In deze samenvatting staat de stof die je nodig hebt voor mens en gedrag 2. Dit tentamen heb je in jaar 1, periode 2. ik heb voor deze samenvatting de les, kennisclips, aantekeningen en het boek (levensfase en inleiding in de pedagogiek gebruikt.
Opvoeding/ pedagogiek Mens en gedrag: periode 2
Boek: 1.2 - 1.3 - 1.4 - 1.5 - 2.2 - 2.3 van inleiding in de pedagogiek.
Pedagogiek = Kinderleiding (officiële vertaling).
Synoniemen (maar niet helemaal):
- Opvoedkunde = De vaardigheden van de opvoeder.
- Opvoedingsleer = Kennis vergaren over het opvoeden.
- Opvoedingswetenschap = Het ontwikkelen van theorieën en methodieken met
betrekking tot het opvoeden.
Opvoeding = Alle omgang tussen ouder en kind waarbij gericht een relatie wordt aangegaan.
In deze omgang biedt de ouder het kind liefde, geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht,
grenzen, instructie, ondersteuning en controle. Hierdoor zal het kind tot zelfontplooiing
komen en over het nodige zelfvertrouwen en zelfstandigheid beschikken om richting te
geven aan zijn verdere leven.
- Van afhankelijkheid naar zelfstandigheid/ zelfredzaamheid/ zelfvertrouwen.
4 basisdimensies (Rispens, Hermanns en Meeuws).
Ondersteuning bieden = Het opvoedgedrag van de ouder dat liefde en zorg voor het kind
uitdrukt en dat zich richt op zijn fysieke en emotionele welzijn, waardoor het zich begrepen
en geaccepteerd voelt.
- Kern: Sensitief en responsief zijn = Het oppikken van behoeftes en gevoelens en
hierop reageren.
- Gevolg: Ontwikkelen basisvertrouwen naar andere (veilige hechting).
- Warmte en affectie.
Instructie geven = Duidelijk maken wat de bedoeling is van iets en welk gedrag er van het
kind verwacht wordt.
- Nodig voor het ontwikkelen van kennis en vaardigheden.
- Doe je gevraagd en ongevraagd.
- Balans tussen het goede voorbeeld geven en ruimte bieden voor het eigen
initiatief/ experimenteren.
Controle uitoefen: 2 soorten controle.
- Autoritaire controle = Opvoedgedrag waarbij de ouder druk uitoefent op het kind
om correct gedrag te vertonen.
Macht en gezag staat centraal.
Behoefte kind ondergeschikt aan de behoefte van de ouders.
Weinig autonomie en bewegingsvrijheid.
Strikte regels.
- Autoritatieve controle = De ouder geeft het kind instructie, informatie, suggesties
en aanwijzingen voor gewenst gedrag.
Openheid en uitleg geven.
Gelijkwaardigheid.
Aanmoedigen om eigen handelen te onderzoeken.
Grenzen stellen = De wijze waarop de ouder het kind bestraft of beloont om gewenst gedrag
aan te leren.
- Kaders geven.
- Duidelijk en consequent zijn.
- Kind leert zijn gedrag af te stemmen op andere, verantwoordelijkheid te nemen en
om te gaan met maatschappelijke eisen.
, Opvoedingsdoelen
- Hoofddoel = Het kind laten opgroeien tot een volwassen persoon die zich kan
handhaven in de maatschappij.
- Subdoelen:
Zelfstandigheid (individu).
Zelfredzaamheid (maatschappij).
Zelfvertrouwen (toekomst).
Opvoedingsrelatie
- 3 kenmerken van ouderlijk opvoedgedrag die kans op veilige hechting vergroten:
Sensitief, responsief, continuïteit en regelmaat (voorspelbaar zijn).
- Pedagogisch besef = weten wat belangrijk is voor je kind (perspectief bieden).
4 niveaus van pedagogisch besef:
1. Egocentrisch (projectie) = Ouder projecteert eigen behoefte en wensen op het kind.
Negatief effect op ontwikkeling van het kind.
2. Conventioneel (algemeenheden) = Traditie, niet naar behoefte van het kind kijken.
Negatief effect op ontwikkeling van het kind.
3. Subjectief-individualistisch (uniteit) = Rekening houden met persoonlijkheid kind,
ieder kind is anders. Positief effect op ontwikkeling van het kind.
4. Interactie (evenwicht) = Wat vind ik belangrijk tegenover wat het kind wilt.
Opvoeden als circulair proces (actie-reactie)
- Ouder verantwoordelijk voor opvoeding.
- Ouder biedt kind ondersteuning, instructie, nieuwe
controle en stelt grenzen. ontwikkeling
- Kind kan rekenen op onvoorwaardelijke is
liefde van de ouders. nieuwe
- Kind leert zelfstandigheid, zelfredzaamheid ronde
en zelfvertrouwen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Novavdvalk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.