100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Strafprocesrecht, ISBN: 9789013153880 Formeel Strafrecht (RR216-20 33) $3.80   Add to cart

Summary

Samenvatting Strafprocesrecht, ISBN: 9789013153880 Formeel Strafrecht (RR216-20 33)

 25 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Werkgroep uitwerking probleem 1 Formeel strafrecht

Preview 2 out of 9  pages

  • No
  • H2, h3, h9, h10
  • March 25, 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Bron: B.F. Keulen & G. Knigge, Ons Strafrecht 2 Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2020, hoofdstuk 2.6.2,
hoofdstuk 3.4.3, hoofdstuk 9 en hoofdstuk 10.1 t/m 10.2.2 en 10.4.

Probleem 1
Wat is opsporing en wie is daarmee belast?
Men kan van opsporing spreken vanaf het moment waarop het vermoeden rijst dat een strafbaar feit is
begaan. Personen die met opsprong zijn belast art. 141 en 142 Sv, de belangrijkste zijn ambtenaren van de
politie. Alle personen die met opsporing zijn belast zijn opsporingsambtenaren (art. 127 Sv)

De Ovj vervult zijn opsporingstaak door vooral bevelen te geven aan de overige personen met opsporing belast
(art. 148 lid 2 Sv). Gezag van de Ovj (art. 132a Sv), concretiseerst zich in de bevelsbevoegdheid.
De Ovj kan de opsporing persoonlijk uitoefenen (art. 148 lid 3 Sv), maar dit gebeurt in de praktijk niet vaak, hij
heeft vooral een leidinggevende taak.

Toegekende bevoegdheden opsporingsambtenaren:
 Arrestatie van verdachten (art. 53 en 54 Sv)
 Voorwerpen in beslag nemen en daartoe plaatsen betreden (art. 95 e.v. Sv)
 Stelselmatige observatie (art. 126g en 126o Sv)
 Afluisteren van de telefoon (art. 126m en 126t Sv)

Niet elke opsporingsambtenaar kan de opsporingsbevoegdheden op eigen houtje uitoefenen. Voor het
afluisteren van een telefoon is een machtiging van de RC vereist.

De hulp-Ovj maakt geen deel uit van het OM. Wie dat zijn is geregeld in art. 146a Sv en ze hebben een
aanvullende rol bij de bewaking van de kwalitiet en de behoorlijkheid van het opsporingsonderzoek.

De RC heeft geen leiding over het onderzoek, zijn bemoeienis blijft beperkt tot het verrichten van de door Ovj
gevorderde onderzoekshandelingen.

Ieder opsporingsonderzoek maakt bijna per definitie inbreuk op de waarborgen van art. 8 EVRM. De
beoordeling door het EHRM van klachten over inbreuken op de privacy verloopt volgens een vast patroon
(Art. 8 lid 2 EVRM):
1.Is er sprake van een interference by a public authority?Ja? dan stap 2.
2.Is de inbreuk toelaatbaar?
 Is de inbreuk in accordance with the law? Schending van het nationale recht levert per definitie
schending van het verdrag op. Het nationale recht mag niet vaag zijn, waardoor autoriteiten naar
eigen goeddunken kunnen beslissen of een inbreuk op de privacy gerechtvaardigd is.
 Heeft de inbreuk een legitimate aim?
 Is de inbreuk noodzakelijk in een democratische samenleving?/Is de inbreuk gegeven door een
pressing social need? (proportionaliteitstoets). Bij deze toets hebben lidstaten een margin of
appreciation.

Het vooronderzoek
art. 132 Sv, De ontwikkelingen:
1.Eerst werd de term voorbereidend ondrzoek gebruikt toen de gedachte was dat het eigenlijke onderzoek
naar de waarheid op de terechtzitting werd gedaan. Het vooronderzoek diende slechts om dat onderzoek voor
te bereiden. Nu is het uitgangspunt dat de zaak in het vooronderzoek zoveel mogelijk tot klaarheid moet
worden gebracht waardoor alles al wordt onderzoecht in het vooronderzoek. Deze resultaten staan vervolgens
op de terechtzitting ter discussie, waar ze op waarde worden geschat.
2.Het gerechtelijk vooronderzoek is afgeschaft
3.De taak van de opsproringsambtenaar is verbreed, de politie moet niet alleen optreden naar aanleiding van
een verdenking, maar ook actief op zoek gaan naar gepleegde strafbare feiten
4.Buitengerechtelijke afdeoning heeft een hoge vluvht genomen.

Conclusie: de term voordonderzoek is breed, heironder valt alle onderzoek naar de mogelijke gepleegde
strafbare feiten dat voorafgaat aan de terechtzitting of aan de buitengerechtelijke sanctionering.
Het vooronderzoek eindigt op het moment waarop de behandeling van de zitting aanvangt.

