Dit is een volledige samenvatting van het vak Supply Chain Management. Alle slides zijn geïntegreerd en voorzien van notities uit de hoorcolleges die gedoceerd werden door Yves Molenbruch. De drie hoorcolleges zijn eveneens terug te vinden in de samenvatting met de meest relevante informatie met b...
Samenvatting Supply Chain Management
Les 1 (hoofdstuk 12 van het handboek hoort hierbij)
Supply Chain Management
Supply Chain Management (SCM) is de bedrijfsfunctie die coordineert
- De flow van goederen van leverancier tot de eindconsument
- Het delen van informatie
o Sales forecasts, sales data, promotions, inventory levels…
- Over alle leden van de supply chain
o Leveranciers, interne departementen, transporteerders, derde partij
bedrijven…
- Om de waarde voor de klant te maximaliseren en een competitief voordeel te
verkrijgen
ð SCM linkt de operations van verschillende partners die verschillende
productieprocessen hebben
Deel 1: Inventory management
Veel types van voorraden en veel manieren om die voorraden aan te houden.
Types of inventory (5 grote types)
Items die getransformeerd worden in het
productieprocess
Raw materials
Vb: alle ingredienten die vervolgens omgevormd
worden tot een pizza
Delen of subassembies die een onderdeel zullen
Componenten worden van het finale product
Vb: flesjes om fruitsap in te gaan verpakken
Work-in-process (WIP) Onafgewerkte producten die in de productie zitten
Afgewerkte producten die klaar zijn om gedistribueerd
Finished products
te worden aan de klanten
Afgewerkte producten in het distrubutiesysteem
Distribution
vb. in een grootwarenhuis of in een vrachtwagen
Zesde type (MRO inventory), ook zeer belangrijk in het proces:
Items die gebruikt worden in het productie proces
Maintenance, repair en
zonder deel uit te maken van het finale product
operating inventory
vb. tools
1
,Waarom een voorraad aanhouden?
Zodat het productieproces altijd kan blijven doorgaan vb. niet moeten wachten op de
volgende levering
Seasonal stock Anticiperen van de vraag vb. promoties, seizoenseffecten
(ijsjes in de zomer)
Safety stock Buffer tegen fluctuaties in de vraag (veiligheidsstock) vb. in
supermarkt altijd voorraad die net iets groter is dan de vraag
Cycle stock We bestellen in grote hoeveelheden doorgaans zodat er
gebruik gemaakt kan worden van hoeveelheidskorting of
purchasing efficiencies
(vb. maar 1 keer transport regelen, maar 1 keer
administratie…)
Transportation inventory Goederen onderweg tussen locaties
Hedge inventory Een bescherming tegen toekomstige gebeurtenissen
vb. staking van groothandelaar (dan bestelt de
kleinhandelaar meer) of wanneer de prijs gaat stijgen in de
komende week (dan bestel je de week op voorhand al meer)
Inventory management objectives
1. Een bepaald klantenservice level kunnen bieden (= satisfy customer requirements)
• Percentage van orders die op schema worden verzonden
• Percentage van orderlijnen die op schema worden verzonden
o Orderlijn = bepaald order kan uit verschillende producten bestaan,
dan is het nauwkeuriger om te kijken naar de items apart of we die op
tijd kunnen verzenden
o Ook naar het belang van de orderlijn kijken: hoe belangrijk is het
product?
• Percentage van dollar volume verzonden op schema
o Hoeveel zijn de producten waard? Moeten zwaarder doorwegen dan
producten die minder waard zijn.
• Idle time door het tekort van materialen of componenten
o Tussen werkstationnen in de productie ontstaan er vertragingen,
verloren tijd
2. Zo kost efficient mogelijk te werk gaan
• Input hebben klaarliggen bij workstations om idle time te vermijden
• Anticiperen op seizoensvraag om overuren, aannemen en ontslaan te vermijden…
o Vb in de lente al produceren voor de grote vraag van de zomer, anders
nieuw personeel nodig om de productie aan te kunnen
• Plan productie op lange termijn om setups te vermijden
o Productie veranderen om een ander product te maken kost geld en
tijd dit zijn setups
o Je moet dus langer één product maken zodat je de setups kan
verminderen en ervoor zorgen dat je er genoeg voorraad van hebt
• Bestel grote volumes om hoeveelheidskortingen te krijgen
2
,3. Minimaliseren van investeringen in voorraad
Bijvoorbeeld: bepaald bedrijf heeft een jaarlijkse kost van verkochte goederen van
€10.000.000. De gemiddelde waarde van de inkomsten op elk moment in de tijd is
€384.615
Bereken (a) de inventory turnover en (b) de weeks of supply
annual cost of goods sold (€) €10.000.000
Turnover = =
average inventory value (€) €384.615
= 26 inventory turns
average inventory on hand (€) €384.615
Weeks of supply = =
average weekly usage (€) €10.000.000
52
= 2 weken
Inventory-related costs
Directe kosten geassocieerd met de aankoop
Item costs
Vb. aankoopprijs, verzekering, BTW
Variabele uitgaven met betrekking tot het volume van de voorraad
Holding costs
Vb. storage costs (huur magazijn) , opportuniteitskosten (geld zit ook in
(indirect)
die stock) en risico kosten (diefstal, defecten…)
Ordering costs Vaste kosten bij het plaatsen van een bestelling
(indirect) Vb. Administratie, vervoerskosten…
Wanneer het aanbod niet voldoende is om de vraag te gaan vervullen
Vb. verlies aan customer goodwill (reputatieschade) à back order
Shortage costs
handling (= vertraagde levering meestal met een karting voor de klant) of
een verloren verkoop (= gaan bij de concurrentie kopen)
ABC classification
Hoe bepaal je de juiste review frequency van inventory items?
