100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Strafrecht $5.59   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Strafrecht

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Duidelijke samenvatting voor het vak 'Inleiding Strafrecht'. In deze samenvatting staat alles uit het boek 'Grondtrekken van het Nederlands strafrecht' wat je moet weten voor het tentamen.

Preview 2 out of 13  pages

  • Yes
  • March 24, 2021
  • 13
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Strafrecht kan worden onderverdeeld in drie delen:
- Materieel strafrecht beschrijft welke gedragingen strafbaar zijn.
- Formeel strafrecht verwezenlijkt het materiële strafrecht: bepaalt welke regels
moeten worden gevolgd wanneer het materiële strafrecht is overtreden.
- Sanctierecht heeft betrekking op de voorwaarden waaronder bepaalde straffen
mogen worden opgelegd en ten uitvoer gelegd.

Waarom straffen wij? Men maakt onderscheid tussen:
- Verdragstheorieën: we komen op aarde en hebben van nature een verdrag
gesloten met de gemeenschap. Die gemeenschap heeft regels en als je die
overtreedt, mag je worden gestraft.
- Absolute strafrechtstheorieën: er wordt gestraft omdat er een misdaad is
gepleegd: dus ongeacht de effecten van de bestraffing. (Vergelding)
- Relatieve theorieën: er wordt gestraft om herhaling te voorkomen, een norm in te
prenten, anderen die tot de misdaad geneigd zijn af te schrikken etc. Met andere
woorden: het straffen is utilistisch, het dient een doel.
- Verenigingstheorieën: mix tussen absolute en relatieve theorie. Grondslag is
vergelding, doel is preventie.

De 4 voorwaarden voor strafbaarheid zijn:
1. Menselijke gedraging
2. Wettelijke delictsomschrijving
3. Wederrechtelijkheid (niet indien er een rechtvaardigingsgrond is)
4. Verwijtbaarheid (niet indien er een schulduitsluitingsgrond is)

Legaliteitsbeginsel: strafbepalingen moeten altijd terug te vinden zijn in het geschreven
recht.

Legaliteitsbeginsel:
- Lex certa of bepaaldheidsgebod: zo goed mogelijk opschrijven welk handelen
onder een wet valt.
- Gebondenheid van de rechter aan de tekst van de wet.
- Verbod op analogie: niet een situatie op de wet van toepassing maken die de
wetgever niet heeft bedoeld.
- Gewoonte is geen directe bron van strafrecht (lex scripta).
- Verbod van terugwerkende kracht.
- Nulla poena beginsel: geen straf zonder geschreven wet

Verschillende interpretatiemethoden die een rechter toepast:
- Grammaticale: wat zegt de Nederlandse taal? Kijken in woordenboek als een
rechter een begrip vaag vindt bijvoorbeeld.
- Wetshistorische:
- Wetssystematische: er zijn bepaalde wetten met bepaalde systematiek. Kunnen we
het uitleggen in die bepaalde gedachten?
- Teleologische: wat zou de wetgever toen hebben gevonden? Zou hij deze
gedraging bedoeld hebben?
Wet in formele zin: wetten die door de overheid (regering + Staten-Generaal) zijn gemaakt.

, Er bestaan een aantal interpretatiemethoden:
1. Wetshistorische interpretatie: om te bepalen wat de inhoud is van een
wetsbepaling, wordt gekeken naar de totstandkomingsgeschiedenis.
2. Grammaticale interpretatie: de inhoud van de wet wordt bepaald aan de hand van
de taalkundige betekenis van de woorden in de bepaling. Ook wordt gelet op
zinsverband.
3. Systematische interpretatie: de wet wordt uitgelegd aan de hand van de
systematiek van de wet.
4. Teleologische interpretatie: er wordt gekeken naar het doel van de wet(gever).

Vrij (Groningen): rationele humanisme. Hij schiep met zijn leer van de ‘subsocialiteit’ een
theoretisch referentiekader voor de gerechtelijke autoriteiten bij het vervullen van hun
discretionaire bevoegdheden.
Pompe (Utrecht): ethisch humanisme. In zijn ‘delinquent-centred’ nam hij de mens als
uitgangspunt, die in beginsel verantwoordelijk is voor zijn daden.
Van Bemmelen (Leiden): pragmatisch humanisme. Legde de nadruk op de
onwenselijkheid van onnodig menselijk leed, op tolerantie en op de noodzaak het strafrecht
te vrijwaren van irrationele, moralistische tendenties. Zo keerde hij zich tegen de doodstraf.

Utrechtse school (met Pompe als voorman): het bijzondere was dat hier een
samenwerking plaatsvond tussen criminologie, penologie, sociologie, psychiatrie en
psychologie. Pompes opvattingen weerspiegelen het concept van een verenigingstheorie.
De school van M.P. Vrij: Vrij poneert naast schuld en wederrechtelijkheid, het subsociale
als een derde element voor strafbaarheid. Het gaat hierbij om de maatschappelijke gevolgen
die het delict voor de samenleving heeft.

Bestanddelen zijn de onderdelen in de delictsomschrijving.
Elementen zijn de voorwaarden voor strafbaarheid die niet in de wet zijn opgenomen. Vaak
zijn dit wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid.

Formele delicten staan omschreven als een handeling, een specifiek omschreven activiteit.
Voorbeelden zijn bijvoorbeeld diefstal en snelheidsovertredingen.
Bij materiële delicten gaat het om het veroorzaken van een gevolg. Voorbeeld is doodslag.

Bij commissiedelicten wordt een doen, een handelen strafbaar gesteld. Stelen,
vermoorden en vervalsen zijn hier voorbeelden van.
We spreken van omissiedelicten als een feit wordt gepleegd door een nalaten. Delicten die
in de wet staan als commissiedelict, terwijl het wordt gepleegd door een nalaten noemen we
een oneigenlijk omissiedelict.

Als een bestanddeel strafverzwarend werkt, spreken we van een gekwalificeerd delict.
Als een bestanddeel strafverlichtend werkt, spreken we van een geprivilegieerd delict.

Als een verdachte een geslaagd beroep doet op een rechtvaardigingsgrond, betekent dit
dat zijn gedrag niet wederrechtelijk was.
Bij een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond kijkt men niet naar de gedraging,
maar naar de strafbaarheid van de verdachte. De verwijtbaarheid van de verdachte wordt
weggenomen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Vigoz. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80562 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.59
  • (0)
  Add to cart