100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting video footage GZW1026 Introductie Statistische Methoden Voor Data-analyse (GGZ1026) $5.15
Add to cart

Summary

Samenvatting video footage GZW1026 Introductie Statistische Methoden Voor Data-analyse (GGZ1026)

 43 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van alle video footage voor het laatste blok van jaar 1 gezondheidswetenschappen: Introductie Statistische Methoden voor D. Met deze uitwerkingen heb ik een 7 gehaald voor mijn (online) tentamen.

Preview 2 out of 41  pages

  • March 25, 2021
  • 41
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
STATISTISCHE ANALYSES
WEEK 1

READING BAR GRAPHS


Een ‘bar chart’ (staafgrafiek) is een grafiek met een verticale as die de frequentie
weergeeft (counts) en een horizontale as die de scores weergeeft (uitkomst).
- Worden vaak gebruikt voor het opsommen van een uitkomst van een
kwalitatieve variabele (nominaal/ordinaal).

LEVELS OF MEASUREMENT (MEETNIVEAU’S)
Kwantitatieve onderzoekers meten variabelen om hun onderzoekvraag te
beantwoorden. Het meetniveau dat wordt gebruikt om een variabele te meten, heeft
een aanzienlijke impact op de soort tests die onderzoekers kunnen doen met hun
gegevens en dus op de conclusies die ze kunnen trekken.

Hoe hoger het meetniveau, hoe meer statistische tests kunnen worden uitgevoerd
met de gegevens  daarom is het belangrijk het hoogst mogelijke meetniveau te
gebruiken bij het verzamelen van data.

NOIR: Nominal, Ordinal, Interval, Ratio.
Het meetniveau van een variabele hangt af van de aard van die variabele, maar ook
de manier waarop de onderzoeker de gegevens verzamelt. Sommige variabelen
kunnen bijvoorbeeld alleen op nominale wijze worden gemeten  geslacht.
Andere variabelen, zoals gezinsinkomen, kunnen op meerdere niveau worden
gemeten, afhankelijk van hoe de vraag wordt gesteld.

Nominaal (kwalitatief):
Het nominaal level is het laagste meetniveau, Variabelen in een studie worden
geplaatst en discrete categorieën  variabelen in een studie worden in elkaar
uitsluitende categorieën geplaatst  elke categorie heeft een criterium dat een
variabele wel of niet heeft. Deze categorieën hebben geen natuurlijke volgorde 
aan de categorieën kunnen nummers zijn toegewezen, maar de nummers hebben
geen betekenis omdat het simpelweg labels zijn;
- Bijv: categoriseren op basis van haarkleur  mensen met bruin haar hebben
niet meer of minder dit kenmerk van die met blond haar.
Op nominaal level geef je de categorieën alleen een naam. Nominale data worden
categoriaal of dichotoom genoemd:
- Dichotome gegevens vallen in een van de 2 categorieën, zoals man/vrouw of
ja/nee.
- Categorische gegevens hebben meer dan 2 mogelijke waarden, zoals
burgerlijke staat of groepslidmaatschap;
Deze data worden vaak gepresenteerd in staaf- of cirkeldiagrammen. Soms noemen
onderzoekers nominale gegevens categorisch of kwalitatief omdat ze niet
numeriek zijn. Doordat nominale gegevens eenvoudig categorisch zijn  minste
statistische tests mogelijk. Doordat je nominale data niet kunt ordenen  geen

, mediaan vindbaar en geen middelste nummers  je kunt ook geen gemiddelde
berekenen. De enige metingen die kunnen worden gedaan met deze data zijn:
- Modus;
- Modale percentage;
- Bereik;
- Frequentie verdeling.

Ordinaal (kwalitatief):
Ordinal data wordt ook wel categorical genoemd en bestaat uit geordende
categorieën (ordinal klinkt als order). Het verschil tussen nominaal en ordinaal is dat
er een natuurlijke volgorde zit in de categorieën, bijv. sociaal-economische status.
De cijfers die aan de categorieën worden gegeven zijn willekeurig en er is een
willekeurig nulpunt (geen absolute nul)  de cijfers worden gewoon gebruikt om
een volgorde uit te drukken. Het is onbekend hoeveel afstand (verschil) er tussen
de categorieën zit  de intervallen tussen elk nummer zijn daarom niet noodzakelijk
gelijk. Ordinale schalen worden vaak gebruikt om attitudes (Likertschaal) en
percepties te meten (bijv. klanttevredenheid, pijn na operatie)  verschil tussen 9
en 10 hoeft niet dezelfde waarde te hebben als verschil tussen 3 en 4  als iemand
eerst een 8 geeft aan de pijn en na medicatie 4  door medicatie is de pijn
afgenomen (je kunt niet zeggen dat de pijn is gehalveerd).
- Omdat er een volgorde is in de categorieën, kunnen de nummers die aan elke
categorie zijn toegewezen op een beperkte manier worden vergeleken met
tests boven nominaal niveau  je kunt bepalen of een variabele meer of
minder aanwezig is in verschillende categorieën (je weet alleen niet hoeveel
meer of minder omdat het verschil niet kan worden gemeten);
- Om de centrale tendens te bepalen kunnen de categorieën op volgorde
worden geplaatst en er kan een modus ook een mediaan worden berekend
o Ordinale data kan worden geteld en geordend, maar niet worden
gemeten.
o Het gemiddelde kan niet worden berekend.
Mogelijke metingen:
- Alle nominaal level metingen;
- Mediaan;
- Percentage;
- Semiquartile range.

Interval (kwantitatief):
Gegevens op intervalniveau zijn geordend zoals ordinale gegevens, maar de
intervallen tussen elke waarde zijn bekend en gelijk. Het verschil tussen 2 waarden
is dus van belang voor intervalvariabelen. Nulpunt is willekeurig, aangezien een
score van nul in feite niet betekent dat de variabele niet bestaat;
- Nul is simpelweg een extra meetpunt;
- Temperatuur (of toetsscore)  verschil in 25 en 26 graden is net zo groot als
verschil in 27 en 28 graden; Temperatuur van 0 is willekeurig omdat 0 graden
niet betekent dat er geen temperatuur is;
- Nul vertegenwoordigt niet de absoluut laagste waarde  in plaats daarvan is
het een punt op de schaal met beide cijfers erboven en eronder;
Bij schalen op intervalniveau is er een directe, meetbare grootheid;
Intervalschalen vertellen ons iet alleen over de volgorde, maar ook over de waarde
tussen items op een schaal;

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kikiboumans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.15. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.15  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added