Pareto analyse: items zijn gesegmenteerd op basis van de jaarlijkse dollar volume
A Continuous review 20% van Representeert 60-80% van
Hoog dollar volume (EOQ model) de items de inventariswaarde
items
Medium dollar Periodic review (TI 30% van Representeert 25-30% van
B items model) de items de inventariswaarde
volume
Less frequent review 50% van Representeert 5-15% van de
C items Laag dollar volume de items inventariswaarde
or two-bin system
3
,Dit zijn geen strikte regels! Enkel een principe om het onderscheid te kunnen maken tussen
belangrijke en onbelangrijke items
ð Items worden geordend obv dollar volume
Vb. Item 106 staat in voor 34.4 procent van het totale dollar volume, samen met item 110
zitten ze al aan 60% dus dit zijn de A-items.
Moet case by case bekeken worden.
4
,Determining optimal order quantities
1. Multiple-period models
ð Kan je het hele jaar door kopen
Fixed order quantity models à require continuous review
• Economic order quantity (EOQ)
• Economic production quantity (EPQ)
• Extensions to the EOQ model: hoeveelheidskortingen, safety stock
Fixed time interval models à require periodic review (bijvoorbeeld wekelijks de voorraad
bekijken)
• Target inventory (TI)
2. Single-period model
ð Kan je slechts gedurende een bepaald tijdslot kopen (of anders verliezen ze hun
waarde) vb. Kranten of magazines in een krantenwinkel
EOQ model (zeker een vraag over op het examen!)
Doel: de vraag voldoen met geminimaliseerde som van order costs en holding costs
à nog vast te stellen: wanneer bestellen en hoeveel items per order?
Assumpties
• De totale vraag (demand D) is gekend en constant (geen safety stock nodig)
o Let op, de totale vraag is ALTIJD hetzelfde (belangrijk voor op examen)
oftewel de totale bestellingshoeveelheid op jaarbasis
• Alle vraag moet optijd voldaan worden (geen backorders mogelijk)
• De lead time L is gekend en constant
• De fixed ordering cost S is gekend en constant (onafhankelijk van de bestelde
hoeveelheid)
• De holding cost is gekend en proportioneel ten opzichte van de gemiddelde
voorraadhoeveelheid
• Geen hoeveelheidskortingen zijn van toepassing
• De bestelde items worden geleverd op hetzelfde moment
5
,“Zaagtand vorm” à van volledige voorraad 600 naar 0, vervolgens nieuwe voorraad
Op niveau 200 wordt er opnieuw besteld = punt R (altijd dezelfde, wordt gekozen bij
optimalisering van het model)
Bij reorder op 400 hebben we meer pieken, die lager zijn.
“Wat is het gemiddelde voorraadniveau bij deze figuur?”
ð Gemiddeld een voorraad van 300
ð Berekend door het maximaal voorraadniveau gedeeld door 2 te doen (Q/2)
Herbestelpunt R: op het moment dat de voorraad overeenkomt met de vraag van 1 week
(wat 200 is), moeten we gaan bijbestellen. Dus wanneer R = D moeten we gaan bijbestellen.
Reorder is geen tijdsmoment maar een hoeveelheid.
EOQ = hoeveel we gaan bestellen
Hogere EOQ à hogere holding cost en lagere ordering cost
We zoeken de ideale Q, dit is in het laagste punt van de totale kostencurve
6
, EOQ model: formules
Order hoeveelheid die de TC minimaliseert?
D Q 2DS
TC(Q) = ∗ S + ∗ H → Q !"# = M
Q 2 H
H = kost om één eenheid één jaar in de voorraad te houden
D = totale vraag op jaarbasis
Q = aantal eenheden besteld per keer
S = kost per bestelling die we plaatsen (vaste kost)
Wanneer een nieuwe order plaatsen?
R=d∗L
L = lead time
d = vraag op weekbasis
EOQ model: example
Een computerbedrijf heeft een jaarlijkse vraag van 10.000 eenheden. Ze willen bepalen wat
de EOQ voor circuit bords is die een jaarlijkse holding cost (H) van $6 per eenheid hebben en
een ordering cost (S) van $75. De lead time is 5 dagen.
Bereken de economic order quantity Q, de overeenkomstige totale kost en het reorder
point R
ð Let erop dat alles in dezelfde tijdseenheid staat!
2DS 2 × 10.000 × 75
EOQ = M = M = 500 𝑢𝑛𝑖𝑡𝑠 𝑝𝑒𝑟 𝑜𝑟𝑑𝑒𝑟
H 6
De economic order quantity (aantal eenheden per order waar de totale kost het laagst is)
10.000
R=d ×L= ^ _ × 5 = 200 units
250
Nieuwe bestelling bij 200 eenheden
Q D 500 10.000
TC = ^ _ H + ^ _ S = ^ _ × 6^ _ × 75 = $3.000
2 Q 2 500
De totale kost is $3.000
Meer voorbeelden in cursus op canvas
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Stam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.