100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bestuursrecht H1 tm 9! $6.92   Add to cart

Summary

Samenvatting Bestuursrecht H1 tm 9!

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Zo goed en duidelijk mogelijk samengevat. Ik heb hier een goede voldoende mee gehaald!

Preview 2 out of 15  pages

  • No
  • H1,2,3,4,5,6,7,8 en 9
  • March 25, 2021
  • 15
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1

1.1
Nederlands bestuursrecht wordt sterk beinvloedt door Europese regelgeving. Bestuursrecht heeft betrekking op de
relaties tussen de overheid en de burgers. Het bestuur dat handelt op grond van een publiekrechtelijke bevoegdheid
heeft een bijzondere positie; het oefent macht uit. Het bestuur kan zonder instemming van de burger kan bepalen wat
de rechten en plichten zijn van die burgers. Dit noemen we eenzijdige handelingen. Dit geeft het bestuur veel
macht. Maar toch is deze macht begrensd. Het bestuur kan alleen eenzijdige handelingen verrichten als de wetgever
hem die bevoegdheid geeft. Door zo’n wettelijke bepaling krijgt het bestuur een publiekrechtelijke bevoegheid. Dat
vormt de instrumentele functie; het bestuursrecht geeft de overheid de bevoegdheden (instrumenten) om het
algemeen belang te behartigen en zijn publieke taak te vervullen. Ook geeft het bestuursrecht aan de burger
middelen om het beleid van het bestuur te beinvloeden en zich teweer te stellen. Burgers krijgen
inspraakmogelijkheden en regelt wie mag opkomen tegen overheidsbesluiten. Dit heet de waarborgfunctie; geeft de
burgers bescherming tegen de overheid en haar besluiten.
In een procedure kunnen burgers zich beroepen op normen waar het bestuur zich aan moet houden. Door het
specialiteitsbeginsel gelden er beperkingen voor de belangen die een bestuursorgaan bij zijn afweging mag
betrekken. Het bestuur moet de normen respecteren. Dit is de normerende functie.

1.2
Een wet waar in algemene regels van het bestuursrecht zijn opgenomen is het AwB. Naast procesregels die gelden,
gelden er ook regels over gebruik van taal en elektronische communicatie en voorbereiding van besluiten. In de
bijzondere regelgeving zijn er meer inhoudelijke regels vastgelegd, die rechten en plichten van bestuur en burger in
een concreet geval bepalen. Zoals vreemdelingenrecht en omgevingsrecht. Je moet vaak in een zaak meerdere
wetten bekijken.

1.3
Verschil tussen staatsrecht en bestuursrecht is lastig. Staatsrecht gaat vooral over de grondwet en de organieke
wetten. Organieke wetten zijn wetten die organen en organisatie van de staat regelen. Het staatsrecht bestaat uit
regels die zien op de instelling, werkwijze en globale bevoegdheden. Ook verdragen die gaan over de
overheidsorganisatie. Het bestuursrecht, strafrecht en privaatrecht vormen the big three. In het publiekrecht bepaalt
de overheid welke rechten zij aan een burger toekent of afneemt zonder dat daar instemming voor nodig is. De
overheid kan eventueel straffen of boetes opleggen. Bij privaatrecht is dat vaak anders. Er is vaak instemming nodig
van de andere partij. Ook moet er dan wel is naar de rechter worden gestapt om naleving af te dwingen. De overheid
kan soms ook privaatrechtelijk optreden. Eerder werd er al verteld dat het nederlands recht erg wordt beinvloedt door
het Europeese recht. De europese regels moeten vaak in nederlandse wetgeving worden omgezet. Nederlandse
wetgeving mag niet in Europees recht in strijd komen.

1.4
Het bestuursrecht kwam in de 20e eeuw tot ontwikkeling. In 1994 werd het pas gecodificeerd. Deze ontwikkelingen
komen door groei van bevolking, Europees recht en technische ontwikkeling. Bestuursrecht gaat over grote zaken
zoals, geluidsoverlast op Schiphol, verbreding van snelwegen ect. En over kleinere onderwerpen zoals
inkomensnivillering of verkeersboetes of studiefinaciering.

1.5
Bronnen: het bestuursrecht wordt in eerste instantie gevonden in wetgeving. AwB worden geplaats in het staatsblad.
Ook jurispudentie is een belangrijke bron.