, Wettelijke taaktoedeling
Art. 1 Sv-Legaliteitsbeginsel: Alle overheidsoptreden dat belastend is voor burgers moet (in)direct berusten op
een wifz. Opsporingsactiviteiten die door de overheid worden ondernomen zijn altijd belastend voor de
burgers op wie die betrekking hebben.
Conclusie: de opsporing die door of vanwege de overheid wordt verricht om de strafwet te handhaven moet
berusten op een wifz. Dit moet ook als de gebezigde opsporingsmethoden zelf geen inbreuk maken op de
(grond)rechten van de burger.

Personen met opsporing belast
Titel II boek 2 regelt het opsporingsonderzoek. Hier wordt een tweedeling gemaakt;
1.De opsporingstaak van een gewoon opsporingsambtenaar is algemeen en dus niet beperkt tot bepaalde
categoerieen strafbare feiten. De politie mag alle delicten opsporen ongeacht of zij strafbaar zijn gesteld in het
wetboek van Sr of in een bijzondere wet of een verodening.
2.De taak van een buitengewoon opsporingsambtenaar is wel beperkt tot bepaalde strafbare feiten. Voorbeeld
art. 142 lid 1 sub c: ‘voor zover het die feiten betreft’. Als de opsporingsbevoegdheid bij akte is verleend, strekt
die bevoegdheid zich alleen uit tot de daarin aangeduide feiten, maar hierin kan ook worden bepaald dat de
bevoegdheid alle strafbare feiten omvat (art. 142 lid 2 Sv). Dus er kunnen uitzondringen worden gemaakt, lid 3
werkt dit verder uit; hierdoor kan door het ministerie van justitie een categorale aanwijzing worden uitgebreid
tot een algemene.
3.De politie en de koninklijke marechaussee zijn belast met politietaken. De uitoefening daarvan is geregeld in
de politiewet 2012. De in art. 141 onder d Sv zijn niet belast met politietaken. In de wet is de organisatie van de
politie vastgelegd. Tav van de buitengewoon opsporingsambtenaren ontbreekt dergelijke organisatorische
wetgeving. Dit wordt enigzins gecompenseerd in art. 142 lid 4 Sv.

Leiding en verantwoordelijkheid
Art. 132a Sv stelt dat opsporingsonderzoek onderzoek is, dat o.l.v. de OvJ wordt verricht. Zijn rol in
de regeling van het opsporingsonderzoek heeft een centrale plaats, wat ook blijkt uit zijn prominente
positie in de opsomming van art. 141 Sv. Art. 148 Sv omschrijft zijn opsporingstaak nader. In lid 2
staat dat de opsporingstaak van de OvJ in de kern inhoudt het geven van bevelen aan de overige
personen die met opsporing zijn belast. O.g.v. deze bepaling heeft de OvJ zeggenschap over álle
opsporingsactiviteiten. Daarmee is hij ook verantwoordelijk voor álle opsporingsactiviteiten.

De OvJ is belast met deze zeggenschap en verantwoordelijkheid om de volgende redenen:
1. De OvJ dient met zijn specifieke deskundigheid de juridische kwaliteit van het onderzoek te
bewaken;
2. De OvJ dient het opsporingsbeleid af te stemmen op het vervolgingsbeleid;
3. De OvJ dient de rechtmatigheid en rechtsstatelijkheid van het opsporingsonderzoek te bewaken.

De OvJ maakt als lid van het OM deel uit van een hiërarchische organisatie, geregeld in de Wet RO.
Boven hem staat de hoofdOvJ en daarboven het College van procureurs-generaal.

Het gezag van de Ovj is ook in de politiewet 2012 vastgelegd. De taak van de politie staat in art 3. Bij de
handhaving van o.o. stat de politie onder gezag van de BM (art. 11 politiewet 2012). Als de politie optreedt ter
strafrechtelijke handhaving (daaronder valt ook opsporing van strafbare feiten), vallen ze onder het gezag van
Ovj (Art. 13 lid 1 politiewet 2012).

Inschakeling van burgers
Op zuiver particuliere vormen van opsporing heeft het legaliteitsbeginsel geen betrekking.
De inschakeling van particulieren bij de opsporing moet op een wettelijke regeling berusten want anders
kunnen de waarborgen waarmee de wet die opsporing omringt gemakkelijk worden ontdoken.
Bijv. Art. 53 Sv: ‘ieder’ dus ook een gewone burger kan in geval van ontdekking op heterdaad de verdachte
aanhouden.
Art. 142 Sv: ‘personen’ dus ook aan gewone burgers kan een akte van een opsporingsbevoegdheid worden
verleend en zo tot (buitengewoon) opsporingsambtenaar worden gemaakt.

Afbakening van de opsporingstaak (opsporingsbegrip)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller abygailbc. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.80  2x  sold
  • (0)
  Add to cart