elkaar horen. Voor de persoonsvorm staat nooit meer dan één
zinsdeel.

Zo vind je de zinsdelen
Verander een paar keer de woordvolgorde van de zin. Er zijn dan twee manieren
om te zien welke woorden samen een zinsdeel vormen:
Manier 1: Probeer welke woorden je samen voor de persoonsvorm kunt zetten.
Die woorden zijn samen een zinsdeel.
Manier 2: Kijk welke woorden altijd in dezelfde volgorde naast elkaar blijven
staan. Die woorden zijn samen een zinsdeel.

Voorbeeld:
Dit weekend ga ik met mijn ouders naar de Efteling.
Deze zin bestaat uit vijf zinsdelen. Ze zijn van elkaar gescheiden door schuine
streepjes. De persoonsvorm is steeds onderstreept.
 Dit weekend / ga / ik / met mijn ouders / naar de Efteling.
 Met mijn ouders / ga / ik / naar de Efteling / dit weekend.
 Ga / ik / dit weekend / met mijn ouders / naar de Efteling?

Binnen de zinsdelen dit weekend, met mijn ouders en naar de Efteling blijven de
woorden altijd in dezelfde volgorde naast elkaar staan. Het woordje ik is in zijn
eentje een zinsdeel.

Tip: zet bij het verdelen in zinsdelen het eerste streepje altijd direct vóór de
persoonsvorm en het tweede streepje direct achter de persoonsvorm.

Let op!: de werkwoorden in een zin staan niet altijd bij elkaar, maar vormen wel
samen één zinsdeel.
– In de vakantie / zou / ik / met mijn ouders / naar de Efteling / willen gaan.




H1: Vraagzinnen in zinsdelen verdelen
Een vraagzin is lastig in zinsdelen te verdelen, want je kunt de woordvolgorde
maar beperkt veranderen. Vul daarom in plaats van het vraagwoord even een
antwoord in. Dan kun je de zinsdelen gemakkelijk verplaatsen.

Voorbeeld:
 Wie wil mij vanmiddag met mijn wiskundesommen helpen?
Antwoord: Angela
 Angela / wil / mij / vanmiddag / met mijn wiskundesommen / helpen.
In de oorspronkelijke zin staan de streepjes dus zo:
 Wie / wil / mij / vanmiddag / met mijn wiskundesommen / helpen?



H2: Het onderwerp (ow):

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bramweitjens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
Free  13x  sold
  • (0)