H5 - Ontdekkers en hervormers → 1500 - 1600
KA: Het begin van de Europese overzeese expansie.
Er waren 2 doelen voor ontdekkingsreizen:
1. Religieus doel = Islamieten verslaan.
2. Economisch doel = handel.
(De Portugezen begonnen met de ontdekkingsreizen en de Spanjaarden volgden)
Spanje was in Islamitische handen → reconquista (herovering), hiermee veroverde Spanje eigen land terug →
Inname van Granada.
Columbus ging op zoek naar de zeeroute naar Indië via het Westen (anderen deden dit via het Oosten). Doelen:
1. Ontdekken van (west)route naar Indië.
2. Vinden van goud en zilver.
3. Plaatselijke bevolking bekeren tot het Christelijke geloof.
4. Veroverde land moest bezit worden van Spaanse koningspaar → macht werd zo groter.
Uiteindelijk moet het volk (op koloniën) anders gaan leven (naar Spaanse cultuur), gingen ze dood aan Europese
ziekte en werd er zilver gevonden → ontstond mijnbouw met slaven → oorlogen tegen het Islamitische leger en
Europese landen konden gefinancierd worden.
KA: Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en de nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
De ontdekkingsreizen vonden plaats in de tijd van de renaissance (wedergeboorte).
↓
Ontstond in Florence (zij waren rijk geworden van handel) en vanaf
1450 ging het verspreiden.
Wereldbeeld van de middeleeuwen → God en Christelijke deugden als bescheidenheid en gematigdheid stonden
centraal.
Wereldbeeld van de Renaissance → Luxe leven stond centraal. Hierbij kwam de focus op mens en alles wat hij kon.
Humanisten* maakte Renaissance mogelijk → kwamen in de buurt van ideaalbeeld van de mens in de Renaissance
(men was in alles tot staat als hij maar wilde)
* Leraar die klassiek geschoold was in grammatica, welsprekendheid, poëzie, geschiedenis en filosofie.
Wetenschappers vonden dat je allen tot de waarheid kon komen als je zelf onderzoek ging doen. Voor de
Renaissance vond men dat je alle kennis uit de Bijbel moest halen en van de ideeën van klassieke filosofen.
Tijden de Renaissance geloven mensen nog wel, maar redeneren en beargumenteren was belangrijker.
Men geloofde in God, maar twijfelde aan macht van de kerk → reformatie.
KA: De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid.
De middeleeuwen wordt gezien als tussenperiode → tijden van chaos en verval tussen de klassieke oudheid en de
opnieuw uitgevonden verhevenheid van de 14e en 15e eeuw.
● Griekse en Latijnse teksten worden vertaald.
● Klassieke stijlen en methode zijn in eigen werk te imiteren.
Kunst → Middeleeuwse kunstenaars wisten niet hoe ze perspectief en diepte in werk moesten verwerken.
● Religieuze onderwerpen.
● Hernieuwde interesse in de oudheid → mythologie.
In de middeleeuwen was de kerk de opdrachtgever. Tijdens de Renaissance werd de rijke familie dit. Ook begonnen
ze tijden de Renaissance hun werk te signeren.
Architectuur → teruggrijpen naar regels van oudheid: zuilen, timpanen en koepels.
, KA: De Protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
16e eeuw (1500-1600) → religieuze opleving = nieuwe belangstelling voor geloof.
→ Nieuwe vertalingen vanwege fouten → Bijbel werd voor iedereen toegankelijk.
Erasmus had kritiek op de geestelijkheid, maar was geen tegenstander van kerk en paus.
Luther (protestants) ging verder in kritiek op kerk dan Erasmus.
Aflaat = document dat verklaart dat een gelovige zijn of haar zonde heeft afgekocht.
Luchter vond dat aflaten niks met het geloof te maken hadden.
1517 - 95-stellingen van Luther = 95 kritiekpunten op de gang van zaken in de kerk → reformatie.
Luther → alleen God kan zonden vergeven. Zonden raakte je kwijt door goed te geloven en je goed te gedragen. Het
geloof was iets tussen God en het individu.
Redenen waarom de ideeën van Luther populair waren:
1. Mensen hadden al kritiek op geestelijkheid.
2. Geschriften konden massaal en goedkoop verspreid worden.
3. Steun van Duitse vorsten → Duitsland was onderverdeeld in verschillende koninkrijken → Christendom
zonder paus en kerk gaf Duitse vorsten meer macht.
Keizer Karel V verbood protestantisme, alleen katholicisme was toegestaan.
1555 - Vrede van Augsburg → Machthebbers in het land bepaalde religie (dit was nederlaag voor Karel V).
Calvijn → God had loop van ieders leven al voorbestemd. Geloof was belangrijker dan staat. Bestuur van land moest
zich aanpassen aan geloof.
KA: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse stadstaat.
Eind middeleeuwen had Nederland 17 verschillende gewesten. Deze gewesten verschillende veel van elkaar, maar
hadden ook gemeenschappelijke kenmerken:
1. Een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa.
2. Zuidelijke Nederlanden waren welvarend door bloei in handel.
3. Gewesten en staten hadden steeds meer privileges gekregen → Hoge mate van zelfstandigheid en
zelfbesturing.
Begin 15e eeuw (1400-1500) → Nederlanden was in handen van keizer Karel V.
● Landheer van de Nederlanden.
● Keizer van het Duitse Rijk.
● Hij had grote gebieden in Italië.
● Koning van Spanje & heerser van Spaanse koloniën.
Vorsten moesten regelmatig naar alle delen van hun rijk reizen om te regeren, maar het rijk van Karel V was te groot
om overal te komen → In Nederlanden liet hij zich vertegenwoordigen door tussenpersoon (stadhouder).
Karel V maakte gebruik van Staten-Generaal* voor centralisatie.
* alle vertegenwoordigers komen samen in Brussel, om te overleggen over bestuurszaken.
Bloedplakkaten = strenge wetten over het protestantisme → taste zelfbestuur en privileges aan.
bloedplakkaten werden gebruikt voor kettervervolgingen.
1555 - Zoon van Karel V, Filips II, kwam aan de macht. Toen kwamen de mensen ook pas in opstand tegen de
kettervervolging.
Margaretha van Parma (Landvoogdes) vertegenwoordigde Filips in Brussel.
Stijging prijzen van voedsel door misoogst & kettervervolging → Nederlandse Volk onrustig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lr1905. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.