GGZ2021 Kinder- En Jeugdpsychopathologie (GGZ2021)
Institution
Maastricht University (UM)
Book
Abnormal Child Psychology
9 gehaald op het tentamen! Dit document bevat de uitwerking van alle taken van blok 1: Kinder- en Jeugdpsychopathologie.
***
Taak 1: verstandelijke beperking;
Taak 2: cognitieve ontwikkeling;
Taak 3: Autisme;
Taak 4: Psychomotorische ontwikkeling;
Taak 5: Angststoornissen;
Taak 6: ontwikkel...
Solution Manual For Child Psychopathology 8th Edition by Eric J Mash, David A Wolfe, Katherine Nguyen Williams_Chapters1-14
All for this textbook (24)
Written for
Maastricht University (UM)
Gezondheidswetenschappen
GGZ2021 Kinder- En Jeugdpsychopathologie (GGZ2021)
All documents for this subject (44)
3
reviews
By: dudu_kaya • 3 year ago
By: maurizio2000 • 3 year ago
By: femkestudent • 3 year ago
Seller
Follow
kikiboumans
Reviews received
Content preview
TUTORIALS BLOK 1
TAAK 1 – MIEKE
1. Wat is een verstandelijke beperking en welke gradaties zijn er?
Een verstandelijke beperking (intellectuele ontwikkelingsstoornis) is een
aandoening die begint tijdens de ontwikkelingsperiode die beide intellectuele en
adaptieve functioneringstekorten omvat in conceptuele, sociale en praktische
domeinen.
- Conceptuele domein: betreft onder andere competenties op het gebied van
geheugen, taal, lezen, schrijven, rekenkundig redeneren, probleem oplossen
en beoordelen van nieuwe situaties.
- Sociale domein: betreft het besef van de gedachten: gevoelens en
ervaringen van anderen (empathie), interpersoonlijke communicatieve
vaardigheden en sociaal oordeelsvermogen.
- Praktische domein: omvat leervermogen en zeflmanagement in verschillende
levenssituaties, waaronder zelfverzorging, verantwoordelijkheden van een
baan, zelfmanagement van gedrag en plannen van taken.
Bron: DSM-V
Een verstandelijke beperking verwijst naar beperkingen in beide intelligentie
en adaptief gedrag. Veel mensen met deze aandoening zijn echter in staat om te
leren en een bevredigend leven te leiden. Verstandelijke beperkingen omvatten de
breedste variatie in cognitieve en gedragsmatige vaardigheden van elke
kinderstoornis.
Een gemiddeld IQ is tussen de 70 en 130, een onder gemiddeld IQ wordt gezien als
een IQ van 70 of lager. Ondanks de nadelen is het IQ een belangrijke standaard
geworden voor het diagnosticeren van verstandelijke beperkingen, gecombineerd
met andere vaardigheden en capaciteiten van het kind.
Kinderen met een verstandelijke beperking volgen dezelfde ontwikkelingsfasen als
normale kinderen. Echter, hun doelen en motivatie worden langzaam minder door
gevoelens van frustratie, die leiden tot de verwachting te falen.
- Similar sequence hypothese: kinderen met of zonder verstandelijke
beperking passeren dezelfde stadia van cognitieve ontwikkeling in dezelfde
volgorde, ze verschillen alleen in snelheid en het bovengrens van
ontwikkeling.
- Similar structure hypothese: kinderen met een verstandelijke beperking
hebben hetzelfde gedrag en dezelfde onderliggende processen als kinderen
met een gewone ontwikkeling op hetzelfde niveau, alleen op andere leeftijd.
Het gaat dus over dezelfde mentale leeftijd in plaats van dezelfde fysieke
leeftijd.
Bron: Mash & Wolfe
Afwijkingen in het denken:
• Kinderen met een verstandelijke beperking kunnen niet discriminerend leren
en kunnen geen aandacht geven aan relevante cues;
• Kinderen met een verstandelijke beperking hebben problemen om hun
aandacht te houden op iets en reageren trager;
1
, • Kinderen met ID kunnen niet uit zichzelf strategieën uitvoeren zoals herhaling,
mediatie en clusteren.
