BETH MORLING RESEARCH METHODS IN PSYCHOLOGY Third Edition
Summary Research Methods in Psychology/ Inleiding Methodenleer (424502-B-5) - Achieved an 8.5 myself!
Glossary for Introduction to Methodology
All for this textbook (23)
Written for
Tilburg University (UVT)
Psychologie
Inleiding Methodenleer (424502)
All documents for this subject (46)
Seller
Follow
charliehockers1
Content preview
HERTENTAMEN INLEIDING METHODENLEER 2020-2021
1. James wordt gevraagd wat de beste manier is om te studeren voor een tentamen. Hij
antwoordt dat de beste manier van studeren het maken van flash cards is. Hij kan zich alle
keren dat hij flash cards heeft gebruikt en een goed tentamencijfer heeft gehaald nog goed
herinneren. Hij vergeet hier alleen alle keren in acht te nemen dat hij wel een goed
tentamencijfer haalde, maar geen gebruik maakte van zijn flash cards. En andersom, de
keren dat hij de flash cards gebruikte, maar het tentamen niet goed ging. Zijn foutieve
redenering is een voorbeeld van:
a. cherry-picking evidence.
b. availability heuristic.
c. present/present bias. *
d. hindsight bias.
Zie hoofdstuk 2 (p. 34-35). James vergeet de relevante vergelijkingsgroep in ogenschouw te
nemen.
2. Angela leest een studie in een wetenschappelijk tijdschrift waarin een verband wordt
gevonden tussen het gebruik van mobiele telefoons en migraines. Ze zegt, “Nou, deze studie
is niet valide, want ik gebruik mijn mobiele telefoon meer dan wie dan ook en ik heb nooit
last van migraines.” Als je haar opmerking bekijkt, wat lijkt Angela dan te vergeten?
a. Wetenschap is gebaseerd op empirie (empiricism).
b. De studie is waarschijnlijk gerepliceerd.
c. De studie geeft geen duidelijke definitie van het gebruik van mobiele telefoons.
d. Wetenschap is probabilistisch (probabilistic). *
Zie hoofdstuk 2 (vanaf p. 31). Sociale wetenschap is probabilistisch, wat betekent dat we niet
verwachten dat we altijd dezelfde bevindingen doen voor alle mensen. Het gaat om de kans dat je
bepaald gedrag observeert.
3. Nadat hij zijn methodologieboek heeft gelezen, zegt Cyril tegen zichzelf: “Ik weet zeker dat
andere mensen denkfouten maken, maar dat zou ik nooit doen.” Wat ligt ten grondslag aan
Cyrils uitspraak?
a. Bias blind spot *
b. Confirmation bias
c. Self-serving bias
d. Motivated thinking
Zie hoofdstuk 2 (p. 37).
4. Welk van de onderstaande opties beschrijft de stappen uit de empirische cyclus in de juiste
volgorde?
a. Theorie – Observatie – Voorspelling – Toetsing – Evaluatie
b. Voorspelling – Toetsing – Observatie – Evaluatie – Theorie
c. Observatie – Voorspelling – Theorie – Evaluatie – Toetsing
d. Observatie – Theorie – Voorspelling – Toetsing – Evaluatie *
Zie kennisclip 1.1: de empirische cyclus.
1
, HERTENTAMEN INLEIDING METHODENLEER 2020-2021
5. Welk van de onderstaande opties is een voorbeeld van toegepast (applied) onderzoek?
a. Een sociaal psycholoog die geïnteresseerd is in de componenten van zelfbeeld
b. Een onderwijspsycholoog die een manier zoekt om wiskundevaardigheid in
achtjarigen te verhogen *
c. Een persoonlijkheidspsycholoog die de verschillen tussen introverte en extraverte
mensen onderzoekt
d. Een cognitief psycholoog die kijkt naar de verschillen in probleem-oplossend
vermogen tussen mannen en vrouwen
Zie hoofdstuk 1 (p. 16). Toegepast onderzoek wordt gedaan met een praktisch probleem in het
achterhoofd. Dit is alleen het geval voor optie A. Opties B, C, en D zijn meer gericht op het
vergroten van de algemene kennis over een fenomeen.
6. Veel complottheorieën hebben met elkaar gemeen dat ze omgaan met observaties die
tégen de theorie ingaan, door de theorie zodanig uit te breiden dat ook díe observaties
erbinnen vallen. Bijvoorbeeld: toen mensen die geloven dat de aarde plat is geconfronteerd
werden met foto’s van de (ronde) aarde die vanuit de ruimte genomen waren, verzonnen ze
snel een uitbreiding voor hun theorie dat zulke ruimtefoto’s gemanipuleerd waren door de
overheid. Zulke uitbreidingen kunnen toegevoegd blijven worden om zo observaties die
tegen de theorie in lijken te gaan toch in de theorie op te nemen. Hoe beïnvloedt deze
strategie de wetenschappelijke waarde van zulke complottheorieën?
a. Dit maakt de theorieën falsificeerbaar en spaarzaam (parsimonious).
b. Dit maakt de theorieën falsificeerbaar en onspaarzaam (unparsimonious).
c. Dit maakt de theorieën onfalsificeerbaar en spaarzaam (parsimonious).
d. Dit maakt de theorieën onfalsificeerbaar en onspaarzaam (unparsimonious). *
Zie hoofdstuk 1 (p. 14-15), kennisclip 1.2: falsificeerbaarheid, hoorcollege 1. Door steeds maar
elementen toe te voegen aan de theorie, wordt deze meer complex en minder spaarzaam. Daarbij
zorgen deze constante toevoegingen ervoor dat mensen die in complottheorieën geloven, ze nooit
“los hoeven te laten”, wat ervoor zorgt dat de theorie onfalsificeerbaar is: het is niet mogelijk om
observaties tégen de theorie te doen, want al dat soort observaties worden gelijk weg
beredeneerd zodat ze bij de theorie passen.
7. In welk geval zou een onderzoeker mogen concluderen dat een theorie bewezen is?
a. Als de hypothese helemaal in lijn is met de theorie.
b. Als de data van de studie helemaal in lijn zijn met de theorie.
c. Als meerdere studies in verschillende contexten helemaal in lijn zijn met de theorie.
d. Het is niet mogelijk om een theorie te bewijzen. *
Zie hoofdstuk 1 (p. 15) en kennisclip 1.3: groeiende kennis. In de wetenschap zeggen we nooit dat
een theorie “bewezen” is, omdat er altijd nieuwe informatie aan het licht kan komen die de
huidige ideeën verandert.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charliehockers1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.10. You're not tied to anything after your purchase.