100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: Klinische psychologie theorieen en psychopathologie Open Universiteit 2021 $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting: Klinische psychologie theorieen en psychopathologie Open Universiteit 2021

1 review
 44 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting deeltentamen 1 aan de Open Universiteit. Klinische psychologie, théorie en psychopathologie. 31 pagina's.

Preview 4 out of 32  pages

  • March 25, 2021
  • 32
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: pascalvangoch • 3 year ago

avatar-seller
Klinische psychologie
Theorieën en psychopathologie
Nienke Engels
Open Universiteit
Februari 2021

Deel 1
Hoofdstuk 1
Over klinische psychologie en ‘abnormaal’ gedrag.

Basisdisciplines Toepassingsgerichte disciplines

- De psychologische functieleer - Klinische psychologie (i.c.m.
- De ontwikkelingspsychologie gezondheidspsychologie)
- De gedragsleer (sociale psychologie) - Arbeids- en organisatiepsychologie
- De persoonlijkheidspsychologie - Onderwijspsychologie
- De methodenleer

- Afwijkend gedrag
- Afwijkende angsten
- Afwijkende beleving

Mensen hebben vaak last van een combinatie van afwijkingen. Het wijkt af van de norm en
de persoon en/of zijn omgeving heeft er last van.

Mensen kunnen ook afwijken van de norm in de relaties met andere mensen.
- Over bezorgdheid naar kind
- Extreem agressief optreden naar anderen
- Overmatig onttrekken aan contacten

Deze afwijkingen hebben weer invloed op gedrag. Bijvoorbeeld vermijdingsgedrag. Het
gevolg is gevoelens van eenzaamheid en negatieve gedachten.

Aspecten van ‘abnormaal’ gedrag
1.Persoonlijk lijden
2.De (dis) functionaliteit van het gedrag
3.Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
4.Onvoorspelbaarheid en controleverlies
5.Opvallend en onconventioneel gedrag
6. Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweegbrengt (observer
discomfort)
7. Overtreden van morele normen



1

, Een psychische stoornis is een syndroom.
Psychische stoornissen gaan gewoonlijk gepaard met significante leidensdruk of
beperkingen in het functioneren op sociaal of beroepsmatig gebied of bij andere
belangrijke bezigheden.

De DMS-5 classificeert geen mensen maar stoornissen. Het gaat dus om een individu
met een bepaalde stoornis.

Drie modellen die uitspraken mogelijk maken over het onderscheid tussen normaal
en abnormaal gedrag.
1. Het statistisch model
2. Het medisch model of ziektemodel
3. Leer- of onderwijsmodel


1. Het statistisch model
Een veel gebruikt model om het vraagstuk over de grens tussen normaal en abnormaal
gedrag te beantwoorden.
Uitgangspunt is dat menselijke eigenschappen (intelligentie, geneigdheid om angstig te
reageren) min of meer normaal verdeeld zijn. Het rekken van een grens is een dergelijk
model is arbitrair.

2. Het medisch of ziektemodel
Oorzaken van psychische stoornissen moeten worden gezocht in onderliggende
mechanismen. Die mechanismen kunnen somatogeen (lichamelijke klacht wat lijdt tot
psychische klachten) of psychogeen (aan de stoornis ligt een psychologisch mechanisme ten
grondslag) zijn.
Nadeel is dat je een patiënt en therapeut rol hebt. Therapuit labelt, kiest behandeling en
idealiter geneest de patiënt. Patiënt is de afhankelijke.


3. Het leer- of onderwijsmodel
Alternatief voor het medisch model. Met name voor stoornissen waaraan geen duidelijke
organische oorzaken ten grondslag liggen. Een verklaring is dat stoornissen zijn ontstaan
door verkeerd verlopen leerprocessen.
Het model gaat uit van overleg tussen leerling en leraar. (Patiënt en therapeut) De leerling
past de aangereikte kennis toe en het probleem verminderd.
De uitgangssituatie wordt niet beschreven als ziekte of abnormaliteit, maar als persoonlijk
probleem. Er wordt niet gesproken van een diagnose maar een leerdoel.
Uitkomsten worden geformuleerd in (vaardigheids) tekorten.
Kennis en vaardigheden komen ter beschikking van de leerling. Hij kan er gebruik van
maken.