Gradaties van verstandelijke beperkingen worden bepaald aan de hand van
beoordeling van het adaptief functioneren:
Lichte vorm van verstandelijke beperking – IQ 55-70 (85%):
- Conceptuele domein; bij kinderen in de voorschoolse leeftijd is er mogelijk
geen sprake van duidelijke conceptuele verschillen. Bij schoolgaande
kinderen en volwassenen is sprake van problemen met lezen, schrijven,
rekenen, klokkijken of geldbeheer. Bij volwassenen is er een beperking in
abstract denken en executieve functies (plannen, strategieën kiezen).
- Sociale domein; de betrokkene gedraagt zich onvolwassen in sociale
interacties. Moeite met het ontvangen van sociale cues. Communicatie en
taalgebruik zijn concreter of minder volwassen van aard. Er kan sprake zijn
van problemen met reguleren van emoties en gedrag. Beperkt begrip van
risico’s in sociale situaties. Het sociale oordeelsvermogen is niet volgroeid, de
betrokkene kan lichtgelovig zijn.
- Praktische domein; de betrokkene functioneert mogelijk op een voor de
leeftijd passende wijze wat betreft persoonlijke verzorging. Wel heeft hij of zij
meer ondersteuning nodig bij complexe dagelijkse taken als boodschappen
doen, vervoer, huishouden organiseren, verzorgen van kinderen en eten
bereiden.
Matige vorm van verstandelijke beperking – IQ 40-54 (10%):
- Conceptuele domein; ontwikkeling van conceptuele vaardigheden blijft
duidelijk achter. Taal en voorschoolse vaardigheden ontwikkelen zich
langzaam, en bij schoolgaande kinderen ontwikkelen lees-, schrijf- en
rekenvaardigheden en klokkijken zich minder goed. Ontwikkeling van
schoolse vaardigheden bij volwassen is meestal van basaal niveau.
Volwassenen hebben dagelijkse ondersteuning nodig bij taken uit het
dagelijks leven.
- Sociale domein; de betrokkene verschilt duidelijk van leeftijdsgenoten in
sociaal en communicatief gedrag. De gesproken taal is vaak minder complex.
De betrokkene is in staat om sociale relaties aan te gaan, maar is niet altijd in
staat om sociale signalen op te merken of te interpreteren. Op het gebied van
werk is vaak aanzienlijke sociale en communicatieve ondersteuning nodig.
- Praktische domein; de betrokkene kan voorzien in persoonlijke behoeften
van eten, aankleden, stoelgang en hygiëne, maar heeft daarvoor een lange
leerperiode en geheugensteuntjes nodig. Zelfstandig functioneren kan
mogelijk zijn. Kern; vooral langere leerperioden en ondersteuning nodig.
Ernstige vorm van verstandelijke beperking – IQ 25-39 (4%):
- Conceptuele domein; het vermogen om conceptuele vaardigheden te
verwerven is beperkt. De betrokkene begrijpt te weinig van geschreven taal,
getallen, hoeveelheden, tijd en geld. Verzorgers geven gedurende het leven
uitgebreide ondersteuning.
- Sociale domein; de gesproken taal is beperkt in termen van woordenschat en
grammatica. Het spreken kan beperkt blijven tot enkele zinnen of woorden.
Taal wordt meer gebruikt voor sociale communicatie dan voor uitgebreide
2
, uiteenzettingen. De betrokkene begrijpt simpele taal en communicatie met
gebaren.
- Praktische domein; de betrokkene heeft ondersteuning nodig voor alle
dagelijkse activiteiten, waaronder maaltijden, aankleden, wassen en
stoelgang. De betrokken heeft continu toezicht nodig. De betrokkene kan geen
zelfstandige keuzes maken met betrekking tot het welzijn van zichzelf of
anderen. Op volwassen leeftijd vereist deelname aan taken thuis, recreatie en
werk voortdurende ondersteuning en hulp. Het verwerven van vaardigheden in
alle domeinen omvat langdurig onderwijs en voortdurende ondersteuning. Bij
een aanzienlijke minderheid is er sprake van slecht aangepast gedrag,
waaronder zelfbeschadiging.
Zeer ernstige vorm van verstandelijke beperking – IQ beneden 25 (1%):
- Conceptuele domein; conceptuele vaardigheden hebben betrekking op de
fysieke wereld en niet op symbolische processen. De betrokkene kan
voorwerpen gebruiken voor zelfzorg, werk en vrijetijdsactiviteiten. Bepaalde
visueel-ruimtelijke vaardigheden, zoals matchen en sorteren op basis van
fysieke kenmerken, kunnen worden verworven. Bijkomende motorische en
zintuigelijke beperkingen kunnen veel sociale activiteiten onmogelijk maken.