Hoofdstuk 2

2.1
De behoefte aan algemene regels was in de loop van der tijd ontstaan. Er ontstonden veel regelgeving. Maar er
waren ook regelgevingen die onderling verschilde van elkaar op punten waar dat niet nodig was. Het bestuursrecht
was onoverzichtelijk geworden. Voor het opstellen is er een commissie in het leven geroepen. Deze wordt de
commissie-Scheltema genoemd. Vernoemd naar haar voorzitter. Deze kwam in 1982 met een startrapport, en in

, 1994 trad de Awb in werking. Na een algemene regeling van een onderwerp in de Awb, moet de wetgever de regels
over hetzelfde onderwerp in de bijzondere wetten laten vallen. Dit is een omvangrijke wegevingsoperatie. Nederland
heeft wel de meest moderne Awb. De Awb komt niet als 1 geheel tot stand maar in delen die tranches worden
genoemd. Dit wetgeven in etappes verlangt wel dat de wet een heldere structuur heeft. In 2012 traden er 4 tranches
in werking. De 1e 2 in 1994:H1 ™ 8. 1998 de 3e tranche h10. De 4e tranche in 2009 bevatte afdelingen in bepaalde
hoofdstukken. Naast grote wetgevingsoperaties vinden er ook regelmatig tussentijdse wijzigen plaats. Zo kunnen
kleinere praktische problemen worden opgelost. De wet wordt steeds gemoderniseerd en uitgebreid.
2.2
De Awb heeft een paar doelstellingen;
- Het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving
- Het systematiseren en vereenvoudigen van bestuursrechtelijke wetgeving.
- Het codificeren van ontwikkelingen die zich in het bestuursrechtelijke jurisprudentie hebben afgetekend.
- Het treffen van voorzieningen ten aanzien van onderwerpen die zich naar hun aard niet voor regeling in
bijzondere wet lenen.
De Awb is opgebouwd van algemeen naar bijzonder. De Awb kent dus een gelaagde structuur. Je moet nu meerdere
toepasselijke regels uit verschillende hoofdstukken bij elkaar rapen om een casus op te lossen.

2.3
De Awb is van groot belang gebleken voor de uniformering van het bestuursrecht. Uniformering is een belangrijke
doelstelling, maar er blijven natuurlijke situaties waarin de wetgever moet afwijken. Als er te makkelijk wordt
afgeweken van de algemene regels van de Awb keren we langzaam terug naar de onoverzichtelijke situatie. Met het
oog op deze problemtiek heeft de regering de Awb in categorieen onderscheiden.
a. Dwingend recht. De regel noemt dan geen mogelijkheid om af te kunnen wijken. Ook kunnen lagere
regelgevers niet afwijken van de Awb. De Awb is een wet in formele zin. Alleen wanneer het noodzakelijk is
kan er in bijzondere wetten worden afgeweken. Een dergelijke afwijking moet in de memorie van toelichting
bij de bijzondere wet worden gemotiveerd. De afwijking van het algemene recht wordt expliciet; er kan geen
verwarring ontstaan.
b. Regelend recht. Dit geldt voor de normale gevallen. Aangezien er ook bijzondere gevallen zijn moet er in
bepaalde gevallen kunnen worden afgeweken. Ook door lagere regelgevers.
c. Aanvullend recht. Gevallen waarvoor het niet goed mogelijk is een algemeen geldende regel te formuleren
maar waarvoor een “restbepaling’ wenselijk is.
d. Facultatief recht. Dat recht geldt niet tenzij een regelgever bepaalt dat het wel moet worden gevolgd.




Hoofdstuk 3

3.1
Centrale vraag: Op basis van welke wettelijke regel heeft dit bestuursorgaan deze bevoegdheid voor dit doel
gekregen?
Wie? Welk bestuursorgaan
Welke? Welke wettelijke basis
Waarvoor? Met welk doel
Wat? Welke bevoegdheid


Aan de kant van de overheid zijn er bestuursorganen en hun tegenspelers zijn belanghebbende. Het is vereist dat je
belanghebbende bent om beroep of bezwaar te doen. Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Dit is
een centraal geregeerde staat met onderdelen die een eigen organisatie hebben en zelfstandigheid zijn (met mate).
Openbare lichamen: staten, provincies, gemeenten en waterschappen.
De staat bestaat uit de regering/kroon, de ministerraad, ministers en staatssecretarissen. De provincies bestaan uit
de provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris van de koning. De gemeente bestaat uit de
Gemeenteraad, College van burgemeester en wethouders en de burgemeester. Het waterschap bestaat uit het
algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter (dijkgraaf).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillwolffers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61001 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.92
  • (0)
  Add to cart