2

,Voordelen:
- Nadelige bijbetekenissen van het medische model worden vermeden. Kans op
stigmatisering is kleiner.
- Doet meer recht aan de eigen verantwoordelijkheid van mensen met een persoonlijk
probleem.
- De terminologie doet meer recht aan datgene wat daadwerkelijk plaatsvindt bij
psychologische hulpverlening.

Zolang iemand zelf verantwoordelijkheid kan dragen, aanspreekbaar is voor zijn doen en
laten, wordt hij niet als ‘ziek’ beschouwd.



Hoofdstuk 2
Neurobiologische benaderingen van psychopathologie
Er is niet 1 overkoepelende theorie als het gaat om biologische determinanten van
psychopathologie.

Reductionisme is het wezenkenmerk van wetenschap. Een wetenschapper zal zoeken naar
1 of een beperkt aantal onderliggende mechanismen om veel van dat gedrag te verklaren.
Zo’n verklarend mechanisme kan mogelijk gevonden worden in een maatschappelijke
omstandigheid of een psychologisch leerprincipe maar ook in een biologisch proces.

Hersenen zijn in grote mate betrokken bij de totstandkoming van (psychopathologisch)
gedag.
Dit werd aangetoond door Broca. Bij beschadiging van de linkerfrontaalkwab kan dit leiden
tot een taalstoornis. (Broca’s afasie)

Externaliserende en internaliserende gedragsproblemen zijn een uiting van onder- of
overregulatie van emoties. Diverse studies tonen aan dat externaliserende stoornissen
samenhangen met een onderactiviteit van het autonome zenuwstelsel (hartslag,
schrikreflex, huidgeleiding) en internaliserende stoornissen samenhangen met een
overactiviteit van het autonome zenuwstelsel.

Internaliserende gedragsproblemen worden gekenmerkt door emotionele instabiliteit en
een verstoord affect. Angststoornis, stemmingsstoornis, teruggetrokken en geremd gedrag.

Bij het genetisch onderzoek naar psychische stoornissen wordt over het algemeen
gebruikgemaakt van:
- Familiestudies
Onderzoeken of psychische stoornis overgeërfd wordt. Komen bepaalde stoornissen
voor in bepaalde families. Nadeel is dat families naast dezelfde genen ook dezelfde
omgevingsfactoren delen. Wat onderscheid maken moeilijk maakt.
- Tweelingstudies
Eeneiig zijn genetisch identiek. Twee-eiig heeft de helft hetzelfde, net als bij eenling
broers en zussen. De mate waarin eenzelfde eigenschap bij twee familieleden

3

, voorkomt heet concordantie. De maat waarin dit wordt uitgedrukt heet
concordantie coëfficiënt. Die varieert tussen 0-1: hoe hoger de concordantie
coëfficiënt, hoe meer van de variantie van het kenmerk wordt verklaard door
genetische factoren. Als een eeneiige tweeling een hoger concordantie coëfficiënt
vertoond dan twee-eiig, is dat het bewijs dat voor het feit dat genetische factoren
een belangrijke rol spelen bij de stoornis.
De omgeving kan niet geheel buiten beschouwing worden gelaten wanneer het om
concordantiepercentages gaat.
- Adoptiestudies
Met adoptieouders worden geen genen maar wel omgevingsfactoren gedeeld. Het
bewijs kan alleen geleverd worden als bij de biologische ouders psychische stoornissen
zijn geconstateerd.



Genotype: genetische bagage van een individu. Het bestaat uit de specifieke genen die door
een persoon geërfd zijn.

Fenotype: de observeerbare fysieke en gedragsmatige kenmerken van een persoon die het
resultaat zijn van de interactie tussen genotype en omgeving.

Differential Susceptibility Theory: vatbare personen worden meer beïnvloed door zowel
positieve als negatieve omgeving.

Diathese stressmodel: wanneer vatbare personen in een negatieve omgeving opgroeien,
meer kans hebben op de ontwikkeling van een negatieve uitkomst.

Een vaak geobserveerd fenotype bij personen met een gedragsstoornis is een afwijking in
temperament.
- Makkelijk temperament
- Moeilijktemperament ( moeite met nieuwe situaties, instabiele stemming)
- Langzame starters

Deze stijlen zijn gebaseerd op het activatieniveau van een kind.
- Regelmaat in gedrag
- Afleidbaarheid
- Toenadering versus ontwijkend gedrag




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkeengels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$6.96  1x  sold
  • (1)
  Add to cart