- Sociale domein; de betrokkene heeft nauwelijks inzicht in symbolische
communicatie, in gesproken taal of gebarentaal. De betrokken begrijpt
mogelijk enkele simpele instructies of gebaren. De betrokkene uit zijn/haar
wensen en emoties vooral door non-verbale, niet-symbolische communicatie.
De betrokkene geniet van relaties met bekende familieleden, verzorgers en
vertrouwde anderen, en initieert en reageert op sociale interacties door middel
van gebaren en emotionele signalen. Bijkomende motorische en zintuigelijke
beperkingen kunnen veel sociale activiteiten onmogelijk maken.
- Praktische domein; de betrokkene is afhankelijk van anderen voor alle
aspecten van dagelijkse verzorging, gezondheid en veiligheid. Individuen
zonder ernstige lichamelijke beperkingen kunnen helpe bij sommige dagelijkse
taken in huis, zoals het dragen van borden naar tafel. Eenvoudige
handelingen met voorwerpen kunnen de basis vormen voor deelname aan
bepaalde beroepsactiviteiten met een hoge mate van voortdurende
ondersteuning. Vrijetijdsactiviteiten betreffen bijvoorbeeld plezier in het
luisteren naar muziek, films kijken, uit gaan wandelen of deelnemen aan
wateractiviteiten. Slechts een kleine minderheid toont onaangepast gedrag.
De verschillende niveaus van ernst worden gedefinieerd volgens het adaptief
functioneren en niet volgens de IQ-scores, want dat functioneren bepaalt de
hoeveelheid benodigde ondersteuning. De scores op een IQ-test geven een
benadering van het conceptuele functioneren, maar geven niet voldoende informatie
voor beoordeling over redeneervermogen en de mate waarin iemand praktische
taken beheerst. Er is een klinisch oordeel nodig om de resultaten van een IQ-test te
kunnen interpreteren.
- Flynn-effect; de gemiddelde score op intelligentietesten van een gegeven
populatie stijgt over de jaren heen. Een IQ-test wordt genormeerd op een
representatieve groep personen met een gemiddelde van 100. De test moet
dus steeds strenger worden; zonder normering zou het gemiddeld gemeten IQ
hoger zijn
Bron: DSM-V
3
, 2. Wat zijn de oorzaken van een verstandelijke beperking?
Er zijn verschillende prenatale, perinatale en postnatale oorzaken voor het krijgen
van een verstandelijke beperking. Bij verstandelijke beperkingen wordt er
onderscheid gemaakt tussen twee groepen, de organische groep en de culturele
familiaire groep. De organische groep heeft een biologische oorzaak voor de
beperking, dit is bij de culturele familiaire groep niet het geval. Deze laatste groep
wordt vaak geassocieerd met milde verstandelijke beperkingen.
- Organische oorzaken zijn onder meer genetische en constitutionele factoren,
zoals chromosoomafwijkingen, condities van één gen en neurobiologische
invloeden (nature).
- Cultureel-familiaire oorzaken of niet-organische oorzaken van een
verstandelijke beperking zijn onder meer diverse sociale, gedragsmatige en
educatieve risicofactoren (nurture).
- Enkele van de gevestigde risicofactoren voor een verstandelijke beperking zijn
onder meer alcohol, lood en andere gifstoffen of verwondingen die invloed
hebben op de prenatale en postnatale ontwikkeling. Andere risicofactoren
beïnvloeden de kwaliteit van fysieke en emotionele zorg en stimulering van
zuigelingen en kleine kinderen, zoals armoede en onvoldoende
gezinsondersteuning.
Bron: Mash & Wolfe
Risico- en prognostische factoren:
Genetica en fysiologie: Tot prenatale oorzaken behoren genetische syndromen,
aangeboren fouten in de stofwisseling, hersenafwijkingen, ziekten van de moeder en
omgevingsfactoren. Perinatale oorzaken betreffen diverse gebeurtenissen rond de
bevalling. Tot de postnatale oorzaken behoren hypoxisch-ischemische schade
(zuurstoftekort), traumatisch hersenletsel, infecties en vergiftigingen. Het Fragile-X-
syndroom is de meest voorkomende erfelijke oorzaak (het syndroom van Down komt
vaker voor maar is vaak niet erfelijk).
Cultuur en classificatie: De verstandelijke beperking komt voor bij alle etnische
bevolkingsgroepen en culturen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kikiboumans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.